DE VIER VINGERS - WEEK 2

Zak uien
Een plek voor de nacht vonden we onder Messenië aan het strand, bij Bouka. Een toeristisch gebied, getuige de vele optrekjes, maar zo stil als wat. Het vakantieseizoen is duidelijk nog niet begonnen. De volgende morgen verken ik op de fiets even de omgeving en zoek een bakker, die in geen velden of wegen daar te vinden is. Maar ook keer ik al snel rechtsomkeert als een aantal wilde honden het op een achtervolging hebben voorzien. Als even later een nog grotere woest uitziende hond een vervaarlijke sprong maakt onder afgrijselijk geblaf ben ik blij dat deze aan de ketting blijkt te liggen maar houd het fietsen even voor gezien. Dan loop ik liever die beesten tegen het lijf die moeite hebben de weg over te steken en die je even vertederd laten afstappen.

Via Messenië trekken we nu langs Kalamata (volgens het handboek kun je beter doorrijden als je er niets te zoeken hebt) en gaan de tweede vinger van de Peloponnesos in. Het schiereiland Peleonessus is een bergachtig landschap met woeste bergen en schitterende inhammen. Aan de zuidzijde vormen zich drie aanhangsels als drie vingers, die elk hun eigen charme hebben. De eerste en kleinste werd nog gekenmerkt door vlakkere gedeeltes, hoewel er in het midden ook heuvelachtig gebied is. Verder zijn er drukbezochte strandplaatsen. De tweede kenmerkt zich vooral door de streek van de Mani, die ten zuiden van Aeropoli zich laat zien. Een streek vol woestheid en eenzaamheid. Met een achterliggende ruige cultuur, die zich vertaalt in een heel eigen uitstraling. We vertellen er later meer over. Deze tweede vinger in te trekken - we doen het langs de westkust - heeft iets spannends, want telkens komen er nieuwe plaatsjes met vergezichten, baaien en stranden. We nemen het ervan om een aantal plaatsjes te bekijken. Als we richting Stoupa naderen stijgt de spanning. Vinden we hier een camping? Volgens de kaart moet er een zijn, maar aanwijzingen zijn er nauwelijks te vinden. We belanden met onze camper in de nauwe straatjes en zelfs op de kade langs het water tegen het eenrichtingsverkeer in door de goedbedoelde raad van een toerist, maar dankzij een ober worden we weer op het rechte pad geholpen en vinden de camping (gewoon eerste afslag Stoupa nemen). Een gezellig dorp met een strandje, waarbij je zelfs de keuze hebt uit meerdere strandjes.
Die avond eten we bij een van de vele eetgelegenheden in Stoupa, maar kiezen voor het restaurant waarvan de ober ons de weg wees. Als hij ons herkent en zich het voorval herinnert brengt hij spontaan een extra karafje met wijn "van het huis" om ons welkom te heten in Stoupa. Je komt hier kennelijk alleen maar aardige mensen tegen.
Die avond eindelijk weer eens een heerlijke uitgebreide douche nemen. In de camper is dat altijd maar vluchtig. Ik zoek de spullen bij elkaar, spons en shampoo in een plastic zak. Nadat mijn vrouw is teruggekeerd ga ik aan het ritueel beginnen, sta even later onder het langzaam warm wordende water, wil de shampoo pakken en dan blijkt dat ik een zak uien heb meegenomen! Lachen verboden!


Over grotten en bendes
De ochtenden fiets ik even wat rond, even het avontuur voelen. De doorgaande weg leent zich er goed voor. Later maken we samen nog een fietstocht over een van de zeldzame fietspaden langs de zee. Daar waar kerk en school staan is namelijk het begin van een prachtige weg, die alleen toegankelijk is voor wandelaars en fietsers. Hij leidt ons naar het dorpje Agios Nikolaos. Een aan te bevelen fietstocht!
We dalen af in de tweede vinger. Prachtige schouwspelen ontrollen zich iedere keer voor onze ogen. Hier en daar maken we een foto- of koffiestop. We komen bij het plaatsje Aeropoli, stad van Ares, zo genoemd als eerbetoon aan het oorlogszuchtig karakter van zijn inwoners. Een sfeervol plaatsje om doorheen te wandelen.


                                                                                                                                  Plaatjes uit Aeropoli

Even onder Aeropoli zijn de grotten van Dirou te vinden. Een rondvaart van 40 min door onderaardse druipsteengrotten geeft een wonderlijke blik in het binnenste van een berg, en dat op het niveau van de zeespiegel. We hoeven uiterlijk 20 min te wachten, of de boot is vol, of we gaan samen mee. Het duurt veertig minuten. En de boot is vol. Een zwijgende peddelaar stuurt onze boot behendig door de grotten heen. Geen enkel woord van uitleg, geen aanwijzing, zelfs niet wanneer we aan het einde een stuk moeten lopen. Het juiste managen van toeristen moeten Grieken nog totaal leren. Als ze al engels spreken is het maar mondjesmaat.





We dalen verder af naar de punt van de vinger. Nu komen we in de echte Mani. Een woest gebied, gekenmerkt door kale bergen, vaak geteisterd door sterke winden. De streek kenmerkt zich door de bepaalde stijl van bouw met vooral woontorens. Die zijn uit de nood geboren in de 19e eeuw toen rivaliserende benden elkaar naar het leven stonden. De Mani staat er vol mee. Maar in vergelijking met 2001 zijn van de woontorens aan de westelijke kant er velen gerestaureerd en weer in gebruik genomen. Er zijn hele complexen bijgekomen van meestal hotels, die de sfeer van vroeger laten herleven, zonder al het geweld van toen. Aan de oostkant, waar veel minder toeristen komen, ben je ineens in de echte oude Mani. De heuvels kenmerken zich door allerlei bouwsels en muurtjes die de percelen verdeelden en waar men het bezitsrecht liet gelden.





                                                                                                                                  Enkele plaatjes uit de Mani

Filosoferen
Gerolimenas is voorlopig het einddoel. Een vroegere haven, in zekere mate verwaarloosd, nu een baai met een aantal terrasjes eromheen. Je kunt er blijven staan, maar wij staan aan het einde van het dorp, waar we elf jaar geleden ook stonden. De plek is beduidend kleiner doordat er een hotel gebouwd is, maar daar zijn nauwelijks gasten dus plek voor de camper.
Als de avond daalt valt de stilte over de baai. In het donker werpt de halfvolle maan haar zilveren schijnsel over de baai. Een heldere lucht laat haar sterren stralen en hoewel er een behoorlijke wind staat zitten we lang buiten. Zo kunnen je gedachten heendwalen, denkend aan die grote lege ruimte om ons heen, de wonderlijke structuur van heel de schepping. De aarde die maar draait en draait en nooit van richting verandert, de maan daar omheen met zijn vierwekelijkse cyclus die net weer begonnen is met het kleine schijfje. De planeten en sterren die beginnen te stralen en t.o.v. elkaar elk hun eigen vast stand hebben en tegelijk met oneindig razende snelheid door het heelal denderen. Onbegrijpelijk, ook al zijn er veel dingen wetenschappelijk uit te leggen. Tegelijk het besef dat er een God is, maar ook die vragen komen hoe het nu allemaal kan.
Zo zit je te mijmeren en te filosoferen. Trouwens een typisch Griekse bezigheid, waar vooral de grote denkers Socrates, Plato en Aristoteles beroemd om zijn geworden (in die volgorde zoals ze hier staan hebben ze geleefd en elkaar die wijsheden doorgegeven en verder doordacht). Griekenland is de bakermat van onze beschaving.
In onze hedendaagse cultuur is vaak weinig tijd het leven te overdenken. En de lijnen van de geschiedenis voor ogen te houden. Voor velen is het bestaan helaas alleen nog maar hedonistisch ingevuld. Het heden telt en wat ik daar zo maximaal mogelijk uithaal. Daarbij wordt dan vaak met de vinger naar bepaalde jongerenculturen gewezen, maar zijn de ouderen het niet die hen daarin voorgegaan en voorgeleefd hebben? Een leven waarin je niet meer nadenkt over oorsprong en bestemming, waarin de geschiedenis van het verleden je niets meer te zeggen heeft, maar alleen nog het heden geldt. Zo hebben we tientallen jaren geleefd, de aarde uitbuitend, grondstoffen eindeloos opdelvend alsfo de aarde een onuitputtelijke bron zou zijn. En ons afval dumpend, want wat je niet nodig heb gooi je weg. In GR was men daar heel sterk in. Overal in de natuur lag afval. Maar wonderlijk wel, t.o. elf jaar geleden in de Peloponnesos, lijkt het beduidend minder te zijn. Alsof men is gaan beseffen dat je afval niet eindeloos rond kan laten slingeren. Alleen het gewone dagelijkse afval gaat nog steeds allemaal bij elkaar in dezefde afvalbak. papier, plastich, glas, tuinafval en noem maar op.

Mani op zijn mooist
De volgende morgen gaan we nog een klein stukje zuidelijker en steken over naar de oostkust. Na een steile klim komen we in Vathia, een spookdorp van Manitorens, hoog boven op een berg. Echte Mani! Je vraagt je steeds af wat men er voor zin in had om steeds op een afgelegen plek, op een ontoegankelijke bergtop een serie van die huizen te bouwen. Het kenmerkt de streek echter wel. Na Vathia dalen we nog verder af en even later wordt het letterlijk afdalen als we naar Porto Kagio willen. De haven bevindt zich in de nabijheid van het diepste punt van de Middellandse zee: 4850 meter beneden de zeespiegel! Een zeer steile afdaling die uitkomt bij een kleine baai, een paar huizen, enkele tavernes. Terwijl de weg van boven naar beneden nieuw geasfalteerd was, komen we hier op grind en stenen terecht. We worden heel nadrukkelijk gewezen op de P-plek waar we als camper horen te staan. Later ontmoeten we een andere camperaar die daar met nog een paar campers de nacht had doorgebracht. Een mooie gelegenheid. Wij nemen er een ruime pauze, eten en drinken wat. Buiten is de wind helaas hard, maar het uitzicht over de baai vergoedt alles. Een eenzame uithoek, waar het goed toeven is.

Zwijnen
Naar Gythio gaat het nu. Direct langs de oostkust. vanuit de diepte van de baai begint nu een adembenemende beklimming, steile hellingen, scherpe haarspeldbochten en wegen die nergens zijn afgezet. Het slingert van boven naar beneden en beneden naar boven, dan weer links om de berg, dan weer rechts. Wie bergwegen kent uit de Alpenlanden weet hoeveel constructies aan bruggen, tunnels, uitgravingen en bergrugversterkingen men toepast om de wegen begaanbaar te maken. Daar is hier niets van in. Daarbij komt dat je de ene keer over glanzend asfalt rijdt en het volgende moment helemaal door elkaar gehutst wordt. Ik heb de bandenspanning al wat lager gezet (stond op 5.5 bar) omdat het gehobbel af en toe te heftig was. Bovendien is men heel goed in het oplappen van wegen, lagen asfalt over elkaar is ook geen probleem.
Aangezien de wegen onbekend zijn vraag je je steeds af of het wel goed zal gaan. Niet alleen: waar kom ik terecht (een mooie asfaltweg kan zomaar in grind overgaan), maar ook: krijg ik de wagen - en onszelf - heelhuids boven. Als je de streek niet kent dan is het rijden, zeker zo'n eerste keer, een avontuur. Wij hebben een kleine camper, maar voor zware campers lijkt me dit niet een aan te bevelen tocht. Maar wel schitterend om zo helemaal de sfeer van de Mani in te ademen.
Onderweg ontmoeten we nog een kudde wilde zwijnen. Beter: een gezin, pa en ma met een tiental jonkies. Die lopen de straat over en pa probeert de camper aan te vallen en als we er toch snel langsgaan scheurt hij achter ons aan, maar moet het opgeven tegen zoveel PK. We passeren het dorp Flomochori, dat er prat op gaat de hoogste torens van de Mani te hebben.

Uiteindelijk komen we meer in de bewoonde wereld, de wegen worden breder, de dorpen groter. In Kotronas komen we weer aan de zee. Tijd om koffie te drinken en opnieuw over het water te kijken. Dat blijkt altijd aantrekkingskracht te hebben. Een tijd lang volgen we weer de zee. Aan de overkant zien we nu de derde vinger die ons volgende reisdoel is. Gythio is voorlopig voor ons eindbestemming. Een levendig havenstadje, waar het gezellig druk is. Op de kade waar de vissersschepen aanleggen en passanten vinden we een plek voor de nacht. Op de kademuur prijkt een zeemeermin, de vissers varen af en aan. Er liggen in het passantengedeelte nog twee boten en in de haven wordt er druk geflaneerd en gevist. De volgende morgen maken we met een schipper contact die net water gaat tanken. Resultaat is in ieder geval dat onze tank ook weer gevuld wordt. Zo vinden we steeds weer water voor onze camper.

Winkelen, een uitdaging
Uiteraard moeten we regematig allerlei voorzieningen voor de camper treffen, schoon water, vuil water, toilet reinigen. Soms lukt het snel, soms is het even zoeken. Ook boodschappen doen we regelmatig. Wat daarbij opvalt is de uitstraling van Griekse winkels. Kleine supermarktjes waar de winkels tot in elke uithoek opgestapelde zaken bevatten van meest uiteenlopende soort. Een allegaartje waar je je tussendoor moet wurmen. Winkels met enorme donkere uitstralingen, zodat je eerst naar binnen moet om te zien wat ze uperhaupt verkopen. Etalages - als ze er al zijn - zijn uitsluitend bedoeld om in strakke lijn artikelen naast elkaar neer te zetten en vormen geen enkele uitdaging om je naar binnen te spoeden.Echt lekker Grieks.

Van Gythio rijden we dan richting de derde vinger. Het gebied rond de Lakonische golf is een uitstekend gebied voor sinaasappelplantages, we rijden er kilometers lang tussendoor. We zouden er zo heel wat mee kunnen nemen, alleen al van alle afgevallen sinaasappels, maar we hebben onderweg al een grote zak voor een paar euro op de kop getikt. Ook de bijbehorende industrie (pakken, sap) meldt zich aan. Al met al worden er heel wat vitamientjes gekweekt. Langs de westkust van de derde vinger zijn voldoende baaitjes en strandjes te vinden. Tijd voor een poosje water genieten. Aan het einde van de middag willen we op het brede zandstrand bij de aanleg van de veerboot naar Elafonisos gaan staan. Een vlakte bijna als de Maasvlakte ligt ter beschikking als parkeerterrein. Een strand erbij, helemaal voor ons alleen. Een poosje genieten we. Een autochtoon komt langs en verteld dat de borden "verboden te kamperen" er pas net geplaatst zijn - wat duidelijk te zien is - en er beboet zal worden. Dus breken we weer op en zoeken voorbij Aeropoli een plekje in de bergen voor de nacht. Voor het eerst niet aan het water!

Gratis parkeren
Dan komt Monemvassia in zicht. Een plaats die niet gemist mag worden. Een bergvesting op een 300m lange en 170m hoge rots die d.m.v. een korte dijk met brug met het vaste land verbonden is. Via een smalle poort, waar je zigzaggend doorheen gaat kom je in de smalle straatjes, waar geen enkel verkeer mogelijk is. In zekere mate te vergelijken met Le Mont-St-Michel. Het bestaat uit een benedenstad en een bovenstad. De benedenstad is tamelijk ver gerestaureerd. Door smalle straatjes kronkelen we ons om te zien wat er allemaal voor bouwsels in deze plaats te vinden zijn. Souvenierwinkels en restaurantjes vullen uiteraard de hoofdstraat. Over de muren heen werpen we elke keer een blik over de wijde zee, waar vroeger de Byzantijnen, de Turken en de Venetianen de macht veroverden. Zelfs het pauselijk gezag heeft hier nog haar sporen gezet. Thans zijn de toeristen die - zeker in het hoogseizoen de vesting bevolken. Het is nu in het voorseizoen nog rustig zodat je alle ruimte hebt. We dwalen door de straatjes in de benedenstad. En de volhouders - ook wij - nemen de trap en de wegen met gladde stenen naar de bovenstad om ook te zien hoe daar boven vroeger een hele stad geweest is. Met de nog niet geheel gerestaureerde kerk, zoals er in GR op zoveel plaatsen kerken staan. In de loop der tijden is er veel vernield en verwaarloosd, maar men is druk doende veel te restaureren, zowel in de boven als benedenstad. Een iets betere aanduiding hoe gelopen moet worden, met name naar boven, zou aan te bevelen zijn.





Aan uitbuiting van toeristen doen de Grieken zeker niet - zij het dat de terrasjes wel iets duurder zijn dan normaal. Maar ook het parkeren is geen enkel probleem. De weg vlak voor de ingang staat later op de middag propvol. Maar die auto's staan wel in de brandende zon. Wij hebben onze camper aan het begin, net over de dijk neergezet, Lekker in de schaduw en goed om een eindje te lopen.Bij elke bezienswaardigheid betaal je in NL en andere landen al gauw een aantal euro's parkeergeld, hier betaal je nooit wat. Sterker nog: je zet je auto gewoon neer waar je hem graag hebt. Of er nu een wacht- of zelfs een stopverbod staat. Verkeersregels lijken er overigens nauwelijks te bestaan. Strepen op de weg hebben geen enkele betekenis, hooguit voor stoplichten heeft men nog ontzag.

Eenzaamheid
Aan het einde van de dag parkeren we onze camper in het haventje van Limani Gerakas (haven van Geraka), 20 km noordelijker. Een plek die niet makkelijk te vinden is en ver weg van toeristische routes. Terwijl het juist een ontzettend leuke plek is! Het was even zoeken, maar terug rijdend vanaf Monemvassia richting Sparta gaan we na een kilometer of zeven richting Ariana. Het gaat door steeds woester wordend heuvelachtig gebied en dan zien we ineens een baai schitterend in de diepte liggen. We dalen af, rijden op de smalle weg langs het water. Totdat we helemaal aan het einde -samen met nog een camper en twee boten- een plekje voor de nacht vinden. Dit zijn de ideale plekjes, ver weg van alle drukke toerisme, met alles wat we nodig hebben. De plaatselijke horeca verheugt zich op weer een paar toeristen.

Een reactie in ons gastenboek is altijd welkom!
Top - Volgende pagina