Zomer 2006:  Oost- en Westkust Midden-Italië   -   week 4

En langs de kust weer terug...
Laatste foto?
Op de camping staande vlakbij het station van Pompeï (zie verslag week 3) lag het ook voor de hand om met de trein naar Napels te gaan. Voor 4,50 pp (half uur met de trein, smalspoor, kenmerkend
dan ook circumvesuviana geheten) ben je zo midden in de stad. Geen enkel parkeerprobleem of verkeersstress. Maar wel had u bijna de laatste foto van onze reis gezien...
De uitdrukking wordt nogal eens genoemd: Napels zien en dan sterven. Die uitdrukking heeft niets te maken met een bezoek aan Napels, maar aan Capri (het eiland voor de kust, dat bij het heiïge weer niet te zien is). De wrede heersers hadden daar een buitenverblijf met prachtig uitzicht op de golf van Napels, met de Vesuvius. Hun gevangenen werden dan op dit prachtige uitzicht gewezen en vervolgens van de rotsen in zee gegooid. Aan wreedheden niets tekort.
Napels wordt wel een prachtige stad genoemd. Wie door de smoezeligheden, rotzooi (vuilnisdiensten lijken overal te staken), en verwaarlozingen van gebouwen en omgeving heenziet, die ziet inderdaad wel prachtige gebouwen, vaak vergane glorie die deels gerestaureerd wordt. Napels is een verschrikkelijk rommelige stad. Het feit dat een Italiaan geen enkele verkeersregel handhaaft, behalven het stoppen voor rood licht, versterkt die indruk alleen maar. Vanaf het station kwamen we gelijk midden in grauwe ellende. Pas later in de omgeving van de haven zagen we hoe mooi het eruit kan zien als e.e.a opgeknapt is. De oude stad kent veel nauwe straatjes, waar hoog het wasgoed te drogen hangt. Ondanks het verwaarloosde karakter heeft het wel zijn charme. Tussen al die gebouwen en straten met de vele, vele winkeltjes door zijn er overal kerken. Her aantal hier moet oneindig hoog zijn. Reden wellicht ook, waarom er verschillende definitief gesloten zijn.

In de grote dom (merkwaardig hoe verscholen die midden in de oude stad ligt, meestal torenen die hoog boven alles uit!) komt juist een bruidspaar binnen. Werklieden brengen bij de ene deur steigerwerk naar binnen, doen hun best zachtjes te doen; toeristen lopen af en aan de kerk in en uit en ondertussen schrijdt over het middenpad een bruid in al haar glorie op naar het altaar. Een merkwaardige mengelmoes...
We bezochten ook het nationaal archelogisch museum, waar m.n. de vondsten vanuit Pompeï te vinden zijn. Daardoor wordt het beeld van Pompeï gecomplementeerd.
Dan komen we in de zg. Spaanse wijk, gebouwd door Spaanse troepen. Met als kenmerk (nog sterker dan in de oude stad) de smalle straatjes. Een volkswijk, die 's avonds kennelijk griezelig is om te bezoeken. Wat we ons voor kunnen stellen. Hier heerst de camorra, de tegenhanger van de maffia op Sicilië. Het is te voelen. Scooters vliegen heen en weer. Totdat het me opvalt dat die ene scooter nu al voor de zesde keer is langs gekomen! Ik vertel het mijn vrouw en even later is het de zevende keer.
En dan ineens, als we een bocht om zijn gegaan, zie ik hem voor de achtste keer aankomen. Hij doet een greep naar het fototoestel, ik neem een sprint achter hem aan. Als ik hem bijna heb en hij bij een bocht mij ziet aankomen, gaat het gas open en is hij weg. Maar zonder toestel, want de draagband had mijn vrouw keurig twee keer om haar arm gewikkeld en het toestel stevig vast. Jammer voor hem.
Als we even later een scooter naast ons zien komen die een fototoestel te koop aanbiedt voor € 30 - en als we er geen behoefte aan hebben een videocamera voor € 50, dan begrijpen we wel waar de handel vandaan komt. We hebben totnutoe nog weinig aan criminaliteit meegemaakt tijdens onze vakanties, maar de twee keer dat het gebeurde was steeds in Italië (in Rome ooit, 1972, een ruit ingeslagen, niets ontvreemd). Nu dus in Napels. U bent gewaarschuwd.
Het centrale station lag midden in de stad. Inmiddels zijn we helemaal beneden bij de zee aangekomen. We genieten van het prachtige uitzicht over de baai. In de verte zien we de Vesuvius boven alles uitsteken. Het moet inderdaad angstaanjagend en tegelijk indrukwekkend zijn wanneer deze tot leven komt. Al is het alleen nog maar een rookpluim...
Rond zes uur, als we de weg richting station weer inslaan is het duidelijk dat Italië weer een voetbalwedstrijd speelt in de WK. We kunnen de wedstrijd bijna totaal volgen. Overal schermen, winkeliers die een toestel hebben neergezet, terrasjes waar iedereen zich rondom het scherm dromt. We merken de teleurstelling als het maar niet lukken wil. Het blijft kennelijk (het ontgaat ons niet) 0-0. Even na zevenen merk je zelfs dat de mensen chagrijnig worden. Het is ook stil op straat met het verkeer. Totdat het grote moment aanbreekt en er kennelijk op het allerlaatst nog een doelpunt gescoord wordt. En dan gaaaaaat Napels uit zijn dak, ongelooflijk. Iedereen roept, schreeuwt, gilt en joelt. De auto's onderweg beginnen een concert van claxons. Een willekeurige voorbijganger sleurt ons zowat mee de winkel in om de herhaling van het doelpunt te zien. En even later zijn de straten barstensvol en blijft men nog lang toeteren, roepen en met vlaggen zwaaien. We zijn benieuwd wanneer de volgende wedstrijd zal zijn. Niet dat het ons interesseert, maar het zal ons niet ontgaan.

Vuurspuwend
Wanneer we de camping van Pompeï verlaten brengen we een bezoek aan de Vesuvius. Het bezoek rond Napels wordt daarmee compleet. Het is en heel eind naar de top. De weg is hier en daar tamelijk smal en dat geeft bij het passeren van bussen wel problemen. Maar we komen er. Althans op een P-plaats onder de top. En zoals gebruikelijk wil men hier weer het nodige (€ 5) aan parkeergeld innen (terwijl de toegang naar een natuurfenomeen ook nog eens € 6,50 kost!). Aangezien veel auto's langs de weg buiten de P-plaats staan gaan we daar ook staan, maar kennelijk heeft iemand zicht dat ook al toegeëigend. Ze zijn wel handig hier. P-plaatsbeheer is echt booming business. Later zien we langs de kust daar nog veel meer van.
Het laatste deel moeten we naar boven lopen, door het lavaveld. En boven zien we dan iets van hoe krachtig een vulkaan wel moet zijn - hoewel deze sinds 1944 stil is - als daar vanuit de bodem (die nu niet meer lijkt dan een veld met stenen) ongewone krachten zich openen. Wat moet dat een zeker adembenemend iets zijn! Kolkende massa's vuur komen uit het binnenste van de aarde te voorschijn. Spuitend en rommelend komt het tot een geweldige uitbarsting en stromen van gloeiend vuur verspreiden zich over hellingen en door het luchtruim . Langs de hellingen zien we hoe de lava over een groot gebied verspreid werd. We kijken neer op Pompeï. We zien veel stad, maar vinden de ruïnes niet eens. We staan nu op bijna 1200 mtr hoogte, terwijl Pompeï op zeeniveau ligt. Bovendien, de heiïge lucht....
We verlaten de omgeving Napels en trekken langs de kust verder. Die dag gaat het tot in Gaeta. Een prachtig gelegen kustplaats. We menen direct op de P-plaats aan de haven te mogen staan, maar een vriendelijke agent verwijst ons naar de officiële plek bij het 'oude station'. Daar staan al meer campers. De volgende morgen wordt onze nachtrust echter al vroeg gestoord door een drukte van auto's die geparkeerd worden, waarbij we moeite moeten doen dat ze ons niet klem zetten. Er blijkt al vroeg een markt begonnen te zijn. Al vroeg zijn we dus op weg richting Rome. Een stad die we al eens eerder bezocht hebben en daarom niet in ons reisdoel was opgenomen. We wilden eigenlijk alleen - aan de rand - de Via Appia bezoeken en de catacomben.



Paulus

Het liep allemaal anders. Het verkeer in Rome was aan de rand al chaotisch. Nog nooit zijn we zoveel tijd kwijt geweest om eerst een winkel te vinden. En dat in Rome! Vervolgens zoeken we de Via Appia. Aangezien we vanaf de rondweg op de 'Nieuwe Via Appia' binnengekomen waren, moest de echte oude niet ver weg zijn. Uiteindelijk hebben we hem ook gevonden. En deels gelopen. Een oude weg die voor Rome destijds - Romeinse Rijk - heel centraal was. de via Appia leidde vanbuit het zuiden naar Rome, de via Aurelia vanuit het Noorden. Overigens zijn er meer wegen die naar Rome leiden. Vele, zogezegd.
De apostel Paulus heeft deze weg gelopen toen hij het laatste stuk over land.naar Rome gebracht werd. Hij was gevangen genomen en had zich op de keizer in Rome beroepen. In de Bijbel lezen we in Hand. 28 lezen we hoe hij met het schip vanuit Malta uiteindelijk in de golf van Napels aan land gegaan is (in Puteoli, het huidige Pozzuolia, dus vlak bij Pompeï). In Hand. 28:15 hoe Paulus eerst zeven dagen daar in Puteoli is gebleven. Hier ontmoet hij dan al een aantal van de 'broeders'. Als Paulus in Italië komt weet hij dat er al heel wat christenen wonen. Hij had hen immers ook al geschreven (de Romeinenbrief). De broeders hier kunnen ook gewoon volksgenoten, Joden, zijn. En ondertussen komen ze vanuit Rome om hem op te halen (kun je zien dat het gevangenschap hier niet zo sterk betekende dat hij volkomen vast zat). Met die broeders komt hij dan, zo lezen we, op het Forum Appi aan. Dat was een plein ergens langs die Via Appia. Aan de huidige oude Via Appia kun je inderdaad zien dat daarlangs allerlei gebouwen hebben gestaan.
Vergunt u me even deze uitleg ertussendoor... hoewel ik wel eens commentaar kreeg dat dit niet in een vakantiereisverslag mag. Het blijft natuurlijk wel een privéverslag en privésite. Dus...
We vinden vlakbij die oude Via Appia een (naar er staat) doodlopend stuk weg, waar we onze camper neerzetten. Enige tijd later verschijnt er echter iemand die zegt dat dit archeologisch gebied is (klopt) en we daar dus niet mogen staan (die logica ontgaat me, vooral als ik zie wat Italianen daar allemaal wel mogen). Maar goed we zoeken ons heil dus buiten Rome, in Albano, zo'n 25km. naar het zuiden waar een officiële camperplek is. Zowaar is er die. Alleen, helaas, weer verschijnen 's morgens vroeg de auto's. Weer probeert men ons vast te zetten en weer is er markt.
We zien er vanaf om weer Rome in te gaan. De catacomben, die we de vorige avond ook al ontdekt hadden, zijn moeilijk bereikbaar, d.w.z. er zijn geen parkeerplekken, het verkeer erlangs loopt traag. Dus dit doen we niet met de camper. We nemen de rondweg (met ook volkomen vastzittend verkeer) en belanden uiteindelijk op de snelweg naar Civitavecchia.
Onderweg brengen we nog een merkwaardig bezoek: aan de Necropolis, dodenstad in Cervereri. Een stadje lijkt het inderdaad. Hier begroeven de Etruskiërs hun doden. Een heuvel vol graven, spelonken. Merkwaardig om te zien.
In Civitavecchia staan we die nacht op de grote parkeerplaats bij de zee. Kijk maar even op de opname vanuit de satelliet om te weten waar we precies stonden. Met meerdere campers. We zitten nog lang buiten. Zoals gewoonlijk. Voor het eerst is het voor ons gevoel koud aan het worden. Buiten is het om half twaalf nog maar net 24 graden. Dat hebben we lang niet meer meegemaakt. Een temperatuur waardoor helaas ook jongeren zich gaan misdragen. Met verschrikkelijk luide bonzen, rijden rondom en bonken op de campers. We waren blij dat we nog niet sliepen, anderen werden wel wreed gestoord. Zodoende werd het wel laat.
We rijden verder noordwaarts. Een prachtige kustweg. Ongelooflijk eigenlijk hoe de hele Italiaanse kust vercommercialiseerd is. Nauwelijks zomaar een vrije plek te vinden om even te staan en te genieten van het uitzicht. Direct is het kassa en komen ze op je af om te betalen. De lust om nog langer hier te blijven neemt zienderogen af. Natuurlijk ook omdat het einde van de vakantie in zicht gaat komen.

Bosbrand en vliegtuigcrash
We brengen nog een bezoek aan Port Ercole. Een schitterend gelegen plaatsje rondom een baai met kleine en grote jachten. We genieten er van. Als we de plaats verlaten zijn we getuigen van een beginnende bosbrand. Heel duidelijk een bijv. weggegooide sigaret die de berm en vervolgens de bossages er achter in brand zet. Er branden nog maar een 100 vierkante meter, maar wat een geweldige hitte. We komen er nauwelijks nog voorbij. Een hulpverlener die tegelijk langsrijdt zien we al naar de telefoon grijpen en als we even nog van een afstand toekijken, horen we even later de eerste sirene. Laten we hopen dat het niet te snel uitgebreid is.
We besluiten toch nu de kustlijn verder te volgen en Italië te verlaten.
Er waren toch een aantal aspecten waardoor we zeggen: ons vakantieland zal het nooit worden. De ontzettende drukte, waarmee Italianen overal aanwezig zijn en samenklonteren, de wijze waarop ze toeristen benaderen en uitbuiten, het geeft ons niet het prettige gevoel dat we elders vaak hebben. Bovendien het weinige contact dat we kregen met mensen (anders heb je altijd direct contact met medecamperaars!). In Spanje en Griekenland was dat veel anders (hoewel de mensen in Zuid-Griekenland echt niet vriendelijk zijn). Het heeft er ook mee te maken dat je geen Italiaan meer met een caravan ziet. Allemaal hebben ze blijkbaar campers. De dichtheid daarvan is ongelooflijk groot. Ook weer logisch dat je dan niet zomaar overal kunt staan.
Via Grossetto rijden we richting Livorno. Vlak ervoor vinden we in Vada (zoek naar "circolo velico"!) zowaar een aantal vrije plaatsen, waar we zomaar mogen staan. En als het die avond weer voetballen is worden die Italianen zelfs aardig. Ik word zowaar ergens binnengenodigd om mee te kijken en een glaasje mee te drinken. Ik weet van verbazing niet hoe ik het heb.
De dag erop pakken we de A12 richting Genua en de A7 naar Milaan. Het zijn twee prachtige snelwegen, met schitterende plekjes die we onderweg tegenkomen. Zo wordt ook de laatste dag in Italië nog weer goed. 's Avonds strijken we daar neer waar we ook begonnen: bovenop een pas in Zwitserland. De vorige keer stonden we er praktisch alleen, dit keer staan er meerdere campers. Het restaurant bovenop zal - gezien de klandizie - er geen bezwaar tegen hebben.
Heerlijk om de volgende morgen gewekt te worden door het in de bergen zo geweldig klinkende geluid van de postauto, dat onze kinderenaltijd nadeden: tu-ta-to-postauto! Een prachtige dag breekt aan, die echter wreed verstoord wordt als een klein vliegtuigje crasht.
We hoorden wel vliegtuigjes, totdat iemand om onze telefoon vroeg omdat er een achter de heuvel was neergestort. Even later was alles in rep en roer door de vele sirene's en helicopters. Het is al voor de vierde keer dat we iets meemaken in deze vakantie (aan het begin een vrachtwagen verongelukt, waarvan het slachtoffer nog geholpen werd en de reddingshelikopter klaarstond, in een winkel een vrouw die staande achter haar winkelwagen iets als een herseninfarct kreeg. In de kleine dorpswinkel was iedereen in rep en roer. Eerder deze week de beginnende bosbrand en nu dit vliegtuigje. Allemaal net gebeurde dingen, waarbij de emoties om je heen tastbaar zijn).

Inktzwarte duisternis
Van de Gotthardpas rijden we richting Sustenpas. Een schitterende tocht omhoog, waar we heel lang geleden ook al eens zijn geweest. Menig punt nodigt uit even te stoppen en foto's te maken. Bovenop genieten we in het restaurant van een typisch Zwitsers gerecht en het uitzicht. Aan de Oostzijde was ons al opgevallen dat er verschillende gletschers rondom deze pas zijn. Ook van boven zagen we ze reeds aan de Westzijde. Als we even later afdalen zien we dat er een zijdal is waar je in kunt rijden en dichtbij deze gletschers kunt komen. We besluiten daarheen te gaan. Waarvan we absoluut geen spijt hebben. De Steinalp, zoals het gebied heet, is een particuliere weg waarvoor tol betaald moet worden, maar je komt dan ook terecht in een stuk ongerepte natuur, waarvoor je diep respect krijgt. Ongelooflijke taferelen rollen zich voor je ogen af. Gletscherijs overal om je heen. Een echte ijszee waar al het water in terecht komt en drie, vier gletschers. Groene hellingen waarover een rode, gele, witte of blauwe waas ligt van de vele bloemen. Ruwe steenvelden waarover we aan de voet van de gletschers komen. Zeker 10 meter hoog is alleen dit onderste gedeelte al. Wat een pakket met ijs! Hoe lang geleden is de sneeuwvlok wel niet gevallen die nu aan het smelten is? Dat moeten honderden, misschien wel duizenden jaren geleden zijn.
Een prachtig ruig gebied, waar je niet genoeg van krijgt.



         Overzicht Steingletsch, vanaf Sustenpas   
          Aan de onderkant. Let op de reusachtige lagen!                    
IJsmeer aan voet gletschers

Tegelijk schrik je geweldig als je ziet hoe ver de gletschers al ingekrompen zijn. Aan de 'schuurlijnen' op de bergen kun je zien hoe de gletscher ooit tientallen meters hoger gelegen heeft. Er zijn vaak meerdere lijnen te ontdekken. Sommigen mogelijk van vele eeuwen terug. Duidelijk is dat de gletschers zienderogen snel terugtrekken. In grote stromen water komt het van boven en onder de gletscher vandaan. Hoeveel sneeuw moet er niet vallen om het water dat je in 5 minuten aan je voorbij ziet gaan te vervangen? Kan het ooit nog vervangen worden? Natuurlijk smelt het in de zomer hard en in de winter niet. Maar toch...
Hier wordt je met je neus op de feiten gedrukt dat we in de wereld met een ongelooflijk aantal problemen te maken hebben, de opwarming van de aarde is niet een probleem dat achter bureautafels speelt, maar grijpt razendsnel in, in de natuur. Hoe lang kunnen we nog van de gletschers genieten? Als het met dit tempo doorgaat is er over een jaar of 30, 40, hier niets meer te bekennen.
En heeft de toeristenindustrie dan nieuwe energieverslindene projecten uitgevonden om het de toeristen naar de zin te maken? Die opnieuwe desastreuze gevolgen kunnen hebben, waar het nageslacht onder zucht?
Waarom zoeken veel toeristen slechts die plekken op waar wat georganiseerd wordt voor hen? Waarom genieten ze niet gewoon van de majestueuze schepping? Doen ze het met wat minder, beseffen ze niet dat alles wat we verbrassen nooit meer terugkomt.
We zouden hier wel willen blijven overnachten, maar dat is verboden. We maken kennis met enkele andere camperaars, Oostenrijkers die in Zwitserland wonen. Even later verschijnt ook de controle om te checken of we een ticket hebben. De ander maakt een uitgebreid praatje met de controlepersonen. En resultaat van het geheel is dat we samen die nacht per uitzondering mogen blijven. Met daarbij het verhaal dat camperaars het zelf verpest hebben, aangezien er in het verleden velen bleven, maar ook hun restanten achterbleven. Het kwam zelfs voor dat iemand 14 dagen in dit gebied verbleef (gelet op de natuur kan ik me dat voorstellen, maar gelet op de verzorging van de camper blijven dan veel vragen over) die alles achterliet qua vuil. Wat een schandalige en egoístische gebruikers, helaas.



                         Stilleven                                    
                      Onze overnachtingsplek                     Let op de randen, waar de gletscher eerst lag!


Eerst moeten we wel even het terrein weer af om de camper te verzorgen en boodschappen te doen (Meiringen), maar tegen de avond zijn we terug en genieten we geweldig van de stilte en de omgeving. De omliggende bergen speuren we met de verrekijker af op elk detail. Helaas geen steenbokken, maar wel gezien hoe prachtig die schepping in elkaar zit.
Mijn vrouw heeft deze (en andere) dagen heel veel macroopnamen van bloemen gemaakt. Prachtig, ontzettend kleine bloempjes die zo dichtbij (5 mm) opgenomen zijn dat je details ziet die je met eigen ogen niet kunt zien. Ze heeft meer op haar knieën gelegen om dergelijke macro-opnamen te maken dan gestaan voor andere opnamen...
Die nacht is het donker. Maar het is wel een inktzwarte duisternis. Tussen de wolken hier en daar sterren, maar verder niets. Alleen het stromen van het water. En een duisternis zoals ik nog nooit gezien heb.
De volgende dag klimmen we omhoog. Een klimgroep doet het direct over de gletscher, bergbeklimmers oefenen op de rotsen, maar wij gaan via de rotsige wegen. Het is oppassen geblazen (foto links), maar we krijgen fantastische plekken te zien.
We komen tot bijna bovenop het eerste deel van de gletscher. Dan moeten we over de sneeuw en doen dat met on schoeisel niet. Maar niet getreurd. We staan vlak bij de gletscher. Indrukwekkend deze gletscherlagen, met de gevaarlijke spleten ertussen. Het waren heerlijke momenten, hier te lopen en te zitten. Om volop van te genieten. Gewoon te staren en te kijken hoe alles in elkaar zit. Ongelooflijk wonder altijd weer. Alleen het zien van dit alles moet al de indruk geven dat achter dit alles een Maker moet zitten. Zo'n ingewikkelde natuur, waarvan de onderdelen elkaar weer beïnvloeden en van elkaar afhankelijk zijn, die kan op geen enkel moment door toeval ontstaan zijn. Dan moet je wel erg kortzichtig zijn. Er is meer dan een Ietsisme of ID-theorie voor nodig om dat te bevatten.

Als we weer bij de camper zijn en wat gegeten en gedronken hebben is het al half drie. Tijd om de Sustenpas te verlaten, want we zijn immers op weg naar huis. We rijden de pas af (richting Wassen), drinken ergens langs de Steinbachersee koffie en gaan Zwitserland verlaten. Iets wat we altijd met een weemoedig gevoel doen. In Duitsland overnachten we voor de laatste keer in Bad Krozingen, op een camperplek bij de thermale baden.
De laatste avond is heel wat warmer dan in de koelte op de Sustenpas, maar we genieten er van. Schrijven het reisverslag af. Nu thuis nog de laatste foto's erop en dan kan het verhaal het net op. Wat we onderweg hadden willen doen, zodat u mee kon lezen, maar dat lukte niet.
De laatste dag de laatste paar honderd kilometer en we mogen in gezondheid en dankbaar voor wat we mochten zien thuiskomen.

Top