Onvriendelijk begin
We laten de stemming natuurlijk niet vallen omdat het regent maar vrolijk
worden we er niet van. Vanaf het zuidelijkste puntje van Duitsland slingeren
we ons dan door Oostenrijk, nu even niet over de autobaan, zo zie je veel
meer al kost het een hele dag om er doorheen te komen tot in Slovenië.
UIteraard moet ieder dat voor zichzelf weten hoe hij naar zijn doel komt,
maar ik schreef al eens eerder dat de reis het doel is en het succes van
de reis niet af moet hangen van het verste puntje dat bereikt wordt. Elke
dag is vakantie. Dus is genieten van het reizen, het zien van de vele
dorpjes, het beklimmen van passen (en weer afdalen) al een beleving op
zich. Langzaam komen we toch in de stemming. Hoewel, niet alleen het weer
zat tegen, ook wisten anderen de stemming te bederven.
Vlak voor we Duitsland uitgingen tankten we nog even. Bij het tankstation
stelde ik de vraag of ik nog water mocht tanken, een liter of 50. Nee,
werd er met een brede glimlach gezegd. Maar ik wil er gewoon voor betalen.
Water is duur, was het antwoord. Vijf euro zou nog niet genoeg zijn! Dat
wordt een goudmijn voor die tankstationhouder, tenminste als anderen daarin
trappen. Mag ik dan een jerrycan met drie of vier liter vullen, was mijn
laatste vraag. Maar ook dat werd pertinent geweigerd. En de man bleef
lachen. Uitlachen was het meer.
Even
later, net over de grens passeerden we een camping, in de TomTom aangegeven
als camperplek. Dus daar dan even proberen, dat doen we wel vaker (tegen
betaling van weer een paar euro). Een vriendelijke man kwam op ons afgelopen,
zo leek het. Of we alleen onze watertank mochten vullen. Nee, was het
bitse antwoord met een brede glimlach, nee, gewoon nee. Ook niet tegen
betaling. Ook niet omdat de camping campervriendelijk zou zijn en door
ACSI aanbevolen werd. Zo ongezouten hebben we het nog nooit meegemaakt.
En dan twee keer achter elkaar.
Laten we dit begin maar gauw vergeten.
Legende
We richten onze blik op de Wurzenpas. Geen kip gaat tegenwoordig nog bijna
die pas over. De Karawankentunnel ligt er niet voor niets. Inderdaad,
sneller, duurder, dat ook, maar daar ging het niet om. Lekker een pas
'nemen'. Niet voor niets was deze overgang tussen Oostenrijk en Slovenië
altijd al een beruchte. En velen reden om, via Italië. Zeker als
je een caravan hebt, want die mag er sowieso niet overheen. En dan gaan
we ertegen aan. Nee, erg hoog is de pas niet, maar steil! De hellingen
zijn 18%! Niet zomaar eentje, maar de hele pas, naar boven en naar beneden.
Lekker brullen voor de motor dus en gieren voor als hij naar beneden gaat
in inderdaad soms maar de eerste versnelling.
Beneden komen we aan in Podkoren, we rijden naar het volgende dorp Kransjka
Gora, een wintersportplaats. Er is daar namelijk eem camperplek. Maar
die kost wel 15 Euro, dan heb je wel alles, maar dat hebben we niet nodig.
Water (jawel, toch nog een bron tegengekomen, helder fris brondwater!)
hebben we niet nodig, net zo min als elektra. Dus doorgereden, het zijdal
in en bij het volgende dorp aan de rivier Pisnica met bruisend water naast
ons hebben we de nacht doorgebracht.
 De
volgende morgen komen er al hele groepen mensen aan die kennelijk in de
omgeving gaan wandelen. Vlakbij de bron staat een beeld van een bronzen
gems. Kennelijk heeft het een uitzonderlijke betekenis, want sommige groepen
gaan massaal naar dit beeld toe. Eerst gaat de een op de gems zitten,
dan de volgende, allerlei poses worden aangenomen, tenslotte een groepsfoto
en dan vertrekt men weer. Kwam men alleen voor dat beeld? Later zien we
het zich herhalen, dus kennelijk heeft het grote betekenis. Een legende
blijkt de oorzaak te zijn. Van een magische gems Zlatorog (Goudhoorn)
die op een grote schat moest passen, maar neergeschoten werd en gewond
vluchtte en zo met zijn bloed de bergen en meren in het noorden vormde.
Merkwaardige rotsen
Hoewel we richting Ljubljana willen trekt het dal ons eerst erg aan. Prachtige
bergen komen steeds meer tevoorschijn en een vers sneeuwdek - zagen we
in Oostenrijk ook al - bedekt de rotsen. Dus eerst verder het dal in.
Met 24 haarspeldbochten tot boven op de pas. Onderweg komen we een Russische
kapel tegen. Prachtig gemaakt van hout en boomschors. We kende de historie
van dit dal niet, maar komen er gaandeweg achter dat het een bloedige
achtergrond heeft. In de Eerste Wereldoorlog zijn er veel gevechten geweest
en met name veel Russen krijgsgevangen genomen. Die Russen werden gebruikt
om deze pasroute te bouwen. Daarbij zijn er velen omgekomen, o.a. eenmaal
300 tegelijk door een lawine. Op verschillende plekken, ook verder naar
boven, zijn nog herdenkingspunten en resten van graven te vinden. Wanneer
je nu het liefelijke van dit dal ziet dan lijkt het onbegrijpelijk dat
mensen hier elkaar bloedig naar het leven hebben gestaan.
De staten waar we nu doorheen reizen hebben natuurlijk de nodige historie
aan oorlogen achter de rug, met als dieptepunt de gevechten en bloedige
afrekeningen in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Aangezien
dit dal uiteindelijk, over de pas heen, een heel andere kant op gaat dan
waar wij heen willen, keren we bovenop om. Bij een prachtig uitzichtspunt
drinken we koffie. Een massieve rotswand rijst voor ons op, met als piek
de Prinska met 2547 mtr. Wonderlijk genoeg is er een gedeelte van een
rots dat veel weg heeft van een vrouwenhoofd. Men noemt dit stuk de Pagangirl.
Een eind hoger, maar voor nu in de wolken verborgen, is een verschijnsel
dat we in Noorwegen ook al eens zijn tegengekomen: een gat dwars door
de rotsen heen. Destijds was het schitterend daarheen te wandelen en nog
bijzonderder door de rots heen te lopen en de andere kant te zien. Dat
moet hier ook het geval zijn, getuige de foto's die dat beneden aangeven.
Van hier rijden we verder. Opnieuw niet de snelweg, maar gewoon de route
naar Ljubljana. We komen in de omgeving van Bled waar we ooit (1981) al
eens waren en toen met een boot naar het schitterende eiland in het midden
gevaren zijn. We willen er nog graag een kort bezoek aan de omgeving brengen,
alleen om het nog een keer te zien. Maar het toerisme viert daar hoogtij
en dat betekent dat je niet zomaar ergens even kunt staan, helemaal niet
kunt staan op de meeste plekken of gelijk het volle tarief voor parkeren
moet betalen. Dus rijden we een stuk rond, nemen even nog een foto en
gaan dan weer verder.
De president
We naderen Ljubljana, maar aangezien de dag een eind gevorderd is vinden
we het beter een camperplaats te zoeken. Die is er bij Smlednik. Nog maar
pas werd er in camperbladen over geschreven. Dus klikken we die aan in
de TomTom. Maar kennelijk heeft degene die destijds deze camperplek doorgaf
de foutieve coördinaten doorgegeven, want we belanden midden in de
bushbush, moeten zandwegen over en raadplegen uiteindelijk een gids die
ons het adres levert. Zo zie ja maar weer dat je niet altijd op alle gegevens
moet vertrouwen. Tot Ljubljana is het nu nog maar zo'n 17 km.
Het bezoek aan de stad Ljubljana is aan te bevelen. Wat een paar uurtjes
leek te worden werd een hele dag. De camper in een buitenwijk en op de
fiets de stad in. Hoewel we wel twee keer noodgedwongen op een terrasje
moesten schuilen voor de regen kwam de zon er even later weer door en
was de regen gauw vergeten. Het leven van de stad speelt zich grotendeels
rond de Ljubljanicarivier af, terrasjes te kust en te keur, winkelstraten
waar elke gelijkenis met de bekende Blokker-Kruidvat-M&S-Hema-eentonigheden
ver te zoeken is. Prachtige winkeltjes met authentieke gevels, verrassende
winkeltjes met artikelen die je elders niet treft, een lust voor het oog.
Pleintjes waar volop bedrijvigheid is, bootjes die over het water glijden,
kunstenaars die zich uitgeleefd hebben, de brugleuningen versierd met
hangsloten en schoenen bungelend boven de straat. En natuurlijk ook voor
een appel en een ei met het treintje naar boven naar het kasteel met vanaf
de toren een blik over de hele stad.
 
 
Barok, artdeco, allemaal stijlen die je er door elkaar aantreft. De tip
uit een gids om een kijkje te nemen in het duurste hotel, Hotel Grand
Union, vanwege de artnouveauarchitectuur, nemen we letterlijk. Hoewel,
als we zien hoe de beveiliging onder het baldakijn staat te kijken, inclusief
de politie, dan denken we dat ze ons met onze fietsen al snel de deur
wijzen. Maar we stappen er op af en worden inderdaad beleefd verzocht
elders te gaan staan. Als we er op staan binnen te willen kijken en aangeven
waarom mogen we naar de zij-ingang, vanwaar we ook het een en ander kunnen
zien. We trekken de stoute schoenen aan en lopen de receptie daar gewoon
voorbij alle gangen door, tot aan de hoofdingang.Een hotel van grote allure,
waar je vast meer dan 50 Euro per nacht betaalt. Prachtig om te bewonderen,
al die stijlen. En ineens begrijpen we ook waarom de hoofdingang vrij
moest blijven. Met loeiende sirene verschijnt ineens een chique auto met
een gevolg van tien andere auto's. Later vragen we aan een van de chauffeurs,
als we het vlaggetje op zijn auto bekijken en hij verontrust komt aanlopen
en de aanwezige politieagenten ook gelijk verschrikt ons aanstaren, waar
het bezoek vandaan kwam. Blijkt dat het gezelschap uit India kwam en de
president van India net is aangekomen met zijn vrouw en gevolg.
De bank aan de overzijde met bonte kleuren en motieven op de gevel is
oook een bezoekje waard. Ook in dat beveiligde gebouw mogen we op verzoek
even rondkijken. De architect Ivan Vurnik heeft hier zijn niet te overziene
sporen achtergelaten. Al met al heeft Ljubljana heel wat kunstgeschiedenis,
al is het geen stad van een allure als Parijs of Wenen. Het oude centrum
is wat dat betreft maar klein. Maar een bezoekje waard.
  
Alsmaar water
Binnendoor trekken we een dag later verder naar het zuiden, op weg naar
de Plitvicémeren. De dag begint druilerig.Even voorbij Ljubljana
wordt het een poos droog, maar voor de rest is het weer een regendag.
We rijden via Novo Mesto en Karovac. Van die laatste plaats verwachten
we wat, maar het is een troosteloze stad van vergane glorie. Even ten
zuiden van de stad, camping Slapic, vinden we een staplaats. Ondertussen
hoost het weer verschrikkelijk en valt het niet mee een plekje te vinden
waar we niet direct in de modder hoeven te stappen. Die regen, die regen....
Droog is het weer als we op weg gaan naar de beroemde Plitvicémeren.
Niet voor de eerste keer, inmiddels al heel wat jaren geleden dat we er
waren. Intussen heeft de Balkan in de negentiger jaren een zware oorlog
achter de rug, daarbij was een van de eerste gebeurtenissen dat de Serven
het nationale park Plivice in bezit namen. Zo kwam het op Pasen 1991 tussen
bewapende Servische separatisten en Kroatische veiligheidspolitie tot
een bloedige botsing. Het
duurde nog tot 1995 voor dit park weer in Kroatische handen kwam. Van
de gevolgen van toen was nu niets meer te zien.
Een schitterend schouwspel was het alleen maar om te zien hoe een zestiental
meren in elkaar overlopen met zeker wel 90 watervallen. Op borden is steeds
aangegeven op welk punt je aanbelandt bent.
Via een tweetal ingangen kun je het hele terrein bereiken, onderling zijn
allerlei punten verbonden door boten en treintjes. Bij de prijs inbegrepen.
Met de boot gaan we dan ook over het grootste meer heen. OIn een grijsregengordijn
bij tijd en wijle maar schitterend om te zien.
Via looppaden loop je voor je gevoel soms over het water heen, je bent
als het ware één met de loop van het water, het bruist onder
je door en stort aan de andere kant een halve meter verderop weer diep
naar beneden, je maakt een paar kronkelige bochten en staat even later
weer aan te kijken tegen datzelfde vallende water. Het kristalle heldere
water laat je steeds tot op de bodem kijken en zo zie je dood en leven
in het water, dood in gevallen boomstammen en leven in de vele vissen.
 
 
Door het koude en ook hier natte voorjaar zijn er nog weinig bloemen te
verkennen en ook de vogels latenzich niet zo uitbundig horen als weleer.
Niettemin was het een schitterende doch vermoeiende wandeling. Dat merk
je dan weer als je aan het einde weer naar boven moet. De nodige hellingen
plus 314 treden. Zucht. En aan het begin even geplaagd door wat regen,
maar verder droog, tot we de deur van de camper weer openen onder de dreiging
van een donkere lucht. Sindsdien regent het weer uren door.
Storing
Die avond wil ik de kachel aanzetten maar merk dat de ventilator niet
werkt. Vreemd. Als ik later douchen wil is er geen warm water. Nog vreemder.
Ik ga op onderzoek uit, zie dat een zekering door is, waar deze beide
activiteiten op werken. Vervangen is geen optie, hij blijft doorbranden.
En een nieuwe heb ik niet meer. Een klus voor de volgende ochtend, maar
je ligt gelijk te piekeren over de oorzaak en mogelijke opsporing. We
staan achter een bistro waar we de avond tevoren gegeten hebben. De eigenaar
spreekt goed Duits en regelt snel een andere zekering. Maar nu de oorzaak
met zekerheid vinden. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met de regelaar
van de ventilator omdat de kachel niet helemaal correct gemonteerd was.
Dus demonteren en onderzoeken. Het lijkt allemaal OK, maar nader onderzoek
levert op dat van de vier aansluitingen er twee miniem zijn doorgesleten
en samen over een metalen rand liepen dus kortsluiting veroorzaakten.
Dan is het leed gauw geleden en werkt alles weer naar behoren.
We rijden nu richting kust, naar het zuiden is het snelst per autobaan,
maar het mooist langs de kust.
Dus we beginnen in Zadar. 
Als we Zadar binnenrijden is de regen, die even opgehouden leek te zijn,
veranderd in een complete wolkbreuk. Putdeksels - met pachtige motieven,
voor wie er op let! komen op een gegeven moment letterlijk omhoog, voor
iedereen voorzichtig rijden. Staande langs de haven eten we er en wachten.
Dan wordt het droog en het lijkt wel alsof ineens iedereen weer onderweg
gaat en van het droge moment wil genieten. We bezoeken het stadje, een
mengeling van moderne bouw met resten oudheid. Het is te zien dat dit
stadje in WOII voor 60% verwoest werd. De
oorlog van '91-'95 deed daar nog eens een schepje bovenop. Hoe is het
toch mogelijk denk je elke keer weer hoe een volk dat vele vele jaren
lang toch als een - zij het deels gedwongen - eenheid leefde zo tegen
elkaar op kan staan. Dat o.a. Servische en Kroatische belangen aan beider
kanten de boventoon voerden, dat is nog wel begrijpelijk, maar dat ze
elkaar dan zo gaan uitmoorden is onbegrijpelijk. Hoe diep kan haat iedere
keer weer zitten. Wanneer je nu door het land rijdt en vooral hier in
Kroatië nauwelijks iets van de oorlog ziet dan kun je er je helemaal
niets bij voorstellen. 
Aan het einde van de rondwandeling raken we nog verzeild midden in een
traditinele bruiloft met vlaggen en muziek. Het is niet de enige die dag.
Het leven gaat gewoon door. De typische Kroatische muziek herkennen we
bij verschillende bruiloften.
Later
vinden we in een klein plekje beneden Zadar bij een supergrote jachthaven,
of misschien meer opslag van boten, een plekje op een klein afgelegen
terrein, dicht bij het water. We mogen er blijven staan, van de eigenaar
van het tankstation voor boten. Inmiddels zijn de buien voorbij. Zou het
dan toch nog zomer worden, de weken die we nog hebben?
(Alle foto's hier zijn in miniatuur, even aanklikken en u krijgt
een vergroting te zien)
|