SLOVENIE - KROATIE
(week 4)
Terugreis
Hete dagen waren het, maar lekker om even uit te rusten. In een mum
van tijd hebben we die dinsdagmorgen de wagen weer in orde na het laatste
ontbijt en we vertrekken voor de terugreis. Daar doen we de nodige dagen
over, lekker van een en ander nog genieten. We pakken die dag een behoorlijk
stuk van de kop af, zodat we tijd voor andere dingen hebben. Via Triest
rijden we de eveneens hete autobaan in Italië binnen. Kennelijk zucht
ineens heel Europa onder de hitte na de waterrecords van dit voorjaar 2013.
We nemen de kortste weg naar huis, maar zeker niet de snelste.
Via Udine rijden we de Plöckenpas over en komen in Oostenrijk aan.
Op naar Lienz. Het landschap is weet totaal anders en alles is veel opgeruimder
dan in Kroatië. Het blijkt dat de weg van Lienz door de Felberntauerntunnel
gesperd is vanwege het naar beneden storten van rotsgedeeltes. Dat zal gekomen
zijn door de grote water hoeveelheid. We hadden er nog niet van gehoord,
maar worden via borden gewaarschuwd. Het blijkt dat men al bezig is met
een noodweg, maar zover is het nog niet. We moeten voor een andere route
kiezen en gaan dan maar de Grossglockner over. Oostenrijks prachtigste weg
en hoogste berg. In het dal naar Heiligenblut (waar in de 10e eeuw iemand
verongelukt zou zijn die een ampul met bloed van Christus bij zich had,
tja, vroeger geloofde men zulke verhalen heel gauw en verbond er dan allerlei
consequenties aan), in dat dal vinden we stiekem een plekje om te overnachten.
Cultuurshock
Vanaf
onze camperplek kijken we tussen de bergen door zo op de top van de Grossglockner.
Met 3798 meter is het de hoogste top van Oostenrijk. Al vroeg zijn we op
pad de Grossglockner te beklimmen. Een stralende lucht tekent zich rond
de top af. Ver komen we nog niet. Even later, even boven Heiligenblut nodigen
de vele parkeerplekken uit telkens even een blik op de hoge toppen te werpen.
Een 'hoed' rond de top is altijd wel aanwezig (zie de foto hiernaast). Ook
nu nog.
In de winterdag dan treft men de toppen vaak helemaal scherp tegen de blauwe
lucht afgetekend. Langs de weg plukt een oud vrouwtje een palet van veldbloemen
om er haar huis mee op te vrolijken. We komen al gauw bij de slagboom waar
we eerst onze toegang moeten betalen. Als we vertellen dat we eigenlijk
de Felberntaurntunnel wilden nemen komen we in aanmerking voor een korting
en betalen we slechts 29 Euro. Wel blijkt dat tussen de slagbomen alle voorzieningen
gratis zijn en dus inbegrepen.
En weg rijden we weer om na een paar kilometer al weer stil te staan. Dit
berggedeelte nodig ook uit er volop van te genieten en niet even doorheen
te rijden. Soms scheuren motorrijders ons voorbij, die genieten op hun eigen
wijze. Maar af en toe houd je je hart vast. Vooral als we bedenken dat we
de laatste jaren al enkele keren dodelijke slachtoffers gezien hebben van
motorrijders die ons net tevoren gepasseerd waren. Sportieve rijders hebben
eindelijk een keer de kans zichzelf te laten zien door met open dak te toeren.
En natuurlijk zichzelf te bewijzen wanneer er een concurrent in de buurt
is. Ook dat gebeurt allemaal. En dan weer ben je in de stilte en geniet
van de vogels, het bruisende en vallende water en de vergezichten die onvergetelijk
zijn. En elke keer ontmoeten we weer mensen waar we even mee in gesprek
raken. Mensen die net als wij onderweg vanuit Kroatië naar huis zijn,
mensen die voor de eerste keer in Oostenrijk zijn en zich verbazen over
de schoonheid van deze bergwereld. Of iemand die ons in het Oostenrijks
begroet (Grüss Gott) en die we in het Zwitsers teruggroeten (omdat
ze uit Graubünden komen, het land waar we jaren woonden) en dan blijkt
dat ze aardig in onze buurt wonen. Later ook nog een NL-stel met camper,
waarvan m.n. de vrouw zich ontzettend onvriendelijk uitlaat over de mensen
in Kroatië. Niets en niemand was er goed. Een ware cultuurshock. Een
lading negatieve mensenkennis krijgen we te horen. Tja, wat doe je er dan,
denk ik. Als iedereen die niet denkt zoals jij en niet in je straatje past
alleen maar met afschuw genoemd wordt, wat ben je dan uiteindelijk een armzalig
mens. Juist het evangelie leert dat we de mens die niet in ons straatje
past niet afschrijven maar er juist bewogen mee zijn!
Gemsen
die in de buurt komen Grossglockner
- Frans Josephhöhe
Zicht
op de gletscher
Macht der bergen
Intussen glijdt een indruwekkend landschap aan ons voorbij. Natuurlijk gaan
we niet alleen de Grossglockner over om de pas over te zijn, maar bezoeken
we uiteraard ook de zijweg naar de beroemde Frans-Josephs-Höhe. Daar
was het destijds - in de crisisjaren '30 - de "Landeshauptmann"
van Salzburg ook om begonnen, toen de werkeloosheid verschrikkelijk hoog
was, een nieuwe route aan te leggen die voor het toerisme een bron van inkomsten
zou worden. Hoezeer men hem toen ook verguisd heeft om zijn plannen - het
was niet het enige plan van hem, hij heeft meerdere grote projecten ter
hand genomen - hoeveel is er niet waarheid geworden. Een doorslaand succes,
een route die je gezien en beleefd moet hebben. Steeds hoger gaat het. We
naderen de 2300 meter. De plek waar de beroemde gletscher te zien is. Wat
mij altijd is bijgebleven - we waren er begin jaren '80 voor het laatst
- dat die berg waar de gletscher vandaan komt de Grossglockner is vanwege
de vorm van die berg, net een grote luidklok, een beetje breed, maar toch.
Maar nu kwamen we er pas achter dat dat nu juist niet de Grossglockner is,
maar die andere punt die je over de gletscher heenkijkend aanstraalt, nu
ze daar ligt te pronken in het volle zonlicht. Het eerste wat opvalt is
hoe ver de gletscher is teruggetrokken. De vorige keer was het alsof we
vanaf de weg er zo op konden stappen. We herinneren ons hoe destijds er
een vrouw liep wier man net een paar weken ervoor in een gletscherspleet
was gevallen. Uiteraard was er geen hoop meer, maar ze was teruggekeerd
naar dit punt en moest het verdriet toen even met ons delen. Wat een tragiek
ontstaat er vaak niet bij het trotseren van de bergen. Elk jaar weer hoor
je de nodige verhalen.
Prachtige
ijsmeren Aanhoudende
mooie plaatjes
Zicht
op de bergen
Eindeloos genieten
We parkeren de camper helemaal onderaan, daar waar de Frans Joseph-Höhe
begint. Enkele gemsen grazen vlak voor onze ogen. Ze zijn kennelijk hier
gewend aan verkeer en mensen. Verder is er kennelijk heel wat bijgebouwd
de laatste jaren. Te voet gaan we verder, eerst naar boven en dan naar het
laatste punt. En dan staan we daar, ja de opvallend teruggetrokken gletscher
zien we voor ons liggen, we moeten het oog daar maar op houden en vooral
niet de andere kant uit kijken. Want o schrik, achter ons is één
groot monster van een parkeergarage gebouwd. Met aangrenzende restaurants
en dergelijke. Alles met het oog op het toenemend toerisme, meer dan nodig
kennlijk, maar hoe afschuwelijk past het hier, op deze plaats, op meer dan
2300 meter. Hoe toeristisch is dit stukje schoonheid daarmee geworden. Alles
is afgegrensd, je kunt niet meer onbekommerd overal staan en gaan (en dus
minder makkelijk in gletscherspleten vallen), bordjes geven de plaatsen
aan waar je Murmeltieren (bergmarmotten) kunt bewonderen. Geregisseerde
natuur. Beheersing van de schoonheid en pracht. Uitbuiting, energieverslindend,
om de laatste restjes van de gletscher te zien wegsmelten. Ik somber weer,
ik weet het, maar in de ogen van de commercie telt alleen opbrengst.
We moeten er maar doorheen zien. En inderdaad, busladingen vol toeristen
uit alle delen van de wereld worden uitgespuwd. Wij waren vroeg vertrokken
maar door de vele stops is het inmiddels druk geworden en pas rond 12u zijn
we op het hoogtepunt (nog niet hoogste!) aangekomen. Ik misgun het ook niemand
dit moois te zien en ja, dan moeten er voorzieningen zijn.
Het laatste stuk weg naar dit punt moeten we nu weer terug om dan verder
te rijden naar de eigenlijke pashoogte. Dat gaat nog hoger. Naar ruim 2600
mtr. Schitterende plaatjes schieten we, vroeger zouden we zeggen: rolletjes
vol! Met de digitale techniek hoeven we niet zuinig te kijken. Als we op
het hoogste punt het laatste stukje afsnijden met een tunnel komen we aan
de andere zijde van de Alpen. Compleet anders lijkt het ineens. Hoe veranderlijk
kunnen de uitzichten over de bergen zijn! En elke keer parkeerplaatsen en
de nodige gelegenheden om wat te drinken of je te verpozen. Een klein museum
laat de geschiedenis van de bouw zien, al met al heeft men op dit gedeelte
er goed aan gedacht te toeristen het nodige aan te bieden. De route is zijn
geeld meer dan waard. Want e.e.a. zal het nodige kosten.
Extra concert
Dan gaan we weer naar beneden. Alsof je ineens in een andere wereld bent.
Een kleine wereld. Bomen om je heen, een smal en hoog dal, bochtige wegen
waar je in elke bocht een tegenligger kan verwachten, geen sneeuw meer -
want die lag er, echt metershoog op sommige plekken! - en niet meer die
eindeloze verrassende vergezichten. Het is over en uit. En bovenal: warm!
Heet! Boven gaf een thermometer - bij de tunnel op het hoogste punt - aan
dat het 12.3graden was. Ik whatsappte (ik spreek liever in verkorte vorm
van wappen, wapte) het mijn kinderen waarop er een uit Holland reageerde
dat het hier "wel 321 graden was" om het verschil aan te duiden,
met dezelfde cijfers.
Beneden aangekomen bleek het die dag ook 37 graden te zijn. Heet genoeg
dus.
Uiteindelijk vinden we een plekje in het dal van Bruck naar Mittersill in
de plaats Niedernsill. We zoeken een plek en vinden eeen prachtige parkeerplaats
bij het natuurbad. In het dorp drinken we wat en dan blijkt dat er die avond
een liefdadigheidsconcert gegeven wordt door de militaire kapel van Salzburg.
In de open lucht. We nemen onze krukjes mee en zijn uiteraard van de partij.
Klanken van oude en moderne componisten vullen onze oren en die van vele
toeschouwers. De vrijwillige collecte bij dit concert is bestemd voor de
slachtoffers van de overstromingen die kennelijk ook hier hebben huisgehouden.
Wreedheden
Vanaf dit punt maken we weer een lange rit via Kitzbühel en Kufstein
Duitsland in. Bij Mittersill verlaten we het brede dal, nemen nog een lange
koffiepauze om een laatste blik te werpen op de machtige bergen van het
centrale alpenmassief. Met weemoed verlaten we dit prachtige gebied om genoegen
te gaan nemen met lager bergen, die meer weg hebben van heuvels om voor
ons gevoel bijna in Hollands vlakland terecht te komen als we de omgeving
van München naderen. Nog nooit waren we in een van de concentratiekampen
in Duitsland, zodat we nu eens het beruchte concentratiekamp van Dachau
gaan bezoeken. Inderdaad, het lijkt wel alsof we deze vakantie veel met
de oorlog bezig zijn. De tweede nacht stonden we al in Berchtesgaden, waar
de sporen van Hitler sterk gezet zijn, daarna Kroatië en Bosnië,
waar we de gevolgen van de oorlog van 20 jaar geleden nog steeds zagen en
nu dus Dachau. Hier wordt ons weer eens goed de omvang duidelijk van de
massavernietiging. We lopen door hallen en zalen die nog steeds iets lugubers
uitstralen, de muren kaal en lelijk, alsof de ruimtes zo achtergebleven
zijn. Maar wel zalen vol informatie, een goed gedocumenteerd verleden, geboekstaafd
met vele documenten en af en toe verschrikkelijke foto's. We lopen door
de ruimtes waar binnengekomen gevangen wreed behandeld werden, uitgekleed,
kaalgeschoren, vernederd tot het diepst. En dat door medemensen, mensen
die opgefokt waren, die zich konden uitleven, die trappen en slagen uitdeelden
wanneer het hen niet zinde.
Appèlplein Urenlang
staan... te triest voor woorden
Hier
stonden de barakken
We lopen over het immens grote plein waar de appèls plaatsvonden,
waar mensen in weer en wind moesten blijven staan, soms urenlang. En velen
het niet vol hielden, ter plekke stierven. Wat een afschuwelijk leed heeft
daar plaatsgevonden. De busladingen toeristen die er rondlopen worden steeds
stiller, een enkeling wordt emotioneel. We komen bij de barakken. Tenminste,
de eerste twee staan er nog, van de overigen alleen de contouren. Immense
barakken met stapelbedden waar je niet aan moet denken daar - soms met 500
tegelijk - de nacht te moeten doorbrengen. In koude en hitte. Met het gerochel
van stervenden soms naast je.
Het heeft mensen verbitterd, het heeft mensen immuun gemaakt, kapot geslagen
en alles maar over zich heen stromen latend. Het heeft andere mensen ook
tot mensen gemaakt, tot sterke mensen, die zich er niet onder lieten krijgen.
Slaapkooien idem
Tja...
Dan komen we achterin, het crematorium, met daarvoor eerst de zaal waar
mensen zich moesten uitkleden en te horen kregen dat ze door moesten lopen
naar de douchekabine. Brausebad, staat er wreed boven de deur. Uitnodigend.
Douchkoppen lachen je toe. Maar ze zijn nep. Gas stroomt te kamers binnen
en tientallen opeengepakte mensen gaan een afschuwelijks verstikkingsdood
tegemoet. En wij lopen vakantie te houden, te zweten vanwege de hitte, snakkend
naar een koel drankje dat we straks weer in overvloed hebben. Hoe wreed,
immens wreed kan het mensdom zijn.
Foto's van
de afschuwelijks verbrandingsovens (boven), de gaskamer met zog. douchekoppen
en boven de toegang de mooie aanduiding van douche..
Wraak
Als we het terrein verlaten is het alsof de weergoden hun wraak zullen laten
horen. Donkere wolken pakken zich al samen. Net als eens die Amerikanen
die het kamp bevrijdden toen de Duitse SS-ers zich moesten overgeven. Toen
de soldaten er achter kwamen welke intense wreedheden zich daar hadden afgespeeld
(ze vonden er stapels lijken en zagen de uitgemergelde gevangenen) begonnen
enkele van hen uit wraak die SS-ers standrechtelijk te executeren. Uiteraard
tegen elk oorlogsrecht, maar soms kun je begrijpen dat men totaal flipte
toen duidelijk was hoeveel leed daar geschied was. Zo pakken de wolken zich
samen en barst even laten het noodweer los, net als we een plekje voor de
nacht gevonden hebben en ergens willen gaan eten. Een storm die het nodige
vernielde, hagelstenen zo groot als kogels, die het dak (van hard plastic)
van het terras van het restaurant waar we aten doorboorden en opnieuw veel
hemelwater, waar Duitsland al zo veel van heeft gehad de laatste tijd.
De dag erop is het koeler maar nog steeds goed zomerweer. De hitte was ook
weer erg groot geworden. We rijden de volgende dag richting Augsburg en
besluiten deze stad eens te bezoeken. Het blijkt een verrassing. Bekend
is de stad in de kerkgeschiedenis van de Augsburgse Confessie (1530), Luther
heeft er rondgelopen, maar ook W.A. Mozart, wiens vader hier geboren was,
waardoor de stad de in Salzburg geboren Wolfgang Amadeus ook een beetje
zich toe te eigenen. En mijnheer Diesel richtte hier zijn grote fabriek
op (jawel, van de dieselmotor, Machinenfabrik Augsburg-Nürnberg, oftewel
kortweg MAN, jawel, bekend van de vrachtwagens.
Bijna thuis
Maar niet alleen leuk om deze sporen te zien, maar ook de luister van de
oude gebouwen, na de bombardementen van WOII weer in oude luister hersteld.
Vooral het stadhuis spant de kroon, met op de bovenste verdieping een zogenaamde
gouden zaal, die zo vol schitteringen is dat je je ogen uitkijkt.
Verderop die dag bezoeken we nog Göppingen. Een persoonlijk iets. Daar
bevindt zich namelijk de oorsprong van Märklin, het beroemdste merk
van de modelspoorwegbanen. Een Erlebniszentrum is er nu waarin niet alleen
alle modellen als in een museum te bewonderen zijn, maar ook grotere en
kleinere banen aanwezig zijn. Inspirend om mijn eigen hobby die ik al sinds
mijn twaalfde uitoefen en waarvoor ik nu bezig ben de ruimte in orde te
maken, weer ter hand te nemen.
Tenslotte rijden we nog even door naar Heilbronn en vinden in een klein
dorp (Aspach) weer een aantal camperplekken waarvan we er een uitzoeken.
Van hier af is de afstand naar huis steeds minder. Met nog een kleine 700
km te gaan zal de teller straks op rond de 4800 blijven staan als we na
deze rondreis thuis hopen te komen!
|