|
|
Zomer
2007: Zwerftocht door Midden-Spanje
De
zwaluwen zweven laag boven het al rijpende koren. Een enkele klaproos
geeft kleur aan het veld. Op de er tegenover gelegen omgeploegde akker
zijn enkele eksters neergestreken. Op zoek naar iets van hun gading.
Daarboven de voortdurend veranderende wolkenlucht. Dreigende wolken
hebben reeds overvloedig hun water losgelaten, maar nu geeft de zon
weer een weldadige warmte af. Ziedaar het einde van de eerste dag van
onze zojuist begonnen vakantie. Vijftien juni 2007, na een dag van afronding
van het laatste werk in de gemeente en het inpakken van de camper, na
een korte nacht waarin de laatste nog in te pakken spullen de dromen
beheersen is het voorgenomen tijdstip van vertrek, 09:00u, bereikt.
De reis begint. Altijd weer vol spanning. Zal alles goed gaan? Wat mogen
we verwachten, wat gaan we allemaal meemaken
En zo lopen we aan het einde van onze eerste dag een korte maar stevige
wandeling. Ergens onder Parijs. De immense hoeveelheid hemelwater en
navenante file's aldaar deden ons een weg inslaan om een slaapplek te
vinden. Zo zijn we bij een kasteel gearriveerd en vinden er een mooie
plek. De kasteelbewoners groeten vriendelijk. Lopend in de open lucht
krijgen we tijd om tot rust te komen. Hoewel menig van Orly vertrekkend
vliegtuig luidruchtig over ons heen gaat. Rust is immers het centrale
woord in de vakantie. De zwaluwen en de eksters, de klaprozen en de
wolken, ze geven ons te denken. De jacht en druk van het leven, de vele
zaken die de aandacht vragen het beheerst je zo intens dat veel aan
je voorbijsnelt. En daarbij zijn wij mensen immers maar 'even' op deze
wereld. Sommigen slechts een paar jaren of nog korter. Anderen mogen
heel lang om zich heen kijken. Enorm
lang soms. Maar waarom? Zwaluwen en eksters, klaprozen en wolken laten
iets zien van de ware betekenis van het leven. Nee, verwacht in dit
vakantieverslag geen eindeloze filosofiën, maar vakantie betekent
ook jezelf terugvinden. Ik neem u mee op reis.
De eerste dag tot onder Parijs, de volgende dag rijden we voor een deel
langs de mooie Loire. Een rustig begin, wat niet opschiet om in Spanje
te komen, maar wel om te genieten.
Hoewel, het weer is triest en de ruitenwissers hebben veel werk....
Badeenden
Toch komen we deze zaterdag al weer een stuk verder. Via de Gironde
(overvaren bij Royan, schrik niet ... 43,20€!) komen we in Les
Landes. Of eigenlijk eerst in de Medoc.
Hoewel we meestal vrij staan, houden we 's zondags altijd rustdag en
staan dan op een camping.
Het wordt Rust en Regen, zoals heel vaak op zondag. Later komt de zon
er alsnog door en is het dan ook direct heel warm. Ook op maandag doen we het nog
rustig aan, genieten van het strand en maken een uitgebreide fietstocht.
Over stille fietspaden rijden we door vlakke velden. Vlak land, eindeloze
wegen, zo is dit gedeelte van Frankrijk. Hier en daar een meertje.
En daar ineens, een aantal eenden en ganzen doodstil op een meertje.
Geen rimpel te zien. Een prachtfoto wordt dat! Onmiddellijk stapt onze
fotografe van de fiets af en schiet de prachtigste plaatjes van dit
stilleven. Hoewel, het blijft wel erg stil....
Geen enkel beest draait met zijn kop in onze richting. Totdat we er
schaterend achter komen dat het lokbeesten zijn voor een eendenkooi
die op de achtergrond te zien is.
De volgende dag trekken we door naar Spanje. Voor een groot deel nemen
we de snelweg. Ineens een sissend geluid weerkaatst via de vangrail.
Het gaat met de camper mee. We stoppen op de vluchtstrook en constateren
dat een van de banden leegloopt. Het ventiel is gebroken en de lucht
onstnapt. Daar staan we dan. Dat een goede voorbereiding altijd het
halve werk is blijkt maar weer. Want het reservewiel zit op een merkwaardige
wijze onder de camper. Nu had ik juist onderzocht hoe deze toch losgemaakt
moest worden, voor het geval dat.... Het was zover. Eindelijk mag ik
dan eens met recht gebruik maken van wat die Fransen altijd zo mooi
noemen strook-voor-stoppen-in-noodgevallen. Vluchtstrook dus.
Alhoewel, op een smalle vluchtstrook met tientallen vrachtwagens die
langs je heengaan is dat geen pretje. Aangezien ze steeds in kolonne
rijden met daartussen grote gaten maak ik daarvan gebruik om het reservewiel
er onderuit te krijgen. Een hele toer, maar na een goed half uur is
het gemonteerd en kunnen we weer verder. Wel vermoeiend!
|
|
Op de knieën
We rijden door het Baskenland. Een dichtbevolkt gebied waar iedereen
in hoge gebouwen lijkt te wonen. Alles propvol en dicht op elkaar.
Dit gedeelte van Spanje omvat tevens veel industrie en is daarom niet
voor niets voor Spanje zo belangrijk! We zijn niet voor de eerste
keer in Spanje (vierde keer al, ook al vindt u op deze site er geen
verslagen van) maar elke keer valt dit weer op. Hier in de omgeving
van Bilbao is het hart van Baskenland. Door Gernika rijdend - richting
de eerste gevonden camperplek - beseffen we dat in deze plaats de
bakermat van de Basken ligt. Basken moeten we niet direct associëren
met de ETA. De meeste Basken willen slechts vreedzaam leven en alleen
een radicale tak van hen vormt de ETA met haar vrijheidsstandpunten
en aanslagen.
De camperplek in Bermeo komt niet voor overnachting in aanmerking
(is alleen verzorgingsplek) en daarom zoeken we verder. Een eindje
verder langs de kust zien we een kleine rotstformatie boven de zee
uitstijgen. Daarbovenop een kleine kapel. Verbonden door een kleine
dam met het vaste land. Nader onderzoek leert dat er zelfs daar in
de diepte een parkeerplaats is. Dus dalen we af (altijd spannend,
lukt het? kunnen we keren?) en vinden een prachtige plek.
Cabo Matxitxako oftewel Kaap Machichaco heet deze punt. De kapel bovenop
trekt inderdaad veel toeristen. Ook bedevaarders, gelet op de man
die we even later op de knieën de trap zien opkruipen. Ik dacht
dat zoiets in de RK-traditie niet meer voorkwam. Kennelijk wel dus.
Op de parkeerplaats staan we alleen. Tot laat in de avond komen er
bezoekers langs. Wellicht ook om de spectaculaire zonsondergang te
zien. Een stelletje is naar boven vertrokken met hout en een slaapzak.
Die komen voor de morgen niet meer terug. Zelfs midden in de nacht
komen er nog enkele auto's bij en vertrekt er een groep jolig naar
boven. Niet
al te rustig dus, maar wel een pracht van een zee. Schitterende wolken
trekken langs en de stralen van de zon belichten het geheel op eigen
wijze.
Overigens is de parkeerplaats wel krap. Een camper van meer dan 7
mtr (die van ons is 6) zal moeite hebben er te keren. Ik raad het
niet aan. Wie overigens exacte gegevens van onze overnachtingen (GPS-coördinaten)
wil hebben kan altijd een mailtje sturen.
De volgende morgen zet ik mijn vrouw af bij het Guggenheimmuseum in
Bilbao (jawel, even ingeven op de navigator en je rijdt tot voor de
deur).
Zij wilde daar graag heen. Een museum met een geheel eigen vormgeving
en vol van moderne kunsten.
Ondertussen is mijn hele dag gevuld met o.a. boodschappen, de reparatie
van de band en verdere verzorging van de camper. Bilbao heb ik van
alle kanten gezien. Erg interessant is de stad niet en qua wegstructuur
onoverzichtelijk en geweldig rommelig. Wat een moeite het alleen al
kostte om een bank te vinden en later een garage. Geld heb je immers
nodig om iets te laten repareren, toch?
Toen ik het eindelijk had kon ik naar de garage. Het euvel was snel
gevonden - een nieuw ventiel. De reparatie en het uitbalanceren waren
gauw gebeurd en wie schetst mijn verbazing toen ik vroeg wat het kostte
het antwoord was: "for free, mister". Nou ja, 10 tot 20
Euro had ik toch wel op gerekend....Vriendelijke mensen dus die Basken!
En Nota Bene, ik kwam met een Fiat, bij een Ford garage! |
|
|
Eva in het ravijn
Tegenwoordig schijnt iedereen een navigator te moeten hebben. Een
beetje autorijder kent toch de weg en kan in ieder geval kaartlezen.
Al die apparaten die het de mens gemakkelijker maken stompen hem ook
meer af. Je hoeft immers zelf niet meer te denken. Je geheugen wordt
niet meer getraind. Dat is een reëel probleem aan het worden.
Vroeger wisten cassières exact wat een artikel kostte, nu kunnen
ze nauwelijks nog 1,20 en 1,40 bij elkaar optellen. Sommigen zullen
denken: nou en, dat geeft toch niets? Maar ze vergeten dat nu al uit
onderzoeken is gebleken van de huidige jongeren - juist door deze
ontwikkelingen! - dat de intelligentie daardoor op eerdere leeftijd
gaat afnemen dan bij de veertigers van nu.
Al met al een lange aanloop om te zeggen (niet: om me te verontschuldigen)
dat ik toch een navigator aan boord heb. Naast de kaarten. Prachtige
nieuwe Michelin-atlassen (kaartenboeken) had ik (voor m'n verjaardag)
gehad van Frankrijk en Spanje. Voldoende om overal te komen. Een hulpmiddel
voor 's avonds op tafel om te zien wat er in de omgeving allemaal
is en voor onderweg om het overzicht te houden.
En toch heb ik sinds kort een navigator aan boord. Niet zozeer om
te zien hoe ik rijden moet, maar vooral om speciale plekken van bestemming
te vinden. Een navigator is meer dan een routebeschrijving van A naar
B. Tegenwoordig zijn er vele lijsten met zogenaamde POI's (Point Of
Intrest) of NP (Nuttige Plaatsen) beschikbaar. Dat varieert van tankstations
tot flitspalen en van musea tot natuurparken.
Daarnaast kun je zelf zulke bestanden aanleggen. En camperaars deden
dat in overvloed. Zodoende zit mijn navigator (nee, de naam noemen
we niet, begint met TT) vol met bestanden van camperplaatsen en campings.
En dat blijkt maar wat handig. Je bent ergens, kijkt waar in de omgeving
een camperplek is en de navigator brengt je er feilloos heen (mits
de coördinaten goed opgegeven zijn en dat mankeert er wel eens
aan!).
Al met al blijkt de navigator naast de kaart een grote toegevoegde
waarde te geven. Bovendien valt op hoe exact en snel de plaatsbepaling
is. Bij het rijden in de bergen bijvoorbeeld kun je goed overzien
wat voor bocht er komt (dus of je echt moet afremmen), ben je ergens
in een stad en je wilt er uit, dan geef je dat aan en je wordt zonder
omrijden naar buiten geloodst. Op weg naar het Guggenheimmuseum in
Bilbao hoefden we ook die POI alleen maar op te geven en de camper
bracht ons in die onbekende en onoverzichtelijke stad zonder mankeren
voor de deur. Schitterend.
Toen ik urenlang in de neerstortende regen en de files vaststond op
de Boulevard Pheripherique van Parijs en ik dringend moest tanken
gaf de navigator aan dat er vlak naast de BP bij de eerstvolgende
afrit een tankstation was.
Natuurlijk moet je er niet 100% op vertrouwen. In de stad wil ze (vanwege
de vrouwenstem zien we 'hem' als vrouwelijk; Eva heet ze) je ook wel
eens door straten sturen waar het niet (meer) kan, maar onvermoeid
rekent ze dan onmiddellijk de nieuwe route uit.
En in de bergen? Zoals gezegd staat elke bocht al voor je. Maar als
het bochtenwerk al te heftig is dan wil het pijltje dat aangeeft op
welke locatie je je bevindt wel eens de indruk wekken dat je over
de vangrail in het ravijn terecht bent gekomen. Gelukkig was het alleen
Eva en bleven wij gewoon op de weg....
En toch kan en wil ik de kaarten niet missen. Om de omgeving te "zien". |
Vriendinnetje
Die avond zoeken we opnieuw een camperplek. In de omgeving van
Santona worden we heengeleid naar een plek vlakbij, in Noja.
Dit is echter een gewone camping. Ook al hebben die vaak speciale
camperplekken, wij willen graag vriij staan. Op de parkeerplaats
bij de boulevard van het dorp aan het strand is echter ook een
vrije parkeerplaats. Dus zitten we daar spoedig aan de maaltijd
en genieten ondertussen van al die Spanjolen die 'gewoon' even
naar het strand komen. Om uit te waaien of te genieten van de
zee. Of van elkaar. De hele avond lang gaat dat door.
Die twee oudjes bijvoorbeeld, arm om de schouder. Dat jonge
stel dat foto's van elkaar neemt. Die Bask die z'n hondje uitlaat.
Die man die in de verte staat te staren. Of ook die stoere vent
met z'n BMW en sigaar die zijn motor nog niet eens uitzet en
met z'n veel jongere vriendinnetje bezig is.
De avond valt. De zee wordt kalm. De golven rollen af en aan
op het strand. De lucht is - na een koele dag met veel wind
en wolken - opnieuw opengebroken en blauw. De camperdeur staat
open en de af- en aanrollende golven maken het tot een heerlijk
geluid. We genieten, dankbaar voor de dag die we mochten hebben.
Voor de een museum en stad, voor de ander 'hard werken'. Een
heerlijke plek om nu samen te zijn.
Veel mensen denken dat Spanje alleen maar bestaat uit grote
zandstranden met daarnaast hotels en appartementen. Het bekende
beeld van de Spaanse vakantiefolders. Met name mensen die mij
kennen en vroegen waar de vakantie dit jaar heenging sloegen
biijna achterover toen ze hoorden dat we naar Spanje gingen.
Ze zagen me in Loret de Mar al sjouwen van disco naar disco...
Maar we kennen nu al heel wat meer interessante plaatsen in
Spanje. Onze eerste tocht (1998) was via Spanje (binnenland)
naar Portugal. Met o.a. in Spanje Salamanca (pronkstuk van de
Spaanse renaissance) en Segovia (mooiste vestingstad). Onze
tweede tocht (2000) voerde m.n. naar Granada (met het Alhambra),
Cordoba (met de Mezquita, de beroemde tot kathedraal omgebouwde
Moskee) en Toledo (met het Alcazar, paleis van Karel V). Schitterende
plaatsen! En onze derde tocht (2002) voerde langs de Noordkust.
Voor een deel is het dus een herhaling.
Met name de Noordkust is een andere kust dan de beroemde Spaanse
zandstranden-kusten. Rotsachtig, kleine baaien en stukken zandstrand.
Direct daarachter heuvels en een groen landschap. En vooral
ook de "Spaanse Alpen". Maar daarover later. Ook is
hier in het Noorden veel toerisme, beduidend minder echter dan
aan de bekende Costa's.
Videocamera
De volgende morgen zoeken we het dorpje Isla op, 3km. verderop.
Volgens het boekje "met paleizen, torens en de casonas,
grote huizen van grootgrondbezitters". Wanneer we het stille
en slaperige dorpje bereiken kunnen we ons dat nog niet voorstellen.
Een kerk met drie huizen, is het eerste wat opvalt. Hoog op
de steile heuvel ligt de kerk. Een imposante kerk, vergane glorie.
Beelden die zo verweerd zijn dat ze nauwelijks te herkennen
zijn. Hoog op de heuvel wel een prachtig uitzicht. In de verte
Noja, waar we zojuist vandaan komen. Verderop: inderdaad een
toren. En een wegwijzer naar een paleis. Er is wel wat te vinden.
Al met al een bescheiden rest van wat eens een glorietijdperk
was. Boekjes kunnen ook overdrijven.
De Noordkust was overigens eens dé kust van Spanje. Hiervandaan
werd geleefd. Vertrok de vloot naar de koloniën. Van deze
kust vertrokken de dochters van de Spaanse koningen om - uit
politiek-strategische redenen! - huwelijken aan te gaan met
machtigen uit Engeland of Habsburg. Ook Columbus vertrok van
deze kust, hoewel hij na zijn ontdekking in 1492 van Amerika
in Barcelona terugkwam. Veel handelsvloten kwamen hier aan en
veel havens herinneren nog aan een rijk verleden.
Aan
de baai tegenover Santander (mooie overnachtingsplekdaar trouwens!)
verblijven we een poosje. Onze pechlijst wordt daar weer wat
langer. We noemden al de band die kapot ging. Op de eerste dag
ging bovendien mijn bril kapot.
En nu dan het volgende geval. Mijn digitale videocamera had
kuren vertoond en was gerepareerd. Hij had eigenlijk nog niet
kapot mogen zijn werd al gezegd. Ze waren me tegemoet gekomen.
Dan ben je blij dat alles weer OK is. De eerste nieuwe opname's
waren ook goed.
En nu aan deze baai ineens: onmogelijk iets fatsoenlijk op te
nemen. Weer iets aan de hand. Leuk, daar gaan al je beelden
van de vakantie die je had willen opnemen.
We nemen weg N623 naar Torrelavega, het binnenland in. Aangetrokken
door de kaart die aangeeft dat dit een mooie weg moet zijn.
Dat valt tegen. Ook Torrelavega kunt u gerust overslaan. Wat
u echter langs deze kust niet vergeten mag - we gaan weer richting
zee - is Santillana del Mar. Hoewel de naam anders doet vermoeden
ligt dit stadje helemaal niet aan zee. Het bijzondere is de
stijl van dit dorp: nagenoeg geheel zoals het in de 17e eeuw
werd gebouwd. Overhangende luifels, familiewapens op de karakteristieke
huizen, typische veranda's. Een aanrader. Natuurlijk is het
wel een echte toeristenplaats! We waren er al eens eerder en
zijn toch weer het stadje ingegaan. Het beste kunt u er 's morgens
vroeg aankomen, voor de eerste buslading toeristen gedropt wordt.
Een aanrader in ieder geval.
Een eindje verder vindt u Comillas. Het plaatsje kent een aantal
bijzondere bouwwerken met een zekere fantasiestijl. Zo treft
u er een wonderlijk gebouw van Gaudi, maar nog veel opvallender
steekt boven het hele plaatsje het universiteitsgebouw uit.
Bovendien treffen we aan de haven een officiële camperplek,
waar we met enkele anderen direct aan zee de nacht doorbrengen.
U kunt ook doorrijden naar het volgende aan te bevelen plaatsje,
San Vicente de la Barquera. We stonden daar al eens eerder.
Ook hier weer twee camperplekken en een pittoresk dorpscentrum.
Bovendien trekt de visserijhaven altijd weer.
Santillana
del Mar
Het huis door Gaudi ontworpen Universiteit
Comillas Gezicht
op San Vincente
Spaanse Alpen
Een van onze reisdoelen is opnieuw een bezoek te brengen aan
de Picos de Eruope. Een gebergte met alpachtige trekken, daarom
door ons de Spaanse Alpen genoemd. Het is eigenlijk onwerkelijk
dat je aan de ene kant de kust hebt, met alle bekoringen en
dat kort daarachter de pieken van meer dan 2,5 km je toelachen.
We hebben in een eerdere vakantie hier al eens een schitterende
wandeling gemaakt en willen graag nog wat tijd uittrekken voor
dit gebergte. Ik heb ook nu weer meerdere mensen gesproken die
ook tot hun verbazing merkten dat dit gebergte 'zomaar' hier
in Spanje lag. Je verwacht het namelijk niet. Voor de vroegere
zeevaarders die naar huis toe keerden, was dit de eerste aanblik
van hun land, de hoge pieken die vanaf de Golf van Biscaje zichtbaar
waren. Daarom noemden ze deze de Pieken (Picos) van Europa.
Kennelijk wisten ze niet dat Europa nog wel hogere pieken kent,
in de echte Alpen. Het gebergte is niet echt groot, maar wel
ruig en ontoegankelijk.
Het weer is tot nu toe echter zodanig dat er weinig te zien
zal zijn daarboven. Dus blijven we eerst de omgeving nog wat
verkennen. Vanuit Comillas maken we een uitstapje via Cabezon
naar Barcena Major. Een bergdorpje midden in een natuurpark
en - net als Santillana del Mar - nog helemaal in Middeleeuwse
stijl. Een korte rit voert ons erheen. Mooie wandelmogelijkheden
in de omgeving. Dit dorpje brengt trouwens een vorige reis naar
Spanje in herinnering. We halen het verhaal even op.
Barcena
Major
We stonden op een camping bij Ponferrada en hadden daar andere
Nederlanders ontmoet. Toen trokken we later een dal in via de
kloof 'dal van de stilte' (Valle del Silencio), op weg naar
een soortgelijk museumachtig bergdorpje als hierboven genoemd.
Via wegnr. LE161, ten zuiden van Ponferrada, kwam je in dat
dal. Vanaf St. Esteban ging de weg dan een ongelooflijk mooi,
maar smal dal in richting Peñalba de Santiago. Op een
gegeven moment klom de weg zo steil omhoog en was zo smal, dat
we bij een zijweg bleven stilstaan om te overleggen of we wel
of niet verder konden. Als je iemand tegen zou komen was passeren
onmogelijk. En konden we ooit draaien? Zou de motor (van onze
oude camper toen nog ) het halen? We waren nog niemand tegengekomen.
Als je ergens nooit geweest bent weet je immers niet wat je
te wachten staat.
Ineens kwamen onze Nederlandse bekenden van de camping ook om
de hoek. Zij wisten te vertellen dat er in ieder geval aan het
eind een parkeerplaats was, zodat je kon draaien. Zo gingen
we verder, onderweg menigmaal genietend van het uitzicht en
de ongelooflijke stilte.
Zulke uitstapjes - zomaar ergens een dal in - zijn aan te raden. |
|
|
|
|
|
|
|
|