ZOMERVAKANTIE 2010

Lange tijd was het dit jaar voor ons onzeker of we op vakantie konden gaan. Wanneer je (mijn vrouw dan, maar ik uiteraard ook) voor de derde keer met het woord "kanker" geconfronteerd wordt vergt dat veel energie en staat het leven behoorlijk op z'n kop. De aanloop van de vakantie was als nog nooit eerder: erg weinig voorbereiding, werk en zorg vroegen veel tijd. Maar het herstel na een zware operatie ging zodanig dat we met een gerust hart mochten gaan.
Hoewel - waarheen? Bij het vertrek was het doel nog niet duidelijk. De aanvankelijke gedachte was Noorwegen, maar daar blijft het koud. We willen in ieder geval naar de warmte. En die kregen we volop, vooral toen we eenmaal in het zuiden van Frankrijk kwamen en richting Spanje koersten. De temperatuur liep tot tegen de veertig, maar met dankbaarheid maakten we een heerlijke rondreis. Veel hebben we weer meegemaakt, zowel in de koekepan van Toledo, als in de stilte rondom enkele stuwmeren, of boven in de bergen, waar de sneeuw nog niet helemaal weg was. We zagen schitterende paleizen, veel cultuur en indrukwekkende natuurgebieden.


EN ROUTE
De voorbereidingen duurden langer (vooral wanneer je echtgenote nog geen werkzaamheden mag verrichten) maar anderhalve dag na het begin van de vakantie zijn we dan toch op weg. Langzaam doordat we korte trajecten per dag afleggen en bovendien in Frankrijk geen tolwegen nemen. Na de eerste stop in de Ardennen vervolgen we de tweede dag tot even voorbij Nancy. Al eerder stonden we daar op de camping in Villey-le-sec. Een echte doorgangscamping, massa's Nederlanders komen 's avonds aan en vertrekken de volgende morgen weer. Aangezien we de laatste jaren steeds meer vrij staan doen we dat deze keer ook en staan in de buurt van de camping, bij het sluizencomplex. Het schutten van boten is altijd indrukwekkend mooi om te zien, vooral als de boot zo breed is dan je aan beide zijden je hand er niet tussen durft te stoppen.
Deze eerste dag worden we al gelijk met drie (kleine) pechgevallen geconfronteerd. Op een rotonde nadert een motorrijder zo ontzettend snel dat ik vol in de remmen moet en zodoende de inhoud van een van de toiletkastjes het deurtje eruit drukt en het spiegelglas aan gruzelementen slaat. Gelukkig verder niets kapot. Bij het oprijden op de oprijblokken blijkt de bodem zo zacht dat de blokken omhoog komen en daardoor het voorspatbord beschadigen en als derde geval horen we 's avonds in de stilte "drup..drup..drup". De warm wateraansluiting blijkt niet optimaal te zitten. Ik had thuis eigenlijk al gewaarschuwd moeten zijn door die kleine natte plek onder de camper... Verontrustend is het niet, en na een snelle reparatie is ook dit euvel verholpen.
We blijven de zondag daar staan en maken o.a. lange wandelingen. Op zich nog geen spannende omgevingen of prachtige cultuur in de buurt, maar we starten rustig aan om te kijken hoe e.e.a. verloopt.
Dit reisverslag wordt daardoor misschien wat minder spectaculair als men van mij gewend is (zo merk ik uit de reacties in het gastenboek bijv.), maar soms heb je er even minder zin in het schrijven van uitgebreide verhalen. Er is privé zoveel gebeurd de laatste tijd dat de inspiratie wel weg lijkt. We zien wel!

Maandagmorgen vertrekken we al weer vroeg. Tussen Neufchateau en Langres (D74) vinden we in Goncourt een sympathieke camperverzorgingsplaats (3x woordwaarde, als je van scrabbelen houdt). Alles is eigenlijk gratis, maar een collectebus vraagt om een bijdrage van slechts twee euro. Daar kun je dan uiteraard niet aan voorbij gaan. Terecht.
Wanneer we Beaune voorbij zijn zoeken we eerst in Chalon sur Saone de camperplek op. Deze ligt ons teveel in de stad en dus in de drukte. We gaan zelf wel zoeken, wat meestal goed lukt. En jawel, even later hebben we een kilometer of tien zuidelijker direct aan een zijarm van de Saone een prachtige plek in de eenzaamheid gevonden. De kikkers kwaken, de zwanen zwemmen, de luchten laveren hun zware wolkendek en binnen is het heerlijk en rustig. Zo vinden we als zo vaak ons eigen camperplekje, waar Ada het borduurwerk oppakt, ik met laptop, verslag en andere technische zaken bezig ben en het eten kook. Tijd voor onszelf, een spannend boek en een rustige avond.

Camarque
Met korte stukken schiet het natuurlijk niet op, bovendien werkt het weer nog niet mee (de zon nog niet gezien) en daarom gaan we de volgende morgen via de autobaan naar het zuiden en bereiken rond vijf uur Saintes-Maries-de-la-Mer. Helemaal onderin, in de Camarque wel te verstaan. Jawel, we komen oog-in-oog met de blauwe Middellandse zee.
De Camarque is bekend om zijn ruige natuur, met veel dieren in de vrije natuur, vooral paarden en runderen. Een stralende zon begeleidt ons daarheen. We kunnen kiezen voor een camperplek in Marie-de-la-Mer (9,50€) , maar dan staan we weer zij-aan-zij als op een ommuurde parkeerplaats en dat willen we niet. Op het strand staan zoals voorheen kon, kan daar helaas niet meer. Enkele kilometers terug, voor St. Maries, vinden we een staplek vlak bij het ornitologische park. Een prachtplek naar later blijkt (de zoveelste mooie plek dus al in deze nog jonge vakantie). Ik onderneem een fietstocht waarin ik - alleen - mij even door de wind langs de zee laat kussen. Prachtig om zo even over de oneindige zee uit te kijken en te genieten van de golven.
Vlak voor zonsondergang maken we nog een wandeling door het natuurgebied. Een kleine weg voert ons van de hoofdweg af middenin het gebied waar vogels het rijk alleen hebben. In een geweldige mix van geluiden lopen we de ruisende stilte in. De meest uiteenlopende soorten vogels scheren over onze hoofden. Een kleine ibis vliegt vlak voor onze voeten weg, een reiger gaat 100mtr verderop staan om even later te ontdekken dat we nog steeds dichterbij komen. Dat spel herhaalt zich enkele keren. Flamingo's vliegen in formatie over ons heen. Zaluwen en andere vogels maken het luchtruim tot een boeiend schouwspel. Dat is wat anders dan de boulevard van Saintes-Maries, waar de muziek uit de tenten van de uitbaters al naar buiten schalde.

Even later staan we aan het eind van deze doodlopende weg aan de rand van een groot binnenmeer. Niets dan water, de overkant is ver weg. De wind ruist, vogels vliegen rond ons heen en ineens, vlak voor onze voeten, zwemt een bever een paar slagen aan de oppervlakte om dan in de diepte te verdwijnen. Een plek om nooit te vergeten.
Op de terugweg zie we in een van de wateren opnieuw een bever. Dat is wat, nog nooit een bever in het wild gezien en hier kom je er zomaar twee tegen. Jammer dat we op deze korte wandeling onze camera's niet hadden meegenomen. Terug bij de camper zitten we nog een tijd buiten.De lucht kleurt dieprood, wuivende takken op de voorgrond maken
het tot een waar schouwspel. Golvende formaties flamingo's scheren over onze hoofden, zwaluwen, vleermuizen, veel soorten steltlopers, het is hier allemaal te vinden.
De Camarque is een bron van leven, hoewel één en ander vakkundig, commercieel en toeristisch gekanaliseerd wordt. Dat zien we de volgende morgen weer wanneer busladingen toeristen voorbij onze sta-plek rijden op weg naar Saintes Maries. Maar die toeristische kanalen kun je omzeilen en dat is voor ons altijd een sport.
De volgende morgen nog een keer met fototoestel het weggetje langs gegaan, maar de flamIngo's houden zich nu stil en de bevers schuil. Dit keer niet zo spannend en mooi als de avond ervoor.
We rijden nog allerlei weggetjes door, steken met een gratis pontje de Rhone over (een half uur wachten heb je er ind e vakantie graag voor over), kopen wat vers fruit bij een van de vele kraampjes.
De Camarque is altijd een schitterend natuurgebied. Uiteraard sterk toegelegd op de paarden, maar toch nog altijd iets van de originele woeste natuur uitdragend.



Dan komen we in het vestingstadje Aiques Mortes. In dit centrum van de zoutwinning brengen we enkele uren door. Het stadje (stad van dode wateren) ligt als een ver van de zee teruggetrokken vesting, waarvan de contouren vanuit het zuiden duidelijk zichtbaar zijn en de vestingmuren goed bewaard gebleven zijn. We lopen door drukbevolkte straatjes, kopen een hoofddeksel tegen de zon en bezien de zoutlagunen. Het water in de zoutpannen is dan weer groen en dan weer rood.



Vandaar trekken we wat verder en zoeken de camperplek aan het Lac du Salagou nabij Clermond l'Herault. De TomTom leidt ons langs hele enge weggetjes, waar naast de camper nog geen fiets langs kan. Een van de wegen is zelfs speciaal voor campers gesloten. Wie deze camperplek zoekt kan beter vanuit Clermond l'Herault naar Liausson rijden
Zo komen we aan een schitterende plek aan het stuwmeer. In de avond zetten we onze stoelen bij het water en zitten daar nog lang te genieten. Een camperplek zoals gewenst, helemaal vrij, meerdere campers bij elkaar en toch schoongehouden, zodat niet een mooie plaats in de vrije natuur om zeep geholpen wordt door pretbedervers. Zoals al op zoveel plekken is gebeurd.
Het was de bedoeling dat we maar één nacht zouden blijven, maar de volgende morgen is het opnieuw zulk mooi weer dat we nog een dag blijven staan. Ondanks dat we de watervoorraad niet aangevuld hadden. Dan maar even met een lege jerrycan naar het dorpje Liausson gefietst. Hoewel, van de warmte en de hoogte krijg je zoveel dorst....
Een lange warme avond aan het meer met een boek en een door de zon opgeladen lamp maken het verblijf heerlijk. In de avond staren we nog naar de sterren, zien het sterrenstelsel om de noorpoolster heendraaien, waarbij de grote beer uiteraard steeds een duidelijk richtpunt is. Overigens is er dit keer niet - zoals gebruikelijk in Frankrijk - een gigantische hoeveelheid te ontdekken omdat de bijna volle maan aan de hemel staat. De volgende dag breken we op, verzorgen de camper en de voorraden en zoeken verbinding met internet.

Richting Spanje
Alles verzorgen, water, afval, diesel, boodschappen, kost bij elkaar altijd wat tijd. Mensen die het camperleven niet kennen vragen altijd: hoe doen jullie je boodschappen. Nou gewoon, als we onderweg zijn en dat zijn we vaak. Er is altijd zoveel aan boord dat we rustig kunnen blijven staan zonder boodschappen, maar af en toe moet je de voorraden aanvullen.
We kiezen opnieuw voor een stuk autobaan, richting Spaanse grens. Onder Perpignan verlaten we de autobaan om langs de kust te rijden en in Collioure te gaan kijken, een Catalaans vissersdorpje gekenmerkt door de mooie gekleurde gevels. Doordat de schilder Henri Matisse zich tot de felle kleuren aangetrokken voelde zette hij de toon voor een andere kant van het dorp. Zo ontwikkelde het zich tot een authentiek kunsternaarsdorpje, met zijn vele ateliers. Een grote burcht aan de havenkant domineert het plaatsje en vormt zelf een deel van de kademuur.




Boven links en midden de haven van Collioure. Rechts een uitstalling van kunstwerken. Hiernaast links enkele bootjes in het haventje en rechts een aantal gekleurde geveltjes.
Alle foto's zijn overigens aanklikbaar voor een vergroting, maar nog altijd veel kleiner dan het oorspronkelijke formaat.


We lopen weer eens tegen de toenemende camperonvriendelijkheid op. Gewoon even de camper parkeren om een dorpje te bezichtigen valt vaak niet mee. We worden hier in Collioure gedirigeerd naar een plek die zeker 4 km buiten en vooral boven dit plaatsje ligt, waar we dan voor €4,- zes uur zouden kunnen staan en maar zien moeten hoe we in het dorp komen. Handig als je wilt overnachten, maar niet voor een kort bezoek. Op veel plekken staan dan nog de dwarsbomen (klinkt beter dan slagbomen) die een P-plek versperren. Uiteindelijk vinden we zowaar midden in het dorp een goed bereikbare plaats (van bovenaf zagen we die), groot genoeg, op het parkeerterrein bij het station. Ik verbaas me dat ik de enige camper daar ben. Parkeren is zelfs toegestaan, want verboden tussen 22 en 8u. Hiervandaan kunnen we op ons gemak het dorpje bekijken. het is de moeite waard dit dorpje aan te doen en zijn vele kleurige facetten in ogenschouw te nemen.
Wanneer we verderop in Port Vendres een camperplek zoeken voor de nacht komen we ook alleen weer van die ommuurde P-plekken tegen, waar je hutje-mutje naast elkaar moet staan. Ons niet gezien. Even voorbij het dorp vinden we tenslotte op een parkeerterrein bij een park een prachtplek voor de nacht. Niemand die ons wat doet en alle tijd om de foto's te bekijken, het verslag te schrijven, muziek te luisteren en een boek te lezen. Met een heerlijke douche vlak voor de nacht is het goed toeven, ver van de bewoonde wereld.
Inmiddels zijn we dus exact een week onderweg en is een vierde deel van de reis voorbij. Jawel, onderweg raken we regelmatig in gesprek met mensen die maanden onderweg zijn. Voor velen is het leven anders ingedeeld en genieten zij van een vroege VUT of wat dan ook. Met 63 zit er dat voor mij nog niet in, maar in gezondheid te mogen werken is een groot goed en een gave van onze God, wat we juist in deze vakantie weer mogen opmerken.
Top - Volgende pagina