WEEK
DRIE
TOLEDO
Een
historische plek deze stad, voornaamste trekpleister van Castillië-la
Mancha, zoals
de streek heet. Het historische centrum ligt schitterend gelegen op een
heuvel, aan de voet waarvan de Rio Tajo (de Taag) kronkelt. De Romeinen
bouwden er al een fort, op de plek waar nu het beroemde Alcazar (een soort
kasteel) ligt. In de Middeleeuwen was het een smeltkroes van christelijke,
islamitische en joodse culturen, waarvan de sporen nu nog terug te vinden
zijn.
Een prachtige kathedraal is daar in die tijd gebouwd. De heuvel waarop
het Alcazar gebouwd is, is een wirwar van steegjes en straatjes, waarin
je je telkens verwondert dat het nog mogelijk is dat er verkeer doorheen
kan. Bijn onmogelijk op die steile en nauw straatjes, waarbij men soms
drie keer steken moet om de hoek om te kunnen, maar het gebeurt.
Hoe machtig het Alcazar ook uittroont boven de heuvel en van veraf domineert,
het gebouw is helaas op dit moment niet toegankelijk. Wanneer je ervoor
staat of erom heen loopt kijk je tegen loodrechte muren op, lijnrecht
van stijl, sober en rechthoekig met een ontoegankelijke binnenplaats.
Gebouwd is het als versterkt paleis van Karel V. In de burgeroorlog van
1936/37 is het bijna volledig verwoest, maar wel in oude stijl gerestaureerd.
De kathedraal van Toledo is een van de weinige kathedralen waar je alleen
tegen betaling binnen mag komen. Drie eeuwen is daaraan gebouwd, vandaar
de verschillende bouwstijlen met gothiek en de bekende mudéjarstijl.
Veel van de cultuur in Toledo werd en wordt bepaald door de invloed van
'een Griek' die hier ooit kwam om een altaarstuk te schilderen, maar zo
door de schoonheid van Toledo getroffen werd dat hij er bleef en veel
andere zaken schilderde. Niet voor niets kom je de naam El Greco, de Griek,
dan ook regelmatig tegen. Zo ook de camping. Simon Vestdijk schreef ooit
in een van zijn boeken (Het vijfde zegel) over hem. In deze historische
roman is El Greco de hoofdpersoon.
We dwalen door de straatjes , waar mensen dicht opeen wonen. Leuke winkeltjes
wisselen zich af met donkere steegjes. Een misdaadroman zou je ter plekke
kunnen verzinnen. Wat zal zich dan in die Middeleeuwen hier allemaal afgespeeld
hebben, vraag je je wel eens af.
ZILVERGLANZEND
In ieder geval hebben we het prachtig getroffen, het weer opgeklaard en
de hitte niet te groot. De hele avond zitten we nog buiten te genieten
en moeten vanwege de tijd naar binnen. De volgende morgen begint opnieuw
met buien. We gaan Toledo weer verlaten en zoeken de weg naar Plasencia.
De plaats heeft nog oude Romeinse muren, herinnerend
aan het verleden als militair bastion. We dwalen wat door het stadje,
bezien het imposante orgel in een van de kerken en zitten even later op
een terrasje op het plaza mayor.
Dan gaan we op zoek naar het plekje aan het stuwmeer waar we drie jaar
geleden ook enkele nachten stonden. En jawel, zonder al te veel moeite
rijden we er direct op af. Het is nog net als vroeger. Localen hebben
er een dagjesplek en wij blijven - samen met een andere camper - er de
nacht staan.
In een schitterend schouwspel gaat die avon de zon weer onder. Uiterst
traag wordt het donker, alsof de dag zichzelf niet kwijt wil. Kikkers
kwaken hun eigen lied, het meer blijft zilverglanzend aan onze voeten
liggen en daarboven laat de sterrenhemel steeds meer van haar geheimen
zien. Juist die sterrenpracht imponeert. Vroeger kende ik veel van de
sterren en sterrensamenstellingen bij name, die hobby heb ik al lang opgegeven
dus is dat alles behoorlijk weggezakt, maar altijd herken ik nog allerlei
constellaties. En juist hier in de duisternis ontdek je de waas van sterren
achter de zichtbare sterren. Prachtig.
Abraham moest ooit eens de sterren tellen om te zien hoe groot zijn nageslacht
zou worden. Hij kon het uiteraard niet en kon zeker niet beseffen hoe
groot het volk der Joden ooit worden zou. In zijn ongeloof vond hij het
nodig - via zijn "bijvrouw" - God een handje te helpen om te
zorgen dat er toch maar nageslacht kwam. Want stel je voor, Sara werd
al oud en er kwam maar niks van terecht. Dan maar een kind van Hagar,
de "bijvrouw". Inderdaad, er komt niets van terecht waar de
mens meent God te moeten helpen. Want uit de beide nageslachten van Sara
en Hagar kwam alleen maar narigheid voort die tot op de dag van vandaag
duurt. Dat had werkelijk niet nodig geweest, gezien het aantal sterren.
Zo zitten we nog lange tijd te genieten. En te mijmeren.
We blijven drie nachten aan dit meer staan. Vooral op de maandag is er
nauwelijks iemand en staan we helemaal alleen. Zo makkelijk wanneer je
zelf-supporting bent. Water genoeg meegenomen, zowel om direct te drinken
als voor gewoon gebruik. We warmen water in een zak op om de vaat te doen
en hoeven de douche niet te gebruiken, want het meer is 's avonds nog
warm genoeg. Met de zonnecellen produceren we verder onze eigen energie,
led-lampjes die door de zon worden opgeladen geven urenlang leesplezier
in het donker. Kortom, we zijn van niemand afhankelijk, zitten, lezen,
zwemmen en drinken vooral veel (gewoon water dan).
37 Graden en sneeuw
Wanneer de duisterenis bijna gevallen is en je nog genoeg kunt onderscheiden,
wassen we onszelf in het meer om fris de slaap te beginnen. Een heerlijk
gevoel. We lezen veel, zwemmen en wandelen wat in de omgeving. Een paar
dagen echt rust. 's Morgens maken de geiten ons wakker. Vooral die maandag
is uitzonderlijk heet. In de camper werd het meer dan 40 graden, buiten
was het 37. In zulke temperaturen moet je van de koelkast en zeker het
vriesvak niet teveel meer verwachten (achteraf bleek wel dat de draad
van de thermostaat los zat!). De ijsblokjes redden het niet meer. Maar
goed dat we dinsdagmorgen
de bergen intrekken. We rijden via Béjar, maar in die stad is niets
te beleven. Ons doel is de Sierra de Gredos, een middelgebergte ten westen
van Madrid. In El Barco del Avilla houden we een stop. Het blijkt een
verrassend leuk dorpje, een oud kasteel, een oude brug, een winkelstraat
nog in authentieke toestand, met gezellige, rommelige winkeltjes. We kopen
brood, zetten koffie en drinken die aan de rivier. Aan te bevelen voor
wie onderweg is door deze streek . We vervolgen de weg die aan de noordkant
van de Sierra loopt en nemen bij Hoyos del Espino de weg de bergen in.
Deze eindigt op een grote parkeerplaats - goed voor de nacht - op 1795
mtr hoogte. Vandaar
ondernemen we een heerlijke bergwandeling. Bergschoenen aan, rugzak op,
proviand aan boord en lopen maar. Voorlopig alleen maar stijgen, op weg
naar Laguna Grande de Gredos. Omdat we pas tegen 15.30u gaan lopen zullen
we dat meer (tweeeneenhalf uur lopen) niet meer halen. Maar op het moment
dat we na twee uur het meer diep onder ons zien liggen vinden we het ook
goed. We zijn dan wel zo'n 400 mtr gestegen. Een prachtige tocht. Na elke
bereikte hoogte nieuwe vergezichten, nieuwe bergkammen. We lopen tussen
prachtige bremstruiken door die een weldadige reuk verspreiden. We passeren
watertjes en nietige stroompjes, die straks onderin allemaal samen een
nieuwe rivier gaan vormen. En we drinken uit helder bronwater, direct
uit de bergen. Verrassend koel na het water in de camper dat nauwelijks
nog af te koelen is.
Het is net als in de alpenwereld. De wandelwegen zijn wel anders aangelegd,
met veel stenen, dat maakt het lopen ongelijk en vooral terug naar beneden
erg pittig. Ineens zitten we ter hoogte van sneeuw, nog overgebleven van
de winter. Wat een verschil. Gisteren nog 37 graden mee te maken en nu
sneeuw te zien! We komen oog in oog te staan met steenbokken, weliswaar zijn
ze in zekere mate tam geworden doordat er in dit gebied veel zitten en
ook veel mensen wandelen, maar toch, geweldig!
We blijven die nacht op deze plek staan, hoewel er later een groep jongeren
van een kamp naar beneden komt die in een soort wachthok met elkaar blijven
slapen. Dat is nogal luidruchtig, maar als we wat verderop gaan staan
hebben we een goeie plek. Zo langzamerhand gaan we nu wel richting Noorden.
We nemen de weg naar Avilla.
We bezochten deze stad al twee keer eerder, dus volstaan we nu met een
blik op de muren. Overigens valt de stad binnen de muren erg tegen. We
trekken naar Valladolid, al vaak omheen gereden of op borden gezien, maar
nog nooit bezocht. Wel een paar mooie gebouwen te vinden, maar verder
geen noemenswaardige historie.
Plaza
Mayor in Valladolid Putdeksels
geven geheimen prijs Foto
Avilla, genomen in 2007
We
zetten nog even door naar het noorden en komen bij Aguillar del Campadoo
weer in het gebergte terecht. Bij het stuwmeer daar is een recreatieve
plek, daar brengen we de nacht door. Nog een klein busje neemt er plaats.
Een heerlijke rustige nacht met uitzicht over het water, wanneer we nog
laat buiten zitten. Binnen is het nog veel te heet, de ijsblokjes zijn
opnieuw gesmolten. De zon gaat op geweldige wijze onder.
Bloemen in de wei
De volgende morgen rijden we naar Reinosa. We zien eerst nog dat er in
Aquilar een prachtige camperserviceplek is, waar vuil en schoon verwerkt
kan worden. En gratis. We verlaten de snelweg bij afslag 126 om binnendoor
verder te gaan richting Reinosa, via Cervatos. Daar staat een kerk met
erotisch beeldhouwwerk op de voorgevel, destijds (12e eeuw) aangebracht
om de dorpelingen te waarschuwen voor vleselijke lusten. Je moet wel een
hoop fantasie gebruiken, maar kennelijk zijn de dingen van toen en nu
niet anders.
We
rijden bij Reinosa het zijdal in op weg naar Alto Campoo. Zeker doen wanneer
u in de buurt bent. In de winter ligt er achter in het dal (25 km) een
compleet wintersportgebied. Het geheel ligt bij de "Pico de Tres
Mares" (Top van de drie zeeën), omdat vanaf deze berg drie rivieren
ontspringen die naar de drie verschillende zeeën vloeien (Middel.
zee, Atlant. Oceaan en Golf van Biskaje). O.a. ontspringt in dit gebied
de Ebro, een van de langste rivieren van Spanje.
Wanneer u aan het eind van de weg gekomen bent - (een prachtige camperplek
overigens, zonder voorzieningen, maar goed om te overnachten) - krijgt
u verrassende uitzichten te verwerken. Vanuit de meseta, de hoogvlakte,
bent u hier aangekomen, maar zodra u boven bent kijkt u aan de andere
zijde een grandioze diepte in. Adembenemende uitzichten op bergkammen
en bergweides, met koeien en paarden die rustig rond u heen grazen. Het
dal waar we uitkomen is enigszins heiïg door de hitte, maar het dal
waar we inkijken is glashelder. Een laag wolkendek vult de dalen en van
bovenaf kijken we erop neer, als op een witte deken, waar hier en daar
een bergtop doorheen steekt.
Te voet is de weg verder naar de top te nemen. Beslist doen! Bovenop kijkt
u inderdaad vrijuit naar alle zijden. De wereld aan je voeten. Dit zijn
momenten van het beleven van de schepping, van stil en klein worden. Zoals
je rond kunt kijken en in gedachten naar verre oorden staart zo kijk je
a.h.w. even rond in je eigen leven, waar gaat het heen, wat ligt aan de
einder?
En vergeet niet ook weer even naar beneden te kijken, de kleine bloempjes
in de wei, de gedetailleerdheid en fijne structuren. Vergroot de rechterfoto
maar eens door erop te klikken en let op de drie kleine beestjes die ongemerkt
mee zijn gefotografeerd! Schitterend!
Zoals sommigen beweren: allemaal uit een oerknal ontstaan, door toevalligheden
en selecties die alleen maar degenererend kunnen werken. Ja, ik las in
deze vakantie ook nog een boek, over de twijfelachtigheid van de complete
evolutietheorie. Daar zijn wetenschappelijk heel wat vragen bij te stellen.
Maar dat mag je soms niet hardop doen. Net als - rare vergelijking vindt
u misschien - de islamitische wetenschappers die kritische vragen willen
stellen bij het ontstaan van de koran. Ze durven veelal niet onder hun
eigen naam te publiceren . Uiteraard hoort dit niet in een vakantieverslag.
Maar ik dwaal wel eens af.
|