Overig
|
Registratie We verlaten de koningsstad Fes. Een zeer grote stad, met vier miljoen inwoners. We komen in het Rifgebergte terecht. Totaal anders dan voorheen. Veel meer begroeiïng en landerijen. Het rotsachtige, kale en lege van de Atlas heeft plaatsgemaakt voor een gebergte dat bebouwd en bewoond wordt. We rijden door een breed dal richting Taza. Ten zuiden van deze grote stad ligt een klein gehucht Bab Bouldir. De weg erheen - vanaf de doorgaande weg - is 33km lang. Maar wat voor weg! Slecht, smal, steil, zeer bochtig. Er kwam geen eind aan. De gemiddelde snelheid is dan ook erg laag. Maar als we uiteindelijk in Bab Bouldir aankomen en we even stilstaan om op de app te zien waar we kunnen staan, staat er gelijk iemand aan het raam. Hij wijst de weg en zo komen we op de plek te staan waarvan een ander schreef dat het daar niet meer kon. Kennelijk wel. Of? Als we een poosje staan komen er weer twee mannen aan, een agent en een imam zoals later blijkt. We kunnen hier niet blijven staan want dat is te gevaarlijk. Hoezo? Dieven! Maar even verderop bij een hotel mogen we wel staan. OK. Maar of ze ook even het paspoort mogen zien. Nou ben ik dat inmiddels gewend. Op elke plek waar je komt - dus ook hier - wordt je geregistreerd. Je paspoort wordt gefotografeerd (ik dek dan steeds het BSN-nummer af, waarop een keer gezegd werd: daar heb ik nog nooit van gehoord dat je dat niet mag doorgeven), inclusief een foto van je toelatingsnummer in Marokko (stempel in paspoort). En de vragen worden gesteld waar we vandaan komen en waar we heengaan. Elke keer, zelfs in het zo afgelegen gehucht uit het volgende verhaal. Bijzondere ontmoetingen We vertrekken uit Bab Bouldir in de hoop dat de weg terug naar de hoofdweg door het dal beter is. De meer dan dertig kilometer smalle en bochtige weg omhoog was niet bepaald voor herhaling vatbaar. Het lijkt gelijk al tegen te vallen. Men is de weg aan het verbreden. gedurende de eerste tien kilometer grid en kapotte wegen, korte omleidingen en een hoop troep op de weg. Maar daarna gaat het beter en rijden we door naar Taza. De regen is weer begonnen en het komt met grote bakken uit de lucht. Modderstromen doorkruisen de straten, we zien auto's die letterlijk door het water niet meer verder kunnen rijden. De camper houdt het vol. We drinken er koffie en doen er bdschp, daarna zoeken we de vierbaansweg die dwars door het Rifgebergte gaat richting de kust, richting Al Hoceima. Een heerlijke rustige weg, met een totaal ander gebergte dan de Atlas. Na een vijftig kilometer komt er een leuk stadje in zicht waar we besluiten even te pauzeren.We zien een ruime plek waar we rustig kunnen staan om wat brood klaar te maken. We zien een dichte poort en zowel links als rechts twee stalletjes waar kennelijk snoepgoed ligt opgestapeld. Even later komen er kinderen aan die zich voor de poort verzamelen. Al gauw wordt het duidelijk dat we bij een school staan. Massa's kinderen komen er van alle kanten (later hoor ik dat er zestien groepen zijn, van 6-12 jaar). We zien leerkrachten binnenkomen en een portier mag nu de kinderen binnenlaten die zich netjes in rijen opstellen. Meisjes links, jongens rechts. Het is net twee uur. Was de middagpauze zo lang of begint de school net? Ook na het opstellen en naar binnen gaan komen er nog steeds kinderen. Maar ook jongeren, waarvan de meesten doorlopen naar een school verderop. Ik ga ook het schoolplein op, krijg gelijk handen geschud en uitgelegd hoe e.e.a. zit. Die andere school is het voortgezet onderwijs. Maar niet alle jongeren gaan daarheen, rondom de camper blijven heel veel jongeren hangen. Ze trekken steeds de aandacht. Alsof we heel bijzonder zijn. Als ik een poosje later met de camera naar buiten ga om een standbeeld te fotograferen (De tekst op de sokkel is Arbisch en Berbers) beginnen ze tegen me te kletsen. Er onstaan hele gesprekken, met handen en voeten of in het Frans, soms wat Engels, maar het meeste is Arabisch. Dat versta ik niet. Als ik door wil lopen volgen ze me. Een hele groep vraagt of ik een foto wil nemen. Die wordt even later via de telefoons uitgewisseld. Een stel meiden op een bankje wil ik ook fotograferen, maar nee, dat willen ze niet, de handen gaan voor het gezicht. Andere meisjes komen er juist bij, ze gaan model staan en willen ook een foto die ik naar iemand toestuur (opmerkelijk: er hadden er heel weinig een smartphone!). Ze poseren gewillig en het wordt alsmaar gezelliger. Dan komt er een man die zich ook in het gesprek mengt. Maar ik ga met de jongeren verder. De groep is aangegroeid tot wel 30 jongeren. Kennelijk hoeven ze nog niet naar school. Als ik later wil vertrekken komt de man terug met iemand die me in perfect NL aanspreekt. Hij heeft 50 jaar bij La Place gewerkt en in Den Haag gewoond. Logisch dus. Hij heeft nu vlakbij een café dat La Place heet en of we asjeblieft meegaan om even koffie te drinken. Zo gezegd, zo gedaan. Hele verhalen. We zitten met z'n vieren, krijgen nog cupcakes en kletsen een tijdje. Als ik uiteindelijk alles wil betalen dan wordt me dat subiet geweigerd. Altijd vriendelijke mensen. Wat een ontmoetingen. Omdat het inmiddels al vier uur is gaan we naar een zijdal waar - volgens de app "Park4night" - een plek is bij een hotel. De enige plek om te overnachten in deze omgeving. Die zoeken we op. We komen terecht in een piepklein dorpje, parkeren en krijgen gelijk aanwijzingen hoe we moeten staan. Al gauw komen mensen weer even kennis maken. Ik slenter later het dorpje nog even door, nog 100 meter en dan loopt het dood, en kun je alleen nog via trappen naar beneden door allerlei souks heen lopen. Ik zag verschillende restaurantjes, heel primitief. In één daarvan gaan we eten. Een echte Marokkaanse keuken. Een menukaart is er uiteraard niet. Ik loop mee naar de stang waaraan het vlees opgehangen is en wijs aan wat ik wil. Hij wijst ook naar een tagine en ik zeg dat we die ook willen. Met het vlees. Nog voor er iets op onze tafel staat krijgen we al vanaf een andere tafel brood, wat vlees en thee aangereikt. Alleen Arabisch is met hen de voertaal, maar met 'sjokran' (dank u wel) kom je ook al een eind. Dan wordt er snel een Tagine gebracht. Wat snel, maar daarin zit echter alleen aardappel met wat groente en ergens verborgen nog een mergpijpje met miniem vlees. We denken dat dat het is. Het zij zo. Maar een poos later komt er nog een grote schaal met vlees waar je u tegen zegt. En een mand met brood voor een hele week. Dat krijgen we nooit meer op. Inmiddels is het ook hier (het was nog helemaal droog) verschrikkelijk gaan regenen, sommigen zoeken op het overdekt terras een onderdak. Een heel hongerig uitziend iemand vraagt met handgebaren of we nog wat te eten hebben. Ik laat de schaal met overgebleven vlees brengen en met dankbare handgebaren op hart en mond gaat hij er van smikkelen. Ik breng het overtollige brood -je krijgt zoveel! - ook nog. Nog meer dankbaarheid. Op de late avond komt voor de zoveelste keer iemand bij de camper. De politie. Dit keer om te vragen waar we de volgende dag heengaan. Even later komt hij terug. Hoe laat en langs welke weg. Je wordt wel heel erg in de gaten gehouden! Hasjdealers Het is inmiddels zaterdagmiddag. We houden een pauze. Ik ben een eindje langs de weg gelopen.We zitten nog steeds op 1500 mtr hoogte. Ik ga op de vangrail zitten en kijk over het diepe dal uit. Her en der verspreid liggen de typisch Marokkaanse huizen. Er kakelt een kip, en nog een. De geiten mekkeren in de verte, een ezel balkt, een vrouw loopt uit haar huisje en gooit wat afval de diepte in. En verder is het doodstil. Af en toe rijdt een auto langs, of een knetterende brommer. Meer niet. Een volmaakt Marokkaans gebeuren. Mijn ogen speuren de helling af. Elders is een man of vrouw op het land bezig. Daar sjokt een vrouw met een volbeladen ezel langs een smal weggetje omhoog. Op weg naar huis met wat stookgoed. Of kruiden om eten te maken. De zon schijnt heerlijk, zo hoog in de bergen is het altijd wat koeler. Dat "zo hoog in de bergen" hebben we al een hele tijd. De laatste drie dagen is eigenlijk een rit van Taza naar Al Hoceima aan de kust. Die weg, waarop we die kinderen bij school tegenkwamen. Maar we zijn dus van de weg afgeweken en rijden al een paar dagen wegen waar kennelijk nauwelijks toeristen komen. Al drie dagen ook geen andere toeristen meer gezien (voor wie het exact wil weten: Vanaf Aknoul weg R510, Tahar Souk, dan R509 naar Ketama en N2 via Tarquist naar Al Hoceima). Het dal met de verschillende vergezichten. Steeds nieuw! Ook een stuwmeer, redelijk gevuld, niet op de kaart. In het ene dal, waar we ik in de vorige alinea over schreef, met dat vele eten, ging het bergop bergaf. Een weg die in totaal 159 km lang was maar waar we vele uren over deden. Toen kwamen we in een ander dal, waar de weg aanvankelijk omhoog ging, tot we boven op de bergkam reden en zowel links als rechts de diepte inkeken. Wat een schitterend landschap en wat een uitzichten. We hebben de tijd, dus het is niet erg als het langzaam gaat. We rijden door heel authentieke Marokkaanse dorpjes. Ik weet nu al dat we nog een stop moeten maken. Als ik even op de apss check waar goede overnachtingsplaatsen zijn zie ik dat er in dit gebied maar één is, in Ketama. OK, daarop aan dus. Ik word even later ingehaald door een auto. Zoals vaker. Mssr deze remt gelijk af, het raam gaat open en hij begint te zwaaien met iets wat op een pakje Melba Toast lijkt. Dat lijkt me geen zuivere koffie. Wat wil die me aanbieden? Voor een toastje ga ik niet stoppen. Hij probeert het heel lang. Als we ergens een fotostop maken (als hij weg lijkt) keert hij even later weer terug en rijdt ons tegemoet. Weer die lichten en die toastjes. Later kijk ik nog eens waar we in Ketama precies kunnen staan. Ik lees alle recensies en schrik: het is geen veilige stad, velen zijn benaderd door hasjdealers (aha, de toastjes!) en alleen bij een hotel kun je veilig achter de poort staan. Dus daarheen, ons gemeld en jawel, allervriendelijkst worden we ontvangen, de poort wordt geopend en we vinden nog net een plekje op een klein terrein wat meer lijkt op een autokerkhof. Overal muren om ons heen, de poort knarst en het hek gaat op slot. Daar staan we om half vier in de middag. Opgesloten. We kunnen wel via een donkere trap in het hotel komen en gaan zo toch even lopend het stadje in. Maar het lijkt alsof we daar alleen maar potentiële hasjhandelaren zien lopen, het voelt erg luguber aan. Jonge mannen proberen ons aan te spreken, maar we gaan maar gauw weer terug en blijven in de camper. Zonder uitzicht. Met stromende regen. De volgende morgen, nog voor we eten en koffie drinken, rij ik eerst zo gauw mogelijk weg uit deze streek. Als we later de omgeving op ons laten inwerken is alles weer gauw vergeten. De natuur blijft supermooi, de dorpen afwisselend. Steeds lijkt het alsof men nooit buitenlanders ziet, overal wordt gezwaaid, een duim opgestoken en een groet gebracht. Dan weer hoor je roepen, dan rennen kinderen met gevaar voor eigen leven op onze camper af en ergens stilstaan moeten we doen op een plek waar weinig of geen mensen zijn. Zo dalen we af naar de zeekant. We bereiken Al Hoceima, zien in de diepte de zee, dalen verder af, schitterende baaien komen op dichterbij. Ontspannen drinken we wat op een terrasje, direct aan het strand waar veel jongens in het water bezig zijn. Enkele vrouwen zitten degelijk aangekleed op het strand, eentje zelfs nog met een extra mondkapje, de laatste angst voor corona. We rijden nog wat rond in deze stad, komen bij een drukke haven, waar ook op de zaterdag nog van alles loos is. Zomaar even tussen de nettenboetende vissers rondlopen, dat voelt vertrouwd (als je zelf in een vissersplaats hebt gewoond!). De meeuwen ruzieën om een weggeworpen bot. Laat in de middag vertrekken we naar een camping even buiten Al Hoceima. Daar komen we op een plek waar we heel direct aan zee staan, met een schitterend uitzicht. De vissersscheepjes varen uit op het stille blauwe water van de Middelandse zee. We eten met uitzicht over het water, met de laatste stralen van de zon in het gezicht. Alleen het laatste stuk weg was uiterst beroerd, alleen maar keien, kuilen en krappe bochten. Met moeite komen we boven. Eerst maar een paar nachten uitrusten. Hoewel, die zondag begint het weer te regenen. Dat gaat wat worden. We wachten af. De eigenaar van de camping zegt al: nu twee nachten, als het morgen niet lukt derde nacht gratis. Wat een vooruitzicht. De blauwe stad We konden gelukkig goed wegkomen en vervolgen de reis langs de kust. Een weg waar je de tijd voor moet nemen. Heel imposant, met veel stijgingen en dalingen. De weg oogt goed, zoals op veel plekken. Je kunt merken dat het er veel aan gelegen is om de infrastructuur in orde te maken. Als je met Marokkanen praat, merk je dat ze allemaal veel liefde voor de koning hebben en dat hij degene is die er de nadruk op legt dat de Marokkanen allemaal delen kunnen in de welvaart. Hier in het Noorden is het veel welvarender dan in het zuiden. Maar wat bijv. opvalt is dat je in heel armoedige dorpen plotseling een heel gekleurd gebouw tegenkomen: de school. Onderwijs is één van de pijlers van die goede structuur voor de toekomst. Tot in de verste uithoeken een gekleurd schooltje. Naast het wegennetwerk is ook het electriciteitsnetwerk dekkend voor heel het land. Plus het telefoonnetwerk. Zelfs in afgelegen gebieden kwamen we op toppen van bergen c.q. heuvels antennes tegen en nooit hadden we geen bereik. We zijn ook spoorlijnen tegengekomen, maar merkwaardiger wijze hebben we nooit een trein zien rijden. Voor het overige wordt er hard gewerkt aan viaducten, wegen, waterafvoer, etc. Anderzijds blijft het vervoer vaak heel primitief. Duizenden ezeltjes zijn we tegengekomen, evenals de al eerder genoemde brommers, in alle soorten en maten. En wat te denken van de taxi's? Elke stad zijn eigen kleur. Blauw, rood, geel, oranje, vaak met wit gecombineerd. Honderden rijden er rond en voor een klein bedrag brengen ze je ergens. Onderweg soms nog iemand meenemend. Dan zijn er de handkarren. Vooral handig in de smalle straten van de souks. Al roepend banen ze zich snel een weg door de overvolle nauwe straatjes. Veel van deze karren zijn ook nog genotoriseerd. We zijn ze in alle soorten en maten tegengekomen. Al met al een land met grote tegenstellingen, vooral tussen arm en rijk. Maar hoe arm ze ook zijn, een mobieltje hebben ze allemaal. We zien die tegenstellingen ook op deze schitterende kustweg weer. Elke keer duikt er een vissersdorpje op, waar allerlei bedrijvigheid heerst. Zoals we op de foto rechts zien vind je bovendien overal (niet alleen in deze vissersdorpjes) kleine stalletjes, waar ter plekke iets gekookt wordt en waar Marokkanen makkelijk iets kopen om te eten. Opvallend is dat er langs deze kust geen zandstranden zijn, of de bergen lopen over in de zee, of er is een strand met rotsen en kiezels, hooguit iets wat op zwart zand lijkt. Onze bestemming nu is echter niet de kust, maar de zogenaamde blauwe stad ChefChaouen. Vanaf de camping boven het stadje lopen we de trappen af tot in het stadje. Een steile afdaling van een kwartier. Dan zien we met eigen ogen waarom het de blauwe stad genoemd wordt. Alles doet de naam van de stad eer aan. Schitterende tafereeltjes, die nog mooier zouden zijn als het niet regende. Niettemin krijgen we wat mee van het stadje. Zie de fotocollage hieronder. Aan het eind nemen we een taxi terug naar de camping. Kosten: 15 Dirham, net geen 1,50. Enkele beelden uit de medina van CHefchaouen. Onder zoals vaak een kasbah. Rechtsonder: straatverkoop van groente, kruiden e.d. Dat kom je overal tegen. Het einde van onze lange reis door Marokko nadert. Niet voor te stellen dat de eerste zes weken hier warm en heet waren, tot zeer heet in de woestijn, en dat sinds afgelopen donderdag (het is nu dinsdag 23 mei 2023) hier in het Noorden de eerste regen viel, het weer totaal anders is. Zeer wisselvallig, temperaturen rond de 20 en af en toe zware stortbuien. Ook voor de mensen hier ongewoon. Maar gelet op de droogte in het land erg welkom. Marokkaanse Nederlanders Wat ons hier ook opvalt is het grote aantal Marokkanen dat redelijk tot goed NL spreekt. Nee, niet alleen de stalletjeshouders die je toeroepen: Kijken, kijken, niet kopen. Of 'allemachtig tachtig' uitroepen, maar heel wat Marokkanen kwamen spontaan op ons af, begonnen een gesprek en bleken soms heel lang in NL gewerkt te hebben. Sommigen waren er als kind gekomen of zelfs in NL geboren en wonen nu weer in Marokko. Uiteraard met een volledig AOW, dus een zeer goed inkomen hier. Het waren altijd mooie ontmoetingen en gesprekken. Onderweg hoorde je soms ook zomaar vanaf de straat of uit een auto iemand iets in het NL roepen. Vast in NL gewerkt, zeiden we dan tegen elkaar. Nog één stadje bezoeken we, Tetouan. Ook dit blijkt weer een pareltje. We parkeren bij de begraafplaats. Een immense plek, met een straat er dwarsdoorheen. Opnieuw komt iemand om het parkeergeld (20 MAD) te innen. Hij zal goed voor de camper (en andere campers zorgen). Waar je ook kijkt, overal zijn graven achter de muren en hekken. Vaak waren die begraafplaatsen zo sober mogelijk, maar hier wordt er meer werk van gemaakt en zijn veel mensen bezig of zitten op een grafsteen stil voor zich uit te kijken. We gaan de poort door, de shouk in. Een hele lange weg, wel een kilometer lang. In het begin allerlei werkplaatsen. Allerlei oude ambachten worden hier beoefend. We hebben het al vaker gezien: Marokkanen zijn heel goed in het handmatig maken van allerlei houten zaken: meubels, deuren, ramen, luiken, noem maar op. Echt vakwerk. Soms moet je door de rommel heenkijken, maar dan zie je mooie stukjes vakwerk staan. Even verderop komen de gebruikelijke stalletjes. Alleen dit keer niet zo op de toerist gericht. Alle denkbare spullen kom je tegen, apparaten, onderdelen, de kleinste dingen, kabels, oude laptops en vooral veel telefoons, maar ook kleding, schoenen en textiel. Bekijk de foto's hieronder maar eens goed. Links een van de vele toegangspoorten naar de Medina. Daaronder een werkplaats, nou ja, de opslag De zijstraatjes zijn weer van een heel ander kaliber. Mooi en schilderachtig. Aan het eind loopt het nog bijna mis als ik een foto maak van een bepaald groepje. Een vrouw komt schreeuwend achter me aan, menend dat ik een close-up maakte. Een ander kijkt me verbaasd aan en haalt de schouders op, waar maakt ze zich druk om. De bewuste foto was nog niet eens goed gelukt, dus staat hier niet. Als we door de poort weer buiten de medina komen is het ook daar genieten. De stadsmuur sluit de oude kern goed af. Verder genieten we van de mensen, de winkeltjes, de kleding (vooral de hoofddeksels zijn hier totaal anders dan in het zuiden). Ook zijn er de bedelaars, zoals overal. Je ziet hier dan ook de Spaanse invloed. In 1913 werd het namelijk de hoofdstad van het Spaanse gedeelte van Marokko en bleef dit tot Marokko in 1956 onafhankelijk werd. Men spreekt hier ook grotendeels Spaans en kent amper Frans. We zitten een tijd op een bankje in de lekkere zon en zien alles om ons heen. Tenslotte lopen we naar het hart van de stad. Daar bevindt zich het koninklijke paleis. Nu moet gezegd worden dat de koning in bijna elke stad een paleis heeft en in de meesten nauwelijks komt. Maar uiteraard kom je er niet binnen. En het fotograferen ervan werd dit keer toegestaan. We zitten op een terrasje om wat te drinken. Even later komen twee mensen vlak naast ons zitten. De ene is een gids die vele talen spreekt en mensen door heel Marokko rondleidt, de ander een rijke Amerikaanse toerist die een hoge functie had bij Microsoft en het zich veroorloven kan met een privégids door het land te trekken. Er ontstaan hele leuke gesprekken. De Amerikaan, Joël, is erg nieuwsgierig en we zitten allebei op onze praatstoel. De gids vertelt veel over de stad en de streek. Heel interessant weer! Afsluiting Onze reis nadert het einde, althans in Marokko. We trekken nog langs de kust tussen Tetouan en Ceuta (de Spaanse enclave die van de bezetting is overgebleven). Deze kust behoort tot de mooiste van Marokko en groots is dan ook de toeristeninvloed hier. Je waant je ineens niet meer in Marokko. We genieten echter wel een tijd van zon en zee. We besluiten de haven te gaan opzoeken en te informeren wanneer we morgen kunnen overvaren. Als we na een spannende tocht verder langs de kust, tot bijna in Ceuta, en door de bergen tot in Tanger Med zijn gekomen beweert de receptionist dat de boten morgen (vrijdag) vol zijn, maar er vanavond nog plaats is. De boot zou om half zeven varen (het is kwart voor zes). Hij maakt voor ons de papieren in orde, gaat mee naar het douanekantoor (ach geef deze man nog wat Dirhams - die ik niet meer heb - of 10 Euro!, maar ik weiger, al genoeg extra's gegeven, het argument dat deze man ook kinderen heeft overtuigt me niet) en zo is alles in orde. Ik betwijfel nog steeds of het morgen niet zou kunnen. Maar goed, nu komen we vast laat aan. Als we na alle douane- en politiecontroles (Snuf de hond is wel drie keer om de camper gelopen en binnengekomen, de röntgenmachine gaat weer over de auto heen) komen we vlak voor half zeven bij de pier. Geen boot! We moeten wachten tot half tien en vervolgens gaan we om half elf pas over en komen over twaalven in Spanje aan. Met diepe indrukken laten we het land achter ons. Langzaam verdwijnen de lichten van het havengebied en zien we de omtrekken van de bergen in het donker nog net. Zoveel gezien, zoveel verschillen. Een land dat door-en-door Islamitisch is (we zullen de gebedsoproepen niet missen), dat op veel plekken nog in bittere armoe leeft, maar ook rijkdom kent met een westerse uitstraling. Een land dat grote tegenstellingen kent wat het klimaat betreft, de uiterste droogte en de hitte van de woestijn, maar ook het nu ineens natte en vruchtbare noorden. vele souvenirs, met een dankbaar gevoel, met herinneringen aan een vriendelijk en behulpzaam volk (wat stiekem hoopt op een aantal Dirhams). Maar er is ook verlangen om weer naar huis te gaan. Nog even hebben we te gaan en zullen we hier en daar nog wat bezoek brengen (wat de volgende dag al begint bij Gibraltar, echt even in het Verenigd Koninkrijk, waar alles Engels is, behalve dat men er rechts rijdt). Maar onderweg vast geen zwaaiende politieagenten meer, geen herders die in de eenzaamheid hun magere kuddes wat proberen rond te leiden en hun hand opsteken, geen kinderen meer die vriendelijk zwaaien, maar ook wel dwingend zijn dat je stoppen moet en hun hand ophouden, geen dwingende gidsen meer die je echt alles laten zien, want Hollanders zijn zo'n leuk volk, geen wegen die zo heerlijk glad geasfalteerd zijn om ineens over te gaan in een gruwelijke gatenkaas en noem nog maar verder op. We zullen het niet meer zien, de enorme afwisseling van kleuren in de bergen, de verscheidenheid aan natuur, de mensen in hun veelkleurigheid, de enorme aantallen loslopende honden en katten, de eindeloze leegte van de woestijnen, de hitte en droogte, de verdorde palmbomen en de heerlijke oases. Node zullen we het missen, alles wat er was op deze reis. We genoten. En nemen veel herinneringen mee. Het slotakkoord Over de terugreis niet teveel. Na Gibraltar nog een tijdje langs de kust (Torremolinos, wat een toeristenindustrie) langs Granada omhoog. We willen niet opnieuw via de snelwegen langs Madrid, dus trekken we een lijn binnendoor naar Zarragozza. We doorkruisen de Serrania de Cluenca. Het kost meer tijd, maar wat schitterend die wegen! Bovendien merken we dat de vele regen van de laatste weken hier in Spanje het land goed heeft gedaan, groene wazen hangen over dorre vlaktes. Vanuit Huesca wilden we de Pyreneeën over via een pas, maar deze was versperd doordat een deel van een berg naar beneden gekomen was. De vele regenval heeft ook heftige dingen gedaan. Daarnaast zijn op vele plaatsen de akkers duidelijk aan het groeien (een groot verschil met de heenreis!). De begroeiïng is veelkleurig, het maakt het landschap boeiend. Nog een laatste foto! Verder doorkruisen we Frankrijk, waar we ook een aantal dagen over doen. Langer dan op de heenreis. Ook om ontspannen thuis te komen. Via Agedn, Perigeux, Limoges, Vierzon, Reims rijden we huiswaarts. Overigens maken we hier tot drie keer toe een grandioos noodweer mee, het water kwam met bakken uit de lucht, hagel geselde onze camper en de bliksem leek naast ons in te slaan. Eén keer daarvan waren we onderweg en werden - net als het overige verkeer - gedwongen om aan de kant te blijven staan. Angstige momenten, alsof de ruiten ingeslagen werden. Maar gelukkig ging alles goed. Ook technisch met de camper, hoewel het lastig is als de airco tijdens de gedeelten door de woestijn er af en toe mee ophield (later helemaal). Maandagavond 5 juni 2023, veilig thuis aangekomen. Dankbaar dat we zoveeel van Gods schepping mochten zien. Wat is dat grandioos. Het was indrukwekkend, ook de vele ontmoetingen met mensen en culturen. De kilometerteller stond op 10598,7 km, dus best een hele afstand gereden. Bijna negen weken weg geweest, 196 uur daarvan al rijdend. In Marokko goedkope brandstof (diesel: € 1.07). Gemiddeld verbruik 1:10.2 |
Opstapkip - Camperreizen. Site voor Camperreizen met camper/kampeerauto of voor een enkele camperreis.Camperliefhebbers vinden hier alles van hun gading. Plannen van reizen, reisinformatie. Met de camper reizen naar Noorwegen, met de camper de Noordkaap bezoeken, via Finland en Zweden. Met de kampeerauto door Griekenland, met de camper naar Italie;, rondreis via de Route des Grandes Alpes of Route Napoleon, rondreizen naar Schotland, of met de camper Spanje doen. Camperreizen/camperrondreis Europa. Rondreizen door Belgie, Duitsland, Frankrijk. Eindeloos dwalen. De Reis is het doel. Ook Servie en Kroatie.Naar de Noordkaap of het zuiden van Griekenland, naar de laars van Italie of het binnenland van Spanje. Over de hoogvlaktes in Spanje, langs de fjorden van Noorwegen, overnachtingsplekken en overnachtingsplaatsen. Reisroutes en foto's van onderweg Scandinavië: Zoek een overnachtingsplaats of of een overnachtingsplek op een fjell, aan een fjord. Aan een haventje of kade. Rij langs fjorden over de (noord)poolcirkel, langs het sognefjord, door het laerdal, of hemsedal waar u een prachtige staafkerk vindt. Zo komt u in Trondheim, op z'n noors trondjem, en gaat u richting Lofoten. Via torghatten, mosjoen en sandnessjoen Over sjonfjellet rijdt u naar kirkenes, ziet de hurtigrute, komt bij Storslett of staat aan het Jokelfjord, kampeert aan Bjurfjord, met prachtig uitzicht op de jokelfjordbreen. Neem een kijkje in Alta bij de Samen in lapland waar de lappen wonen. Rendieren en elanden ontmoeten. De middernachtszon beleven. Doorrijden naar grense jacobselv aan de russische grens. Door Zweden terug, Lulea, Kerkstad of de gammelstaden, Uppsala met Skokloster. Beleef het vaste land van Griekenland met de camper: Ga mee naar de peloponnesos/peloponnessos via de haven van patras of igoumenitsa. Bezoek korinthe of olympia met in de buurt de lousioskloof of noordelijker de vikoskloof. Aan het strand bij sagiada kunt u terecht of in Ioannina aan het meer bij kastoria, de Prespa-meren en vooral Delphi (of Delfi). Met Antigoon, het beeld van de wagenmenner, de apollotempel en veel meer.Dodoni, het Pindosgebergte. Bezoek de schitterende me teorakloosters, verder gaan we naar Thessaloniki, komen op de drie vingers daaronder (Kassandra, Sithonia). Via Katerini komen we op het schiereiland Plion. Leuke strandjes. In het zuiden liggen nog karitena en andritsena of helemaal zuid de tweelingsteden methoni en koroni of de mani met hun woontorens. Zien waar legenden en mythen ontstonden. Zeus op de Olympus, Apollo in Delphi, Oedipus in Thebe. Kijk ook in gythion of nafplion in het schitterende theater van epidaurus bezoek mycene en de acrokorinth. Zie ook het kanaal van Korinthe. Op Lefkas vindt u schitterende strandjes. In Italie gaan we met de camper langs de oost- en westkust, door de spoor van de laars naar pompeii/pompei en Napels. Ook een rondreis door Schotland mag u met de camper meemaken. We gaan naar Edinburg, de brug over de Firth of Forth. Inverness en Lochness staan op het programma. De Hooglanden, Highlands, zijn indrukwekkend. Veel kastelen, o.a. Eilean Donan. Daarna het eiland Skye. Dan Noord-West Spanje met de camper. Baskenland, we staan bij Cabo Matxitxako, Kaap Machichaco, Comillas, Santillana del Mar, Potes, El Escorial. Het gebergte Picos de Europa. Hier zie je de gieren. Covadonga, Riano, Leon, Salamanca staat allemaal op het programma. Ook dorpen als La Alberca, Ciudad Rodrigo. Evenals Segovia, Avilla, we rijden de Sierra de Gredos, staan aan stuwmeren als Embalse de Gabriel Y Galan en zien het klooster El Escorial. Verder foto's van veel vakantieplekken en vakantiebelevenissen. Ook (camper)tips voor beginners en gevorderden, tips voor de eerste camper. Telefoonnummers voor nood, bij diefstal van uw bankpas; Noodnummers bij verlies en diefstal. Een schitterende reis naar Frankrijk, de Route des Grandes Alpes. Adembenemende tochten over de passen. Met de camper over de Col de Saisies via Beaufort, Col de Roselend, Via Bourg St. Maurice naar de Col d'Iseran met o.a. Val d'Isere. Een geweldige uitdaging voor de camper. Langs Bonneval en Bessans met de duivelsfontein. Dan Col du Telegraph, de Col du Galibier en dan Col de Lautaret. ook komen we met de camper in Briançon, gaan de volgende pas op, Col d'Izoard. Nu overnachten we met de camper op een camping aan het Lac Serre Ponçon. Let op de Demoisseles Coiffees, de gekapte juffers, merwaardige rotsformaties in de omgeving. We zijn er nog niet: Col de la Bonette met de camper, via Col St. Martin, of La Colmiane en Col de Turini uiteindelijk Sospel en Menton aan de Middelandse zee. Dan langs de kust, Monaco, St-Jean-Cap-Ferrat, de Camarque, via Ramatuelle, Aix-en-Provence komen we met de camper op Plage Piémanson. Zie flamingo's, wilde paarden. Ga naar Arles, stad van van Gogh. Via Grasse gaan we de Route Napoleon met de camper op. Passeer Digne, Siteron, Gap en rij met de camper door naar Grenoble. Via Slovenie met Ljubljana, uiteraard de meren van Plitvice, de Krka- watervallen, havensteden als Zadar, Sibenik, Trogir, Split, Dubrovnik. Schitterende Kroatische kust. Omis en Makarska plaatsen om even te blijven hangen. In Servie gaan we naar Mostar en Sarajevo. Tenslotte vindt u veel kippen op de site namens kipartistique in Barneveld met prachtige kippen, behorend bij de cultuur van Barneveld zoals tumtumtok, Fleur opwindkip, coq au vin, zonsopgang en zonsondergang, de advocaatkip en de kijkdooskip. |