2. Camperreizen:
Griekenland
2001 (Peleponessos)
2005 (Noord
- Zuid)
2009 (Noord)
2012 (Peleponessos)
Noorwegen
Noordkaap
2004
Noorwegen
2014
Frankrijk (route Grandes Alpes)
2008
(+route Napoleon)
2012
Spanje
Spanje
2007
Spanje
2010
Marokko
Marokko
2023
Overig
Schotland
2006
Italië
2006
Kroatië
2013
Ierland
2022
3. Campertips
Beginners
Gevorderden
Noodnummers
4. Overig:
Linkpagina
Privé
5. Kippensite
Info
Pagina
1
Pagina
2
6. Contact
Opstapkip - Camperreizen. Site voor Camperreizen met camper/kampeerauto
of voor een enkele camperreis.Camperliefhebbers vinden hier alles van
hun gading. Plannen van reizen, reisinformatie. Met de camper reizen naar
Noorwegen, met de camper de Noordkaap bezoeken, via Finland en Zweden.
Met de kampeerauto door Griekenland, met de camper naar Italie;, rondreis
via de Route des Grandes Alpes of Route Napoleon, rondreizen naar Schotland,
of met de camper Spanje doen. Camperreizen/camperrondreis Europa. Rondreizen
door Belgie, Duitsland, Frankrijk. Eindeloos dwalen. De Reis is het doel.
Ook Servie en Kroatie.Naar de Noordkaap of het zuiden van Griekenland,
naar de laars van Italie of het binnenland van Spanje. Over de hoogvlaktes
in Spanje, langs de fjorden van Noorwegen, overnachtingsplekken en overnachtingsplaatsen.
Reisroutes en foto's van onderweg Scandinavië: Zoek een overnachtingsplaats
of of een overnachtingsplek op een fjell, aan een fjord. Aan een haventje
of kade. Rij langs fjorden over de (noord)poolcirkel, langs het sognefjord,
door het laerdal, of hemsedal waar u een prachtige staafkerk vindt.
|
Zomer
2008: Dubbeltocht door Oost-Frankrijk
(week 1)
Roffelend
rammelt de regen op het camperdak wanneer ik dit reisverslag begin.
Gewoonlijk begin ik daar reeds op de eerste of tweede avond van de reis
in de zomer mee. Je gaat op reis, komt in de stemming en wilt vanaf
het begin je belevenissen vastleggen voor latere herinnering. Allereerst
voor jezelf, al lezen anderen mee en putten er ideeën uit. Maar
dit keer loopt het anders. De lust ontbreekt er aan te beginnen, er
lijkt weinig aanleiding toe. En om bij herhaling te schrijven dat het
regent en nog eens regent zal voor de toevallige meelezer weinig interessant
worden. Daarom beginnen we pas op de vijfde avond (dinsdag 17 juni)
echt te noteren.
Reisdoel
Hoewel we wisten dat het de laatste weken in Frankrijk voortdurend barre
weersomstandigheden waren, die niet uitnodigden om van rust en zon te
genieten, hebben we toch onze koers in die richting gelegd. Zonder haast
omdat bekend
was dat het in ieder geval de eerste dagen nog koel en regenachtig zou
blijven. Met twee doelen voor ogen: de Route des Grandes Alpes op de
heenreis, een schitterende tocht over passen. En vervolgens via de kust
en de Route Napoleon weer terug.
Als we die vrijdagmiddag van vertrek koers zetten naar België zien
we wel tot hoever we komen. Haast hebben we niet, het is vakantie. Voor
Luik rijden we richting Verviers en duiken dan de Ardennen in om bij
Hamoir een camperplek te vinden. Nat en modderig, maar we staan. Als
we de volgende morgen door het raampje kijken slaat de
schrik om het hart. Het blijkt dat we midden in een wiellerronde terecht
zijn gekomen. De camperplaats staat hudje-mudje vol met allerlei toerrijders
en dito campers. Volledig ingebouwd vrezen we het ergste, maar men is
behulpzaam en na wat gedraai en geschuif kunnen we vertrekken.
Met prachtig weer in de vroege ochtend bezoeken we in de omgeving nog
het bezienswaardige dorpje Durbuy. Maar daarna begint de regen opnieuw
en houd niet meer op. We rijden direct door naar Frankrijk. Bij Toul
(net voorbij Nancy) vinden we een echte doorgangscamping waar we twee
nachten blijven met (opnieuw) een zondag vol regen.
Ontmoeting
Als het in de avond droog wordt wandelen we langs de Moezel naar de
sluis tot we aan de overkant recht tegenover onze camping uitkomen.
We raken aan de praat met twee andere wandelaars. Als ze op hun tentje
aan de overkant wijzen herinner ik me dat op hun auto Voorthuizen stond.
Het blijkt dat ze Barnevelders zijn. Het is weer zoals gewoonlijk. In
elke vakantie komen we wel bekenden tegen of mensen waarmee we gezamenlijk
iets hebben. Zo ook nu dus.
Met zon en zin vertrekken we die maandag verder richting ons eerste
reisdoel. Bij La Clusaz willen we de aansluiting met de Route des Grandes
Alpes maken. Veel hoop geeft de toenemende regen nog niet. Op een camperplek
hoog op een alm (1450 mtr) staan we weliswaar fantastisch, maar de aanhoudende
regen die nacht geeft weinig vooruitzicht. We wandelen de volgende morgen
nog in de omgeving, maar de paden zijn te modderig om de bergen in te
gaan. Zie de foto's hieronder.
Omdat het geen zin heeft de eerste pas te gaan nemen' rijden we
om en bezoeken Annecy. Een schitterend stadje aan het gelijknamige meer.
Daar is het droog en breken later zowaar de eerste zonnestralen door.
De temperatuur stijgt en je ziet om je heen het heerlijke gevoel ontwaken.
De regenkleding gaat uit, onhandig loopt men nog met een paraplu, de
terrasjes stromen vol en op het meer - bij aankomst grauw en somber
- is het ineens levendig, zonnig en vol bedrijvigheid. De weerberichten
voorspellen toenemend mooiere dagen, dus dat geeft hoop.
Alleen, nu even nog niet. Want nadat we een plek gevonden hebben op
de 1650 mtr hoge Col de Saisies (via Albertville weer teruggereden naar
de Route) begint het opnieuw te regenen. Uren achtereen. Weinig interessant
voor wie een boeiend reisverslag
wil lezen, maar tegenvallend als je weer binnen moet blijven en niet
genieten kan van de zon die achter de wolken schuilgaat. Alleen op de
wereld staan we daar in het duister.
Nou ja, niet helemaal waar. Een paar kaarsjes branden, de kachel is
aan en een reisboek van Paul Theroux voert me mee naar streken waar
het alleen maar nat en koud is.
Een voorzichtige blik de volgende morgen naar buiten verrast ons met
een gebroken lucht waaruit de zon tevoorschijn komt. Schitterend komen
de eerste alpenreuzen tevoorschijn, die we tot dan toe alleen maar vermoeden
konden achter grijze luchten. Sneeuwbedekt en stralend laten ze zich
voor een deel zien. Dan hier een top, dan daar een deel. Het geeft de
hoop en verwachting dat we die dag nog veel meer zullen ontdekken van
dit bergmassief. We dalen af vanaf de Col de Saisies, ontdekken in Beaufort
een Flot Blue om water in te nemen (de rest konden we op de camperplek
van zoëven al verzorgen). We houden even stil voor een baguette'
bij een echte boulanger' om daar straks met een fantastisch uitzicht
een verlaat ontbijt van te maken.
Rampzalig
Dan gaat het omhoog. Schitterende vergezichten om elke hoek. Bij een
geweldig stuwmeer houden we langdurig halt (barrage de Roselend). Een
heerlijke stilte en weldadige zon doen het goed, hoewel een kolonne
motorrijders op een gegeven moment de stilte wreed verstoort. Geloof
maar dat je dat razende geluid langdurig hoort met al die haarspeldbochten!
Later komen we boven op de Col de Roselend aan (1967 mtr). Wanneer we
de afdeling inzetten komen we ter hoogte van Les Chapieux. Een klein
zijpad brengt ons daar dicht langs het water waar we urenlang genieten
van de zon en de rust. Onderweg valt er opnieuw heel veel water, maar
dit keer van de ontelbare watervallen. Maar wanneer je er wel vijf onder
een gletscher vandaan ziet komen besef je weer hoe waanzinnig snel de
gletschers de laatste jaren smelten. En dat is een zorgwekkende ontwikkeling.
Hoe sneller alle sneeuw en ijs smelt (ik denk ook aan de toendra's en
polen), hoe sneller ook de opwarming van de aarde zal gaan. Een onomkeerbaar
proces?
Via Bourg St. Maurice gaat het nu richting de Col d'Iseran met o.a.
Val d'Isere. Er ligt daar opnieuw een stuwmeer (bij Tignes) en we menen
dat daar wel een camperplaats zal zijn. Niet aan het meer maar wel in
Tignes sur Lac vinden we op de parkeerplaats plek genoeg. We staan dan
op 2100 mtr hoogte en zijn niet de enige camper. Buiten is het koud,
binnen heerlijk warm.
Op de weg hierheen vielen we van de ene in de andere verbazing. Vanwege
wat men hier van de natuur gemaakt heeft. Tignes ligt erg hoog, in een
kom, maar het gebied is dan ook volledig volgebouwd. Hoge flats tot
wel acht verdiepingen, veel voorzieningen, hotels en restauranten en
op de machtige bergen rondom niets anders dan kabelbanen.
Wintersport heeft voor mijn gevoel iets van de romantiek van het suizen
door de sneeuw en de zon op je laten inwerken, van het genieten van
de schepping en het luisteren naar het gekraak door de vorst. Maar dit
is massatoerisme van de bovenste plank, miljardeninvestering, uitbuiting
van de schepping, vernietiging van veel moois.
Betonnen
kolossen, alles gewoon in willekeurige volgorde neergeplempt, een stad
die de plank van de natuur volkomen misslaat. Hier kun je straks als
toerist alleen maar aansluiten in de rijen, je geld uitgeven (alleen
een week je auto parkeren voor je appartement kost al € 69!) en
verder van boven naar beneden suizen.
O zeker, vanaf je balkon kun je nog net tussen een paar andere flats
doorkijken en de mooie witte bergen zien, maar je gaat meer op in de
roes van afterski en wat nog meer, dan van het stil worden en je verwonderen
dat je dit zomaar zien kunt en doen kunt. De prachtige
schepping is hier rampzalig vernield.
Aan de rand van de parkeerplaats spelen een paar bergmarmotten (Murmeltieren'),
idyllisch, leuk, maar het geeft juist aan dat de stad hun berggebied
heeft afgenomen. Het is goed dat overheden ook steeds meer in zien dat
deze manier van wintersport uiteindelijk verwoestende gevolgen heeft
voor de schepping.
De top
De Col d'Iseran ligt nu voor ons. Een uitdaging, ten minste dat is de
vraag. Want hier en daar hoor je (lees je) geluiden dat deze voor een
camper angstaanjagend is. Vooral de afdaling zou veel te smal zijn.
Toegegeven, totnutoe zijn de cols in deze route redelijk smalle bergwegen.
Het zijn echt toeristische routes, geen doorgaande. Voor wie hoogtevrees
heeft geen aanrader. Je moet ze deze cols echt opzoeken en het aantal
campers is dan ook niet groot. Maar hoe verder we komen hoe mooier het
wordt. Bovendien is deze col de hoogste plek die we bereiken zullen,
2770 meter! Tenminste, dat denken we aanvankelijk.
We beginnen gewoon. En krijgen er geen spijt van. Inderdaad op veel
plekken geen afrastering, hooguit een stuk rots maar meestal niets.
Rijd je aan de dalkant dan hou je best wel even in als er een tegenligger
komt. Wat je vooral doen moet is regelmatig een pauze inlassen.
Om van de omgeving te genieten. Hoe hoger we komen hoe schitterender
het wordt. In reusachtige slalommen komen we steeds hoger. Diep beneden
verdwijnt Val d'Isère, een wintersportplaats waar nu niets te
beleven viel.
Halverwege is een stopplaats waar je zien kunt welke bergen je omringen.
Majestueuze toppen van bijna 4000 meter zien we, elke vorm is weer anders,
elke lichtval geeft zijn eigen bekoring.
Ademloos genieten is dit.
Er is weinig tegenverkeer. Het gros bestaat uit motorrijders (die je
niet alleen tegemoet komen maar ook inhalen) en wielrenners. Hier oefent
wellicht de crème de la crème voor de Tour de France,
hoewel er volgens ons ook nogal wat midlifebewijzers tussen zitten.
Boven op de col is het druk. Hele groepen motorrijders en wielrenners.
Voor de laatsten ook nog verzorgingsfaciliteiten. Ieder laat zich trots
fotograferen voor het bord waarop naam en hoogte van de pas vermeld
staan.
De lucht is ijl, dat is te merken. De zon straalt en een blauwe lucht
maakt het bereiken van dit hoogtepunt tot een feest.
Wie een blik naar beneden werpt ziet het serpentineachtige van de wegen
duidelijk. Motoren slingeren zich er bijna overdwars doorheen, enkele
andere campers zie je voorzichtig manoeuvreren.
Het is allemaal even mooi en het duurt dan ook even voor we naar beneden
gaan.Tussen muren van sneeuw dalen we af. Met het smalle valt het alles
mee. Eerlijk gezegd was de afdaling van de Roselend veel smaller, terwijl
daar zelfs nog vrachtverkeer bezig was.
Onderweg pauzeren we opnieuw wanneer we een blik kunnen slaan in het
andere dal. Deze pas moet u niet missen! Adembenemend, woorden schieten
tekort. Wie enigszins benauwd is om langs een afgrond te rijden is wel
gewaarschuwd. Overigens is het nergens echt gevaarlijk, dit om u de
moed niet te ontnemen.
In
het dal aangekomen overvalt ons de hitte. Op de doorgaande weg is het
drukker. Dromerige dorpjes doen we even aan. We kijken even rond in
Bonneval en Bessans.
Dorpjes die als een stilleven liggen te liggen. In de hitte van de dag
dwalen we door de stille nauwe straatjes. Opvallend in dit dal is de
betekenis en plaats van de duivel! Kennelijk iets typerends voor deze
streek volgens allerlei handboeken. In Bessans blijkt de invloed ervan
merkbaar aanwezig in allerlei soorten houtsniijwerk, tot en met de duivelsfontein
midden op het plein.
Hoewel, tegenover dat plein ligt de kerk (uiteraard is die ook overal
aanwezig). Voor die kerk is een merkwaardig kruis opgericht. Een kruis
waar dit keer geen Christusfiguur hangt, maar waar alle voorwerpen die
iets rond de kruisiging betekend hebben - en die in de evangeliën
te vinden zijn - uitgebeeld worden. Heel orgineel. Theologisch zat er
echter een grote misser tussen. Bij de omschrijving van de speer waarmee
Jezus'zijde doorboord werd staat namelijk: hiermee werd Jezus' hart
doorboord.
Ai, de pastoor van die plek heeft de beschrijving waarschijnlijk nog
niet goed bekeken...
We komen dan op de N6 uit. De weg slingert zich door allerlei kloven.
Vlak voor Modane is het zaak even te stoppen bij de duivelsbrug. Jawel,
ook hier weer duikt de duivel op. Oostenrijk heeft hier na de tijd van
Napoleon een fort gebouwd om te voorkomen dat Frankrijks macht zich
opnieuw zou uitbreiden. Over
een adembenemende, diepe en nauwe kloof is een brug gebouwd waar je
hoog boven het water aan de overkant bij dit fort kunt komen. De naam
van de brug, Pont du Diable, is ontstaan omdat de bouwer zogenaamd een
pact met de duivel had gesloten. Het moet ook niet niks geweest zijn
uitgerekend hier een brug te bouwen.
Pas, pas en nog eens pas
Ons plan was om door te gaan tot de Col de Lautaret en daar te overnachten.Een
aanrader volgens anderen. Achteraf bezien was de rit erheen - met alles
wat we onderweg nog gezien hebben - net iets teveel voor een dag. Want
wat blijkt (dat heb je als je de kaart niet helemaal goed bestudeert)?
Als we aankomen in St. Michelle de Maurienne zijn we afgedaald naar
500 mtr. De weg naar de Lautaret leek ons één weg naar
boven te zijn. Maar eerst komt er een kleine pas, Col du Telegraph,
slechts 1566 mtr. Daarna nog eens een echte: de Col du Galibier met
2646 mtr bijna net zo hoog als de Col d'Iseran. De derde dus van deze
dag. En vandaar dalen we dan af naar de Col de Lautaret.
Die Galibierpas is een één woord magnifiek. En eerlijk
gezegd met veel smallere wegen dan d'Iseran. Boven wordt het zo steil,
dat voor de laatste 150 mtr een tunnel door de berg is aangelegd. Maar
wij nemen uiteraard de hele Col. Je komt voortdurend woorden tekort
om de schoonheid van deze bergwereld te beschrijven. Ook al bestaat
ze bovenin alleen nog maar uit rots en sneeuw. Elke stukje is weer anders,
elk kijkje om een hoek of in een diepte levert weer een nieuw adembenemend
gevoel op. De schepping, Gods schepping, in haar onverstoorde reinheid,
majestueus, indrukwekkend. Om stil van te worden.
Als we even later afdalen slingert de weg zich weer op wonderlijke wijze
langs ijzingwekkende steile hellingen. Enige tijd later zien we de Col
waar we heen gaan liggen. Het vreemde is dat we dit keer afdalen naar
een pas. Van bovenaf lijkt dit geen pas, maar het is een pas op de oost-westverbinding
tussen Grenoble en Briançon waar we op uitkomen. Hier liggen
enkele restaurants en daarachter is ruim plek voor veel campers. Hoog
en koud in de nacht. Als we er uiteindelijk staan zijn we doodmoe maar
voldaan. Het licht gaat vroeger uit dan normaal.
|
|