1. Homepage


2. Camperreizen:
Griekenland
      2001  (Peleponessos)
      2005  (Noord - Zuid)
      2009  (Noord)
      2012  (Peleponessos)

Noorwegen
       Noordkaap 2004
       Noorwegen 2014

Frankrijk (route Grandes Alpes)

       2008 (+route Napoleon)
       2012

Spanje

       Spanje 2007
       Spanje 2010

Marokko

       Marokko 2023

Overig
       Schotland 2006
       Italië 2006

       Kroatië 2013
       Ierland 2022

3. Campertips
       Beginners
       Gevorderden
       Noodnummers

4. Overig:
       Linkpagina
       Privé

5. Kippensite
       Info
       Pagina 1
       Pagina 2

6. Contact


Opstapkip - Camperreizen. Site voor Camperreizen met camper/kampeerauto of voor een enkele camperreis.Camperliefhebbers vinden hier alles van hun gading. Plannen van reizen, reisinformatie. Met de camper reizen naar Noorwegen, met de camper de Noordkaap bezoeken, via Finland en Zweden. Met de kampeerauto door Griekenland, met de camper naar Italie;, rondreis via de Route des Grandes Alpes of Route Napoleon, rondreizen naar Schotland, of met de camper Spanje doen. Camperreizen/camperrondreis Europa. Rondreizen door Belgie, Duitsland, Frankrijk. Eindeloos dwalen. De Reis is het doel. Ook Servie en Kroatie.Naar de Noordkaap of het zuiden van Griekenland, naar de laars van Italie of het binnenland van Spanje. Over de hoogvlaktes in Spanje, langs de fjorden van Noorwegen, overnachtingsplekken en overnachtingsplaatsen. Reisroutes en foto's van onderweg Scandinavië: Zoek een overnachtingsplaats of of een overnachtingsplek op een fjell, aan een fjord. Aan een haventje of kade. Rij langs fjorden over de (noord)poolcirkel, langs het sognefjord, door het laerdal, of hemsedal waar u een prachtige staafkerk vindt.



Vervolg "Van Noord naar Zuid" - Griekenland 2005 pag. 2

Orakel
Enfin, u voelt het al aan: de volgende dag verlaten we Ioannina. Eerst zakken we af naar het zuiden om in Dodoni (zo'n 20 km van Ioannina) een opgraving te bezoeken. Wanneer we ‘Delphi' roepen weet waarschijnlijk zelfs degene die op school het minst heeft opgelet dat hier het orakel werd geraadpleegd. Zo bekend is dat. Maar Dodoni? En dat het oudste orakel in Griekenland hier thuishield was ook ons niet bekend. Wel dat er die gewoonte was, om geheimzinnige uitspraken van hogere machten te mogen horen. Zelfs in Israël, dat toch een bijzondere relatie met de levende God had, kwam het voor dat men acht gaf op vogelgeroep, waarzeggende geesten en andere geheimzinnige tekenen. Net zo goed als in onze tijd, waar steeds meer mensen zich bezig houden met duistere en occulte machten.
We komen aan op een parkeerterrein waar Ikea jaloers op zou zijn, zo groot, maar waar we gerust een racewedstrijd kunnen houden, zo stil. Het is beslist (nog) geen dringen. We zijn er dan ook al vroeg, rond de klok van tienen.
Binnen krijgen we stenen, stenen en nog eens stenen te zien. Zonder te weten waar het om gaat zou het nietszeggend zijn. Zo werd hier in Dodoni al eeuwen voor onze jaartelling een orakel geraadpleegd. Bij zo'n centrale plek kwamen dan vanzelf ook andere zaken. Zoals verschillende tempels, vergaderruimtes. En als grootste attractie het amfitheater voor 17.000 toeschouwers! Later, ten tijde van het vroege christendom, is op deze plaats ook een basiliek gebouwd. Deze laatste is aan de vormen duidelijk te herkennen.
Wanneer je via de haarspeldbochten Dodoni bereikt (eerst naar boven en over de bergkam heen weer naar beneden) vraag je je af hoe het toch mogelijk is geweest dat uitgerekend hier een orakelplek was ontstaan en er hier zo'n reusachtig theater is gebouwd. Die mensen moeten dan hier in de omgeving massaal zijn toegestroomd. En ook gewoond hebben. Nu vinden we een enkel klein dorpje en verder niets dan een woeste omgeving met berghellingen waar bomen staan. Maar vroeger is niet nu. Hoewel ik persoonlijk het amfitheater van Epidaurus mooier vind mag deze er zeker wezen. Voor een verdere uitleg van orakel en heiligdommen verwijs ik naar de al eerde genoemde website.
We rijden terug door Ioannina, hebben even het gevoel in Frankrijk te zijn als we in Carrefour, de bekende namen van de megasuperstores in Frankrijk, boodschappen gaan doen, zoeken tevergeefs of we een internetverbinding kunnen vinden (helaas in Holland moeten ze nog even op ons verhaal wachten) en gaan vervolgens naar het noorden.

Wolven
Volgend doel is de Vikoskloof, de mooiste kloof van Griekenland. Een adembenemende rit volgt de bergen in. Richting Monodendri. Aan het eind van het dorp staan enkele bussen en campers geparkeerd. Kunje wel verder? We rijden door op weg naar het uitzichtspunt Oxia dat nog iets verder moet liggen. Het asfalt van de weg houdt op, gaten en kuilen, grind en stenen. Dat blijft over. Hobbel hobbel. De "schroeven- en moerentest" voor de camper, zullen we maar zeggen. De weg gaat steil omhoog, langs diepe afgronden. Het is stil om ons heen, geen enkel ander lijkt deze weg te volgen. De snelheid is gedaald en de camper bijna lopend bij te houden. Hadden we er lopend heen gemoeten? De weg is in ieder geval breed genoeg om te berijden. Onderweg treffen we links en rechts merkwaardige rotsformaties aan. Grote stapels leistenen lijken het wel, uitgesleten door het water. Grillige figuren hebben zich gevormd.
Het gaat steeds hoger, 7 km lang. Eindelijk zien we nog meer stervelingen. En even verderop ontmoeten we nog iemand met de camper die we op de camping in Ioannina ook al ontmoet hebben. We blijken er bijna te zijn en kunnen op het eindpunt zelfs keren.
De tocht is niet voor niets geweest. Als we de laatste vier minuten gelopen hebben over het smalle pad worden we beloond met een adembenemend uitzicht op de kloof die een diepte van ruim 900 meter heeft. De diepste kloof die zo smal is, ter wereld. Volgens een plaquette van het Guiness Book of Records. Kalkstenen rotswanden geven aan deze kloof een aparte schoonheid.
We genieten volop van het uitzicht. Anderhalve kilometer voor de top hadden we een veldje ontdekt waar we de nacht gaan doorbrengen. Morgen gaan we naar de bodem van de kloof.
We genieten daarboven na in het zonnetje voor de camper. Een schaapskudde komt aanwandelen en houdt halt rondom onze camper. Een tweetal andere campers neemt ook plaats op dit veld en zo gaat de avond vallen. Het wordt donker. Een doordringende duisternis, een sterrenhemel zo mooi als je maar zelden meer ziet. Enkele honden blaffen in de verte. We wachten af of we het huilen van de wolven ook zullen horen. Ze zijn in ieder geval wel in deze streek. Binnen is het knus, buiten is het op deze hoogte slechts 11 graden.

Angstwekkend
De koude van die nacht wordt spoedig verdreven als de volgende morgen de zon weer straalt. Is het 's morgens vroeg nog maar 13 graden, rond half elf staat de thermometer al weer op 21 en zal die dag onder de blauuwe hemel nog flink oplopen. Prachtig om in deze stilte te genieten en te ontbijten. Je zou hier bijna niet weg willen. Toch doen we het een poosje later, zakken weer die enorm slechte weg af en gaan in Monodendri te voet het dorp in naar het beginpunt van de tocht door de kloof. Van hier kun je een wandeling van een uur of zes maken. Wij willen vanaf de andere kant en poging wagen. Hier lijkt de ingang naar de kloof niet spectaculair. Er is ook nog een weg naar een klooster. De weg erheen is keurig aangelegd en biedt niet bijzonders. Het klooster, niet meer in gebruik, is prachtig gerestaureerd. Het is vooral het uitzicht, wat hier de moeite loont. We kijken midden in het hart van de kloof. Alsof vier zijkloven hier samenkomen en verder gaan in die ene grote kloof. Majesteitelijke schepping!! Maar dan komt het pas. Een smal pad zou naar een kluizenaarsgrot voeren. Zulke mensen woonden vroeger op plekken waar een normaal mens niet kwam. Inderdaad. De weg voert ons over een richel die hier en daar niet breder is dan een halve meter. Met aan de ene zijde de rotsen omhoog en aan de andere zijde de kloof, angstig diep naar beneden. Honderden meters! Ongelooflijk. Boeiend en tegelijk ontzetting. Af en toe staan we even stil om dit te genieten, of misschien beter gezegd te griezelen. Tegelijk merken we dat ons evenwicht ons parten begint te spelen. Vooral als we teruglopen. Heen kijk je nog op tegen de rotsen waar de weg heenvoert. Terug kijk je in die enorme diepte. Ook als je probeert er niet naar te kijken. Geen hek langs de rand, geen leuning langs de rotsen. Op een gegeven moment zijn we toch even gaan zitten om het evenwicht wat tot bedaren te brengen. Ada vond het zo spannend dat ze geen foto's durfde te maken. Op het gevaar af dat niemand ons thuis gelooft.
We zoeken de camper weer op. En de andere kant van de kloof. We willen naar Megalo Papigko toe. Met de kaart erbij ontdekken we ineens een heel nieuwe weg erheen. Dat is te merken. Een weg zonder een enkel verkeersongevallenherdenkingshuisje! En nergens afval langs de weg. Prachtig. Zo kan het dus wel. Hoe lang, vragen we ons af?
Via Aristi dalen we de diepte in en komen bij een smalle brug over de rivier die hier vol water uit de kloof stroomt (In Monodendri was er geen water te bekennen, maar onderweg komen er heel wat zijriviertjes bij). Een prachtplek waar we de nacht zullen gaan doorbrengen. Campingplaatsen zijn in dit deel van Griekenland helemaal niet te vinden. We gaan eerst naar Megalo Papigko. Dat betekent aan de andere kant van de rivier weer omhoog, steil omhoog. Tig haarspeldbochten. Stuurwerk in overvloed. Er is ook nog Mikro Papigko, maar dat lijkt met de camper moeilijk te bereiken, hoewel we later horen dat het de moeite waard was. M.n. vanwege de zwemmogelijkheden daar boven tussen de rotsen. De beide dorpjes zijn nog hele karakteristieke herdersdorpjes, met een geheel eigen sfeer en bouwwijze. Hoofdkleur vooral grijs. We genieten van de sfeer, drinken wat op een terrasje. Vervolgens rijden we weer terug naar de parkeerplek bij de brug. Je moet wel terug, want verder gaat het daarboven niet. Al met al heeft het gisteren en vandaag heel wat aan stuurmanskunst en zenuwen gekost. Maar wel ontzettend de moeite waard het gebied rond deze kloof te bezoeken. Vooral de wandeling die we vanaf dit bruggetje langs de rivier maken geeft een prachtige indruk van de kloof. Af en toe geweldig klauteren maar rustgevend en indrukwekkend. Terug bij de brug gaan we het ijskoude water van het riviertje in. Dat houd je niet lang uit, alles begint al spoedig te tintelen. Maar wel heerlijk na een spannende dag.

Iraanse thee
We gaan het Pindosgebergte voor even verlaten. Opnieuw blijkt er een nieuw aangelegde weg te zijn naar de hoofdweg, de E90. Zo komen we al snel in Konitsa. Een flinke stad en weer geen internetverbinding te vinden. Wel een mooie oude brug over het riviertje. Daar drinken we onze koffie die we deels met het rivierwater hebben gezet. Dat was zo helder en kwam zo direct o.a. uit ondergrondse bronnen dat het wel te vertrouwen is. Nu gaan we richting Kastoria. D.w.z dat we in Noord-Griekenland terecht zullen komen. De weg erheen is slechts 146 km, maar kost ons zo'n vier uur. Niet alleen omdat we enkele keren gestopt zijn, maar omdat de eerste 100 km dwars door het gebergte gingen. En dat betekent alleen maar de lijn van de bergen volgen. Dus voortdurend sturen en schakelen, continue haarspeldbochten. Maar wel elke keer een geweldige beloning met fantastische uitzichten. We merken dat het klopt dat slechts weinig toeristen dit gedeelte van Griekenland bezoeken. Onderweg zien we geen enkele camper meer, slechts heel sporadisch een buitenlander. Als we twee Nederlandse personenauto's ontmoeten die bij elkaar horen gaan ze zowat uit hun dak dat ze nog een Nederlander zien. We weten nu al dat er ook in heel Noord-Griekenland geen campingplaatsen zijn, dus dat we vrij moeten staan. Dat hoeft natuurlijk geen enkel probleem te zijn. Of.. ? Onze technische voorziening, met name de elektriciteitsvoorziening heeft ons nog geen problemen opgeleverd. Niet alleen voor de verlichting en het opladen van batterijen hebben we die nodig, maar ook voor de waterkoker, de ventilator en de sinaasappelpers hebben we stroom voldoende. Denken we.
De route die we volgen is ook de west-oost route voor veel vrachtverkeer. We zien veel buitenlandse vrachtwagens uit Turkije en Iran. Op een parkeerplaats (nou ja, wat daar voor doorgaat! want ho maar, een normale parkeerplaats kom je in Nrd.-Griekenland echt niet tegen) volgt een prachtige ontmoeting. We stoppen achter een Iraanse vrachtwagen. Met de chauffeur maak ik een praatje en direct nodigt hij ons uit voor een kopje thee. De ketel gaat op het vuur en bij het suizen van de vlammen raken we aan de praat over zijn en mijn werk, over zijn thuisland en de situatie aldaar. En zitten we even later op drie krukjes voor zijn ‘winkeltje' een kopje versgezette thee te drinken. Zijn Engels was redelijk zodat we aardig konden converseren. Hij kwam vanuit Italië waar hij de wagen vol velgen (vast Fiat!) had geladen die straks onder Iraanse auto's moeten draaien. Twee weken doet hij erover, heen en terug. Alles heeft hij bij zich omdat het voor Iraanse verhoudingen te duur is om onderweg iets te kopen. Heerlijke gastvrijheid.
Volgens hem (moslim) kunnen christenen, Joden en moslims in Iran goed met elkaar overweg. Zeker in de plaats waar hij woont. De eerlijkheid gebiedt wel om te zeggen dat het in de praktijk niet altijd zo is. Maar hieruit blijkt wat het verlangen is bij veel gewone mensen: om in vrede met elkaar te leven. Zoals ook in Jeruzalem Armeniërs, Joden en Arabieren grotendeels goed met elkaar kunnen leven ondanks verschillende culturen.
Al met al een prachtige interculturele ontmoeting.
Na het berglandschap wordt het wat vlakker en kan ik sinds tijden weer eens de vierde en vijfde versnelling gebruiken. Onderweg zorgen we voor nog wat nodige verversing van de auto (schoon water vullen, vuil water lozen en afval kwijtraken. Zie de aparte kolom met tips over camperen in Nrd-Gr.).
We zijn de ‘grens' met de provincie Macedonië al gepasseerd. Onze eerste indrukken zijn dat het hier duidelijk schoner is. Minder afval langs de weg, zelfs vinden we met gemak weer een afvalbak (In het Pindosgebergte was er niet een te vinden. De verklaring daar was: de mensen mogen geen afval achterlaten, dat moeten ze meenemen. En de toeristen dan? Kennelijk niet aan gedacht!). Ook de dorpen zien er hier mooier uit. We naderen ons doel: Kastoria. Gelegen aan een prachtig meer. Al direct bij aankomst valt ons de schoonheid van deze plaats op. Een heerlijk stadje aan een meer met veel kroeskoppelikanen.
Een plek waar je veel, heel veel toeristen zou verwachten. Zeker gelet op het aantal terrasjes langs het meer. Buitenlandse toeristen zijn er in ieder geval nauwelijks. Kennelijk is deze uithoek van Griekenland nog te weinig ontdekt. Langs het meer zoeken we een plekje voor de nacht. In Kastoria gaan we die avond uit eten. Je kunt duidelijk merken dat de welvaart van deze stad veel groter is dan die van Ioannina. Kastoria is dan ook niet voor niets één van de drie bontsteden van Griekenland (Overal zie je de borden met ´Fur´). Statige patriciërshuizen completeren het geheel. Alles wat we bij Ioannina schreven over vuil, staat van onderhoud en welstandcommissie, dat mogen we voor Kastoria absoluut niet schrijven. Het kan dus wel anders. Voor het eerst een stad die iets uitstraalt.

Vanuit Kastoria maken we een dagtocht naar de Prespa-meren. We zijn dan helemaal bovenin Griekenland en zien vanaf deze zijde zowel de bergen van Albanië als die van Macedonië (het vroegere Yoegoslavië). Het drielandenpunt dus, al raken de grenzen elkaar onzichtbaar in de reusachtige meren. Op de hoogte van 500 mtr. komen we in een weer geheel ander landschap met prachtig gekleurde bergen. De sfeer doet totaal anders aan. Het is erg rustig en stil in dit noordelijke deel. Campers zien we helemaal niet. Wanneer we in het dorpje Psarades aankomen zien we tot onze grote verbazing wel ineens een vijftal
bussen staan en blijkt het dorp vol met terrasjes. Dagjesmensen. De locale bevolking maakt er handig gebruik van. Met hun boot kun je - uiteraard tegen betaling van zo'n 30 Euro - meevaren, het meer op (zie foto links).
Voor het overige is het dorpje grotendeels erg armoedig en zien we mensen in huisjes wonen in omstandigheden die je in Albanië zou verwachten maar niet in Griekenland.


Veranderende indrukken

Wat me opvalt is dat mensen makkelijk en graag een praatje met je maken. Onze eerste indrukken (zie het verslag van de vakantie in de Peleponnesos in 2001) waren totaal anders. Ook wanneer je zelf begint zijn ze toeschietelijk. We maken een wandeling langs het meer. Met onze ‘Nordic-walking'-stokken. Prachtwandeling. Opeens moeten we snel opzij voor twee scheurende jongelui op hun motor(tje). Ze zijn in Griekenland niet anders dan in Nederland. Dan blijkt daarachter nog een motor te komen die we niet hadden gehoord en gezien. Hij brengt ons kennelijk zichtbaar aan het schrikken, steekt zijn hand ter verontschuldiging op en stopt even later. Een leuk gesprek ontspint zich. Zomaar. Of: aan het eind van de dag als een warenverkoper, die van de gelegenheid gebruik maakt om zijn waren bij het klooster te slijten, weer op gaat ruimen, komt hij zomaar even een halve meloen langsbrengen en groet elke keer als we hem weer zien deze dagen. Zomaar een paar voorbeelden. Zo dadelijk nog een. Zo vergaat het ons elke keer. Het geeft een totaal andere kijk op de Grieken dan we totnutoe hadden.

Zeus en een zekering
De Griekse beschaving heeft heel wat fundamentele beginselen in zich die de westerse beschaving gevormd hebben. Wijsgeren en denkers, maar ook de mythologiën en theologiën hebben hun sporen nagelaten in onze wereld. Filosofen als Socrates, Plato en Aristoteles, dichters en schrijvers als Sophocles, Homerus en Euripides, bouwwerken als het Parthenon in Athene, de heiligdommen rond het orakel van Delphi, het antieke Olympia met zijn Zeustempel en antieke Olympische spelen, het zijn allemaal namen die onlosmakelijk verbonden zijn met de Griekse wereld. Goed beschouwd is de bloeitijd van deze Griekse beschaving slechts enkele eeuwen, zo'n tweeëneenhalf duizend jaar geleden, maar de invloeden zijn tot op de dag van vandaag zichtbaar.
Een volgende ontmoeting met die mythologische sporen is de berg Olympus, vanouds woonplaats van de oppergod Zeus. Zal het mogelijk worden de berg te gaan bedwingen? Veel sporen in Griekenland wijzen daarheen. O.a. de Zeusverering in Olympia
(het eerste Olympus is een berg, het tweede Olympia een stad in de Peleponnessos), en ook bij het orakel van Dodoni. En nu komen wij Nederlanders daar en willen deze hoogste berg van Griekenland wel eens een bezoekje brengen. De tocht erheen is enerzijds niet spannend. Het landschap tussen Kastoria en Kozany is niet direct interessant. Het is bovendien erg heiig. Het zicht op mooie dingen wordt ons ontnomen. In de buurt van de Olympus komend blijkt zelfs de top van de berg geheel omfloerst. Alsof we niets zien mogen.
Zullen we de basis van Zeus niet ontdekken? Wordt het ons niet gegund? De spanning stijgt! Bovendien gaat er technisch iets mis met de camper. Tijdens de koffiepauze ontdekken we dat de hoofdzekering van het huishoudgedeelte gesmolten is. Het verklaart in ieder geval waarom we kort nadat de camper gestart werd een brandlucht roken. Dertig ampère kan deze n.b. hebben. Wat is er gebeurd? Een aanslag? Komen we nog wel aan?
Het technisch probleem is niet zomaar opgelost. Waarom smolt deze? Hebben we de laatste dagen teveel energie gebruikt? De camper stond in de schaduw, zodat de zonnecel nauwelijks kon werken. Wanneer beide parallel geschakelde accu's nagenoeg leeg zijn betekent dat dat er tegen de 170 Ah moet worden bijgeladen. Een stroomschok dus voor de auto-accu. Het zou een verklaring kunnen zijn. Gewoon een nieuwe inzetten dus. Later, bij het water vullen ontdekken we echter dat er water onder de camper vandaan komt. De beveiliging van de boiler is aangeslagen en dus is de hoofdzekering weer kapot. En oei, we hebben nog maar één reserve plus dat we eerst de oorzaak moeten weten.
We zoeken een stadje op en worden naar een garage gedirigeerd die de zekeringen zou kunnen leveren. Opnieuw maken we kennis met de gastvrijheid van de Grieken. Ik vraag om een nieuwe zekering. Het hele garagepersoneel( 4 man) bemoeit zich ermee. Die zijn niet op voorraad en ik wil er graag vijf hebben. De jongste bediende wordt er met de brommer en wat geld op uitgestuurd om ze te halen. Ondertussen hebben we een aardig gesprek, aangezien een van de medewerkers zes jaar in Duitsland heeft gewoond. Als de jongste bediende terug is krijgen we de gevraagde zekeringen en nog een extra en nòg een extra. Maar geen cent mogen we betalen. Service!

Weblog van Socrates
Al met al heeft Zeus ons aardig uit de buurt weten te houden. Maar we laten ons niet uit het veld slaan. We naderen het gebergte en dè berg en zetten door. En zowaar klaart de lucht op en krijgen we helder zicht. Geen donderwolken en donderslagen die ons in een laatste poging weerhouden. Kortom, laat in de middag staan we op de helling van het Olympusgebergte. Tijd om nu eerst de camper onder handen te nemen en te onderzoeken waarom de zekering opnieuw is gesmolten. Alle mogelijke bronnen worden eerst uitgeschakeld. Van een accu blijkt een moer los te zijn. Een reden? Niet helemaal zeker. Als er geen belasting is blijkt er ook geen stroom te lopen. Dus geen kortsluiting of zo. Als de onbelaste accu's door de gestarte motor worden geladen blijkt er wel 17 Ampère doorheen te gaan, terwijl de zekering heet wordt (toch vreemd voor een die 30 moet kunnen hebben!). Misschien toch te veel ontladen? We zijn er nog niet helemaal zeker van. Doen even voorzichtig aan met belasting en hebben i.i.g. voldoende reserve. We zien nog wel. Eerst op de helling van de Olympus overnachten.
Overigens bleek wel weer hoe belangrijk het is te weten hoe de verschillende circuits in de camper (gas/water/licht) werken. En gereedschap aan boord te hebben! En een uni(verseel)meter!
Die avond zitten we op 1000 mtr hoogte in Kokkinopolis, op de westelijke helling van de Olympus. Aan het begin van het dorp is er een klein dorpspleintje waar we staan en goed contact met de bevolking hebben. Later ontdekken we dat als je het dorp doorrijdt (de weg volgen, met de bocht mee naar boven) er aan het eind van het dorp een prachtige picknickplek is. In ‘94 aangelegd. Alleen nergens aangegeven dat je daar heen kunt. Inmiddels deels door de ‘tand des tijds' (of is het jeugd?) vernield. Mogelijk omdat er geen gebruik van gemaakt wordt. Niemand vindt het. Die avond is het prachtig onder een wolkenloze hemel, met duizenden sterren. Het ontlokt aan mijn vrouw de uitdrukking: sterren als het zand van de zee (een vergelijking die God aan Abraham meegaf aangaande het volk dat uit hem zou voortkomen).
Er heerst een prachtige stilte en het lijkt alsof we vanaf de berg naar oneindige verten kunnen kijken. Het dal vol lichtjes, de krekels ver weg en dichtbij, een blaffende hond in de verte, de bellen van de geiten die nog wat onrustig zich verleggen. In tegenstelling tot Kastoria geen muggen. Heerlijk om buiten te blijven.
Het Olympusgebergte is niet groot, een vierkant gebied a.h.w. van plotseling oprijzende bergen tot bijna 3000 mtr, uit een vlakte. Het is heel begrijpelijk dat de mensen vroeger ontzag voor deze berg gehad hebben. De Grieken waren denkers. En een leefomgeving waar de schepping ontzag afdwingt, zet aan tot nadenken over leven en dood. Zo hebben mensen als Socrates en Plato daarvan niet alleen tegen de mensen toen van getuigd maar het ook in hun ‘weblog', hun geschriften, neergeschreven. De bevolking van zo'n 2500 jaar geleden woonde en werkte voornamelijk op het vlakke land . Bergen waren ontoegankelijk. De vele wegen die we er vandaag vinden zijn pas langzamerhand ontstaan.
De argeloze vakantielezer op zoek naar een reisverslag moet het maar accepteren dat ik her en der nogal eens lijnen doortrek. Met name ook naar de Bijbel. Langzaam kwam tijdens deze reis bij mij enkele facetten naar voren waar ik tevoren nooit zo op had gelet. Het gaat om de reizen van Paulus, in wiens gebied we ons bevinden. Paulus begon in het noorden, toen nog Macedonië geheten, in Filippi. Reisde over land verder naar Thessalonika (de naam toen). En vervolgens, zo is de grote lijn, via Athene naar Korinthe. Hoewel wij tijdens onze reis Thessaloniki net niet aandoen (iets te ver) reizen we wel van noord naar zuid. En we lezen in Hand. 17 dat Paulus toen hij wegging (moest eigenlijk) uit Thessalonika, hij eerst naar Berea gebracht werd. Ik weet op dit moment nog niet precies waar dit ligt, maar het is kennelijk wat landinwaarts. Vervolgens brengen ze hem in de richting van de zee, om naar Athene te gaan. Is dit per boot of te voet geweest? De tekst lijkt te wijzen op een soort afleidingsmanoeuvre, zodat hij wel over land ging. Hoe het ook zij, Paulus moet hier langs het Olympusgebergte gekomen zijn. En ook vanaf de zee moet deze berg duidelijk te zien geweest zijn. Hij beheerst de omgeving heel sterk. Toch lezen we in de Bijbel nergens over Zeus en diens invloed. Terwijl Paulus in Athene toch met wijsgeren in gesprek gaat! Enfin, de afgoden zijn god-af, dus daar hoeft ook niet over gesproken te worden.
De berg heeft ondertussen iets magisch, al stelt hij vergeleken met vele andere bergen niet veel voor. De hoogste top heet Myzkas, daarnaast zijn er enkele andere toppen. Samen zijn ze de Olympus. We blijven even in de sfeer en proberen de volgende dag toch de berg op te gaan. Maar Zeus laat ons niet toe. De dag begon stralend, maar als de rugzak opgaat pakken donkere wolken zich samen boven de toppen. We zoeken het voetpad, maar de inwoners van het dorp hebben dit in ‘94 kennelijk goed opgezet, maar zoals gezegd die tand hé....We vinden drie wegen, maar alle drie lopen ze dood! Ondertussen loeit een stormwind om ons heen. Is dit de Griekse zomer? We blijven stug volhouden, zoeken onze eigen weg. Gaan steeds hoger en hoger en jawel eindelijk zien we de top. Nee, halen doen we niet meer. Maar wel een pracht-wandeling met uitzichten en toch nog de zon (zolang we ons niet te dicht bij de kern van de berg waagden).
Op het moment dat we denken dat het punt van ommekeer is bereikt willen we een pauze inlassen. We komen terecht tussen de koeien. Even later zien we een merkwaardige tent: een paar balken en daaroverheen een stuk plastic. Een veldbed erin, het gras binnenin de tent heel hoog en een tafeltje. Wie bivakkeert hier? Even later verschijnt er een jonge man. Een Albaniër, zoals hij weet duidelijk te maken. Meer als ja en nee en dat zijn ouders in Albanië zijn komen we niet te weten. Als herder is hij kennelijk de hele zomer hier boven. Een voorraad waterflessen is daar getuige van. Geen water voor z'n tenen, die zijn duidelijk al maanden niet gewassen. Verder blijft hij ons merkwaardig aanstaren en wil tenslotte nog een bosje bloemen voor 1 Euro verkopen. Maar we hadden geen cent bij ons dus dat ging niet door. We vertrokken maar weer
Al met al werd het toch nog een hete tocht en aan het eind van de dag mag de plaatselijke bar (de enige zaak in dit dorp) ons weer een heerlijk bier voorzetten, van het hier alom bekende merk Amstel. Een dag gaat weer ten einde.


Top - Volgende pagina
Mijmeringen aan de zijlijn...

I. Met de camper in Nrd-Gr.

Noord-Griekenland is kennelijk nog niet sterk op toerisme gericht. Geen campingplaatsen, geen serviceplaatsen. Toch moet er e.e.a. geregeld worden.
Schoon water hebben we elke keer bij een tankstation gevraagd en er bovendien voor gezorgd dat we voldoende bij ons hadden. Op veel tankstations lag een slang klaar. Bij het langsrijden zag je die al. Hoef je die van jezelf niet aan te sluiten. En als je er naar vroeg was het nooit een probleem. Overigens hebben we een jerrycan van 5 ltr. voor normaal drinkwater (koffie e.d.) aan boord plus een voldoende grote trechter zodat we altijd konden bijvullen met water uit een gewone kraan zonder slangaansluiting. Al kostte dat wat meer werk...
Voor het vuile water ben je toch aangewezen op het zoeken naar een put.
Als alle tanks vol c.q. leeg zijn is er (in ieder geval voor ons) twee, drie dagen niets aan de hand. Het hangt natuurlijk af van de capaciteiten van de camper en het aantal inzittenden. Het is altijd goed in normale omstandigheden uit te proberen hoever men kan gaan.
Een camperaar wil geen bevuiler zijn. Een WC met chemische toiletvloeistof kan zeker niet zomaar geleegd worden. De Grieken mogen wel heel veel vuil zelf achterlaten, in Noord-Griekenland is dat juist een stuk minder en is het daarom ongepast chemisch spul zomaar ergens achter te laten. Gebruik bij voorkeur biologisch spul. Dan kan de toilet ook in een gewoon toilet geleegd worden. Bij tankstations is veel mogelijk.
Plekjes om te staan zijn niet altijd makkelijk te vinden. Vanuit Kastoria gingen we naar de Prespa-meren. Schitterend! Toch vonden we daar nergens een geschikte plek om langer dan een nacht door te brengen. Zodoende werd het een dagtochtje van Kastoria uit.
In Kastoria zelf ben je eigenlijk aangewezen op de parkeerplekken in die stad. Maar je kunt ook iets naar buiten gaan: volg de weg langs het meer.
Wanneer je dan Kastoria weer uitrijdt komt er na en kilometer een splitsing tussen een weg naar het ziekenhuis (naar boven) en een eenrichtingsweg langs het meer. Vlak hiervoor is een parkeerplek waar men kan staan.
Nog mooier is het door te rijden op die eenrichtingsweg die helemaal langs het meer loopt. Na een anderhalve kilometer komt er een klooster en kerkje (het tweede!) met restaurant plus een grote parkeerplaats. Hier kan men overnachten. In dat geval moet men wel (zoals bussen en taxi's doen) de eenrichtingsweg weer terugrijden. Wie langs het meer doorrijdt (overigens een schitterende weg, ook om te wandelen) komt met een camper in moeilijkheden. We hebben die weg een keer afgereden.
De camper van ons is slechts 2.60m hoog, maar we hadden al behoorlijk last van takken. Een camper met alkoof loopt gegarandeerd vast of schade op. Bovendien kom je aan het einde van het weggetje (het loopt rond) weer in Kastoria en moet je over de berg heen terug. Maar de straatjes daar zijn kruipdoor-sluipdoor! Een beginnend bestuurder krijgt daar nachtmerries van. Ook een ervaren chauffeur krijgt het zwaar. Dus beter van niet. Die eenrichtingsweg heeft uitwijkplaatsen. Veel autochtonen (vissers) doen het zelf ook zo.





II. Brood en beren
Op het terrein rond het kerkje van "Agios Ioannis Theologos" staan we heerlijk rustig aan het meer. Die zondagmorgen zitten we zo vlak bij de kerk. We zouden er ons bed niet eens voor uit hoeven, want men heeft de luidsprekers buiten staan zodat ook voorbijgangers mee mogen luisteren. Binnen is weinig ruimte, en het wordt overvol.
Een totaal andere dienst is het dan we in Nederland gewend zijn. De kerk gewijd aan de ‘heilige theoloog Johannes' heeft een typisch Grieks-orthodoxe uitstraling. Vol met iconen, overal luchters en kandelaars. Rijk versierd. Er hangt een totaal andere sfeer dan in een protestantse kerk in NL, met zijn stille banken en preekstoel centraal. Ook de dienst verloopt totaal anders.
Vanaf het begin (rond kwart over 8) tot aan het eind (11u, sic!) één doorlopende dienst waarin de ‘leitourgia', dienst gewijd aan God centraal staat. Een en al woorden van verheerlijking en aanbidding, lofzegging met lezing van Schriftgedeelten. De versiering met iconen geeft dat accent van de Gr.-Orthodoxe kerk al aan. En dat alles voortdurend zingend, enigszins gregoriaans. Een groep van mannen komt langzamerhand binnen en ondersteunt hierin de priester, zeg maar een zingende kerkenraad rondom hem. Onafgebroken gaat het door. Afwisselend de priester en daarna weer de mannen. Soms door elkaar zodat je niet meer verstaat waar het om gaat. Dan zwaait hij weer met iets, soms een kruis, de kerk in, dan weer zit hij gehurkt voor het altaargedeelte. En mensen gaan in en uit. Slaan voortdurend kruisjes, sommigen mompelen wat mee, anderen kijken gebiologeerd toe. Soms is het mudvol, brandweervoorschriften tellen blijkbaar niet. De priester staat grotendeels met zijn rug naar de mensen, zo zie je z'n baard, dan weer z'n staart (vanwege het lange haar, dat de meesten groeien laten). In ieder geval steeds z'n gebloemde toga. Prediking, uitleg van het Woord van God kent men niet. De gemeente consumeert, doet niet mee. Af en toe herken ik de gebeden. Veel Griekse uitdrukkingen herken ik, toch kan ik de dienst niet echt volgen.
Aan het einde komen er vaders of moeders die met hun kind zich op het middenpad naar voren dringen. Willen ze vooraanstaan? Totdat ik zie hoe de priester elk kind een homp brood geeft. Geen avondmaal, de instellingswoorden daarvoor hebben niet geklonken en ook de volwassenen delen niet mee. Even aandacht voor de kinderen? Die overigens voordien niet in de kerk waren?
Overigens heeft de priester het die zondag druk. Na de dienst gaat hij de prullenbakken op het parkeerterrein legen.
Later is er buiten de kerk nog een doopdienst. Een grote en een kleine beer met een grote kaars plus strik functioneren op een merkwaardige manier in het geheel. De moeder en meter weten niet goed hoe het allemaal gaat en moeten met de priester meelezen uit een boekje. En in de middag helpt de priester nog bij het aanleggen van een rondvaartboot. Al met al een gedenkwaardige zondag.