Overig |
REISVERSLAG
NOORDKAAP 16 juni - 28 juli 2004
Vervolg bij daglicht(WEEK 2) U herinnert zich nog wel de titel bij week 1? Begin bij kaarslicht. Inmiddels zijn we zover noordelijker gekomen dat het om 12 uur 's avonds nog volop licht is. Het wordt dus een vervolg bij daglicht. Weliswaar wordt het kennelijk nog een paar uur donker (nou ja...) maar bij een normale slaap merk je dat niet eens. Gevolg is dat we straks gedurende enkele weken de duisternis niet meer hebben gezien. Dat zal dus wennen worden. Daarom nu alleen maar daglicht. Wanneer we van Trondheim noordwaarts gaan, zetten we voor een koffiepauze ergens gedurende de middag onze camper langs een fjord neer. Achter een andere Nederlandse camper, die met de neus de andere kant op staat. Via Zweden is het paar naar de Noordkaap gereden. Voor hen werd het een teleurstelling. Slecht weer, koud, niets te zien van een middernachtzon. Maar die Lofoten, meneer! En de zoveelste lofzang op de Lofoten komt ons tegemoet. Het wordt wel spannend. En die Noordkaap zelf? Die koude, kale rots waar je staren kunt naar een onzichtbare verte waarin het pakijs van de Noordpool te vinden moet zijn? We laten het gewoon op ons afkomen. Zoals we dat met elke dag doen. Die dag waarop we het schiereiland van Trondheim verlaten begint met een stralend blauwe lucht. Opnieuw een mooie dag in het verschiet. In Nederland schijnt het op dit moment totaal anders te zijn. We nemen de veerpont over de Trondheimfjord, want we willen niet als massatoerist de E6 volgen. Stel u overigens van die E6 niet teveel voor. Een gewone tweebaansweg die nauwelijks een dorp omzeilt. Je wordt er tureluurs van de snelheidsborden en moet constant letten op de maximumsnelheid: 50, 60, 70 of 80 km. Dat wisselt om de haverklap. En: iedereen houdt zich er ook aan. Wat dat betreft hebben Noren geduld in het verkeer. Zitten ze achter je, dan blijven ze daar en doen geen pogingen je voorbij te komen. Ook al kun je even niet zo snel tegen de heuvel op als een personenwagen. Blokkeer je ergens hun weg, dan wachten ze geduldig tot je een stukje verder gaat. Ontzettend, wat zou het er in Nederland anders aan toe gaan, als we deze mentaliteit kenden. Overigens: pas als je zo heerlijk rustig en ontspannen rijdt, merk je pas hoe gevaarlijk snel rijden is (Dat is me onderweg m.n. in Duitsland al opgevallen)!
Maar goed, we gaan weg uit Trondheim. Aan de overkant zoeken we weg 720
op. Het eerste deel doorsnijdt deze weg een groen alpenachtig landschap
waar bijna niemand woont. Daarna volgt deze weg gedurende een kilometer
of 60 een uitloper van de Trondheimfjord. Een prachtige rit. Een smalle
kustweg met aan de ene zijde rotsen en aan de andere voortdurend het water.
En stil! Tot bijna aan het einde (waar een klein fabrieksstadje ligt)
komen we hooguit 5 auto's tegen, waarvan 1 toerist. Dat was op de E6 wel
anders geweest. Stelt u zich voor: daar kom je soms om de minuut(!) al
weer een auto tegen. Indrukwekkend is hier de flora. De gouden regen bloeit
(nu pas). Prachtige lupinen (in overvloed) gemengd met boterbloemen en
margrieten kleuren de bermen voortdurend fantastisch.
Route 17 blijven volgen betekent minstens
zes keer met de veerboot mee. Wanneer je die boot dan - net als bij ons
- vlak voor je neus ziet wegvaren kost dat een hoop tijd. Op zich niet erg,
het is langs de oever heerlijk genieten, maar we willen onderweg naar de
Noordkaap nog veel zien. Dus wanneer we aan het einde van deze dag in de
omgeving van Brønnøysund eindigen gaan we later eerst weer
een stukje terug het binnenland in om de E6 te pakken naar Bodø.
Via Malm komt weg nr. 720 dan uit op de beroemde weg 17, die als alternatief geldt voor de E6 naar het Noorden. Het eerste deel hiervan is niet spectaculair, we rijden voortdurend door een landschap dat vergelijkbaar is met de alpendalen. Hier ontmoeten we de eerder genoemde Nederlanders en zoeken kort na Namsos weer een plek voor nacht. Morgen op richting Brønnøysund om het gat in de bergen te gaan bekijken. Jawel, een attractie apart. We staan die nacht opnieuw op een vrije plek. Zomaar aan een doodlopend landweggetje langs een rivier. Totnutoe hebben we nog niet een nacht op een camping gestaan. Toch wel heerlijk als je zo zelfsupportend bent. Wel zijn er een aantal zaken die steeds goed in de gaten gehouden moeten worden. Behalve de auto, die op zijn tijd diesel nodig heeft (en meer naar het noorden moet je daar niet te lang mee wachten) is er het woongedeelte waar op z´n tijd afval, toilet en schoonwatertank beheerd moeten worden. Nu valt het op dat er in Noorwegen veel plaatsen zijn waar je de camper weer eens even in de juiste staat kunt brengen. En dat geeft steeds een goed gevoel: alles werkt weer. Weg 17, voor veel Noordkaapgangers de mooie route, i.t.t. de E6 die de snelle route is, wordt inderdaad steeds mooier. Aanvankelijk blijft het gebied nog hetzelfde, maar dan komen we helemaal langs het kustgedeelte terecht. Dat betekent langs fjorden en inhammen, over bruggen en via veerponten. Het landschap wordt steeds ruiger, de flora verandert. Grillige kustlijnen bepalen de weg die zich tussen landschap en zee door slingert. Soms stijgen we en zitten ver boven het water, dan dalen we weer of staan stil en genieten de prachtige uitzichten. Maar zover is het nu nog niet. Eerst een paar dagen van rust met bezoek aan de berg-met-het-gat en de zondag als rustdag. Na ruim 2500 km zijn zulke dagen van harte welkom. Op de plek waar we nu staan, een klein dorpje, een visverwerkingsfabriekje dat stil ligt en een haventje is een ideale plaats (zie foto hiernaast met het uitzicht). Buiten is de hele avond (ondanks het dorpje) nauwelijks meer te horen dan meeuwen en wat koeien.... Het werd overigens wel een nacht met een-en-al regen. Zou het weer gedaan zijn met het mooie weer? Zouden we het gat-in-de-berg nog kunnen bezoeken? We gaan eerst ontbijten en voorwaar, het wordt droog! We krijgen echt de kans dit natuurfenomeen te gaan bezoeken. We kleden ons aan voor een wandeling omhoog. Het wordt even klauteren, we merken dat we de laatste dagen teveel gezeten hebben en te weinig beweging hebben gehad. Daar moeten we dus goed op gaan letten. Maar even later wordt onze inspanning beloond. Natuurfenomeen Mogelijk denkt u: wat maken die zich druk om een gat in de berg? Er zijn zoveel holen en gaten in bergen, uitgesleten door de tand des tijds. Jawel, maar een gat van 14m breed, 30 m hoog en 160 m lang is niet zomaar een gaatje. Hoe kan ooit zo'n gat dwars door een bergwand gevormd zijn? Was het erosie van een zee die eens veel hoger lag, of van rotsen die veel lager lagen? Kolkende watermassa's moeten dan wel eeuw in eeuw uit door dit gat gespoeld zijn om een gat van deze omvang teweeg te brengen. Anderzijds is er het merkwaardige fenomeen dat op een relatief vlak en klein eiland hier ineens een berg honderden meters hoog uit het land omhoog rijst. Natuurlijk heeft men van dit fenomeen een zekere toeristische attractie gemaakt door een parkeerplaats aan te leggen en het pad naar dit gat 'enigszins' (meer ook niet!) te accentueren. Heel opvallend was daarbij ook de plaquette aan de rots met daarin een inscriptie van de tekst uit Opb. 14:7, een erkenning van de macht van Hem, Die hemel, aarde en zee gemaakt heeft. Dit oprijzen van de berg vanaf het eiland kunnen we helaas door de laaghangende bewolking niet goed in beeld brengen. Maar de structuur van het beroemde gat van Torghatten moge uit de foto's duidelijk zijn. Het uitzicht dwars door dit gat heen is in ieder geval geweldig, de archipel van eilanden typerend voor de fjordenlandschappen. Bovendien is het moment van het daar vertoeven het meest ideale moment van de dag, want kort daarop trekt de lucht weer dicht. Menige bui zal er die dag nog komen. Het tegenovergestelde zal zich die zondag voordoen als de lucht blauw is en de temperatuur hoog. Een ander Nederlands echtpaar dat die dag met pech op de camping arriveert (jawel, we staan voor het eerst niet vrij, maar op een camping) vertelt dat die zaterdag voor hen de tweede dag met regen was in twee weken tijd. Zij waren andersom, via Zweden en Finland door 'de noord' getrokken. We rekenen dus maar op het wisselvallige. Intussen hebben we de '17' verlaten voor weg 76, terug naar de E6. Het landschap is zoals altijd heel afwisselend, kilometers door gebieden waar nauwelijks een huis te zien is, uitlopers van fjorden met prachtige omgevingen om dan uiteindelijk via een lange tunnel op een hoogvlakte van enkele honderden meters hoogte aan te komen, een hoogte die de indruk geeft dat je in de Alpen ergens tussen 2500 en 3000m zou zitten. Dat verschijnsel heb ik al vaker genoemd, maar blijft toch steeds boeien. Het bepaalt je steeds bij het totaal andere van dit land, bij klimatologische omstandigheden die je met heel andere dingen rekening laat houden dan je gewone verstand aangeeft. En zo komen we ook weer op de E6 terecht, waar we voor 2 nachten een camping zoeken. Het weer werkt minder mee, maar we staan perfect met naast ons een wildbruisende rivier. En als het de volgende morgen dan, zoals gezegd, weer stralend blauw is, vergoedt dat alles. Bovendien: 's avonds tot tien uur nog een wandeling in de zon maken, dat doe je thuis niet. Koffie aan de voeten van 7 zusters De beroemde E6 volgen we nog een klein stukje, tot net voorbij Mosjoen. Daar zoeken we dan de '17' weer op door richting Sandnessjoen te rijden. Een schitterend gebied. Langs prachtige fjorden gaat het, waar zoveel indrukken van de pracht van de schepping op je af komen dat je het maar nauwelijks bevatten kunt. Niet voor niets wordt Noorwegen telkens weer geroemd als een land vol van ongerepte schoonheid, waar maar weinig andere Europese landen tegenop kunnen. Vooral de stilte, het overweldigende, de wolkenpracht! Onderweg zijn er steeds weer voldoende stopplaatsen en daar maken we gretig gebruik van. Mosjoen en Sandnessjoen zijn op zich geen plaatsen met grote bezienswaardigheden (de achthoekige kerk van Mosjoen is van buiten wel uniek, maar is helaas niet open), maar het dwalen door zo'n stadje en het vertoeven aan de haven is op zich al een genot. En wat te denken van de wolkenpracht die als een deken op de bergen tegenover Sandnessjoen is gelegd, terwijl het overal de hele dag een stralende blauwe lucht is! Wolken die als een saus over de toppen zijn uitgegoten. Machtig! Wat kan de schepping toch groots en indrukwekkend wezen. Je staat er elke keer weer versteld van. Intussen zijn er natuurlijk nog veel meer dingen die we zien en die in dit verslag niet vermeld worden. Je kunt niet alles noemen. Aan de tegenoverliggende kant zien we zo een merkwaardige bergketen. Eén lange bergrug met zeven ongeveer even hoge toppen. We besluiten een weg in die richting, wijzend naar een parkeerplaats, te volgen om een kopje koffie te zetten. Dan blijkt dat die bergtoppen de 'zeven zusters' heten.... Elk rond de 1000m hoog. Elk met een eigen naam, twee die bijna aan elkaar vast zaten en bijna identiek waren heten dan ook inderdaad de 'Tvillingene'. Dat verstaat u wel... De Noorse taal is trouwens een taal die je als Nederlander redelijk kunt lezen. Uit heel veel woorden haal je direct de betekenis. Wat denkt u dat een 'opphoyd gångfelt' is. Een "opgehoogd gangveld". Duidelijk? Gewoon een zebra op een verhoging, een drempel dus. Met een beetje logisch denken kom je er vaak uit. Alleen: je moet het die Noren niet horen uitspreken, want dan versta je er niets van. Als ze alles maar gewoon op z'n Holland uitspraken, dan was conversatie toch wel veel makkelijker geweest. Weg 17 nu vanaf Sandnessjoen naar het noorden te blijven volgen zou, zoals gezegd, veel veerboten betekenen. We gaan daarom maar weer eens slingerend door het land. Hoewel we ook dan wel een veerboot moeten nemen. Die van Levang naar Nesna. Het is maar een klein stukje. Als we bij de pont aankomen slaat echter de schrik om het hart. Er staat een hele lange rij. Bovendien blijkt de veerpont pas over vijf kwartier te vertrekken (terwijl het al 's avonds 7 uur is) en wat nog erger is: er staat een kolossaal zwaar transport met bijzondere begeleiding vooraan. Onder een van de vrachtauto's tel ik 42 banden! Moet en kan dat allemaal op die boot (zie foto)? En zinkt die dan niet, vraagt mijn vrouw? Al wachtend in de rij koken we het avondeten en als de boot komt blijkt inderdaad hoe ontstellend veel vracht zo'n boot kan hebben. We halen veilig de overkant. In Nesna denken we aanvankelijk op een vrij gedeelte van de kade te kunnen blijven staan. Een gesprek ontspint zich met een bewoner (een Irakese Koerd) van het nabijgelegen asielzoekerscentrum. Hij blijkt 2 jaar in NL gewoond te hebben. Daar werd zijn asielaanvraag afgewezen en nu probeert hij het in Noorwegen. Hij is de Nederlandse taal nog aardig machtig. Even later komt de havenmeester ons vertellen dat er nog (veer)boten zullen aanmeren, dus dat we daar niet kunnen blijven staan. We vertrekken en daar hadden we geen spijt van. Want een eind verderop en hogerop als de weg zich omhoog heeft geslingerd naar de Sjonfjellet, ontdekken we een parkeerplaats waar we een uitzicht hebben, zo grandioos, zo overweldigend dat we er geen moment over hoeven te denken om daar te blijven. We kijken van grote hoogte naar alle kanten in fjorden en tegen bergruggen aan, daar boven straalt de zon nog. In één woord schitterend.
66 graden en 33 minuten Wonderlijk, die magische lijn, de noordpoolcirkel. Wat stelt het voor? Eigenlijk niets te zien dan allerlei borden en monumenten dathier de beroemde lijn overheen loopt. Maar toch een mijlpaal wanneer je die bereikt. Dinsdag 29 juni om 14.10u was het zover. Ineens ben je op die plek. Weliswaar door mensenhanden uitgerekend en aangeduid met een bepaalde breedtegraad, maar hoe magnifiek steekt dat eigenlijk in elkaar dat exact 2/3 van de verdeling van het noordelijk halfrond gewoon naar de zon in het zuiden zit te kijken, terwijl de bovenste 1/3 soms naar de zon in het noorden, dan weer in het zuiden of zelfs helemaal niet naar de zon zit te kijken (tijdens de poolnacht). Je kunt het wiskundig berekenen of niet (en het klopt echt wel!), maar hier heb je weer een van die gegevens waarvan je kunt zeggen: zo precies zit de aarde in elkaar en het werkt allemaal. Een machtige Schepper hebben we! Wanneer welke maat dan ook een ietsje anders was, dan zou het leven op aarde niet mogelijk zijn zoals het nu was. In de tijd van de Bijbel hadden de mensen nog het besef dat de aarde plat was en de zon erom heen draaide en ze hadden geen flauwe notie van breedtegraden en verdeling van licht en duisternis op noordelijk of zuidelijk halfrond. Maar ze hadden wel een enorm besef van Gods grootheid en van de kleinheid van de mens, die vaak meent machtig te zijn en alles kan beheersen. Zo'n vakantie geeft je ook weer eens tijd om al deze dingen te beseffen. De razernij van het leven heeft ons vaak aardig te pakken. Zo kwamen we in het poolcirkelcentrum mensen tegen die met een bus 'even' in 14 dagen heen-en-weer naar de Noordkaap gingen. Inderdaad, als je wilt, kan het. Maar van de omgeving zie je dan niet veel en tijd om alles op je in te laten werken heb je dan helemaal niet. Natuurlijk, niet ieder heeft zo ruimschoots de tijd als wij het nu mogen doen, maar wanneer vakantie iets krijgt van het shoppen van de happenings van de 'leisure-industry' (huidige naam voor de entertainmentwereld oftewel in gewoon Nederlands: recreatie), dan blijft er weinig over van de echte betekenis: her-scheppen. Ook van jezelf. Goed, we zijn dus op de poolcirkel aangekomen. Daarvoor hebben we weg 17 weer verlaten en zijn via Mo i Rana (fabrieksstad, wel een prachtige omgeving) de E6 weer gaan volgen die omhoog ging naar de Saltfjellet (=hoogvlakte). Op bijna het hoogst punt daarvan (rond de 650 m) ligt dan de poolcirkel. En daar staan we dan in een wereld van ijs en rotsen, met een buitentemperatuur van nog slechts 9,6 graden en af en toe wat lichte regen. Een happening weliswaar, met veel souvenirs en zo, maar toch, die magische grens is bereikt. Hier ga je naar een wereld waarin licht en duisternis totaal andere regels volgen dan je gewend bent. Hier zie je de gevolgen van het merkwaardige feit dat de (denkbeeldige) aardas scheef staat. En dat daardoor hitte en kou ongelijk verdeeld zijn. Praktisch niemand, zeker geen toerist, rijdt zomaar pardoes over deze grens zonder te stoppen. Hier moet je dat wel even op je in laten werken. Aan de andere kant gaat het weer naar beneden. Naast ons kolkt het water zich diezelfde weg naar beneden om via een van de fjorden straks zich te vermengen met het zoute water van de grote oceaan. Beneden in het dal aangekomen staat de buitentemperatuur nota bene weer op zo'n 19 graden. Dus zo koud hoeft het ook weer niet te worden! We zijn benieuwd naar wat allemaal nog komen gaat. In Bodø aangekomen zoeken we eerst uit of we met de boot direct over kunnen steken naar de Lofoten. Die willen we in geen geval missen. De Lofoten zijn via land bereikbaar, maar dan moet je eerst honderden kilometers naar het noorden, om dan op die Lofoten weer helemaal af te zakken. Wie eerst de Lofoten bezoekt kan dus beter de boot nemen. Wie onze route bekijkt zal mogelijk verbaasd zijn over de slingeringen. Maar ons doel is niet enkel en alleen de Noordkaap te bereiken. Zoals gezegd: de weg is de reis. Of zoals we op een Duitse camper zagen staan: Der Weg ist das Ziel ! Kleinste plaatsnaam De dag van de overtocht wordt een dag van geduld. Er stond al zo'n grote rij voor de boot dat het de vraag was of we mee konden. Reserveren helpt hier wel, want die dat gedaan hadden kwamen op het laatste moment pas aan. Wij hebben 3 uur gewacht, zouden we wel, zouden we niet. Uiteindelijk zijn we de een na laatste auto die een beetje scheef nog net achterin gepropt kon worden. Maar we kunnen mee op die drieëneenhalf uur durende overtocht! Een grijze lucht en een grijze aankomst, dat wel. Maar hoe dichter we bij komen, hoe duidelijker de rotsen van de Lofoten zichtbaar zijn. Ondanks de sterke wind zijn velen naar buiten gekomen en klikt en snort menig toestel om toch die magische indrukken van die Lofoten alvast vast te leggen. Hier komt het dan, dit mysterieuze gebied dat het mooiste stuk Noorwegen genoemd wordt. Met een lengte van 240 km strekt zich een eilandengroep uit, die vrij plotseling vanuit zee oprijzen. Vooral de onderste 4 eilanden (de echte Lofoten) worden doorsneden door kloven en talloze fjorden en zeestraten. Een grillig stuk natuurgebied wat vanouds leefde van de visserij. Een van de belangrijkste visgronden bevindt zich ook in deze fuik van water tussen de Lofoten en het vaste land, omdat het water van de Golfstroom daar zorgt voor warmte, die m.n. de kabeljauw nodig heeft tijdens het paren in de eerste vier maanden van het jaar. Wanneer je van een afstand die kustlijn bekijkt, vraag je je af hoe het mogelijk is dat er verkeer kan rijden en dat er mensen wonen. In een ver verleden woonden er ook alleen maar de vissers die genoeg hadden aan een baai waar ze aan land een hutje konden bouwen. Veel van deze overgebleven vissershutten (rorbuer) worden hedentendage verhuurd aan de toeristen. Tot op de dag van heden zie je hoe op deze eilanden alleen de kuststrook benut wordt. Nergens in en op de bergen is bebouwing, bewoning of gebruik te ontdekken. Daar zijn de bergen ook te steil voor. Met onze camper gaan we niet zoals het gros vanaf de veerboot rechtsaf naar het noorden, maar eerst de nog weinig resterende weg naar het zuiden. Om daar in het plaatsje met de kleinste naam van de wereld te beginnen, Å. Op de grote parkeerplaats - waar je eigenlijk niet mocht kamperen - staan we die nacht met nog 27 andere campers. Kennelijk wordt het buiten het hoogseizoen (dat die nacht overigens wel begon) nog toegestaan. Met een avondwandeling maken we kennis met de Lofoten. Op de pagina met 'reisfeiten'
kunt u de logistieke gegevens van deze reis volgen.
In week 3 zullen we u meer laten zien van deze prachtige eilanden. Al blijft het natuurlijk waar dat geen enkel beeld helemaal uit kan drukken hoe indrukwekkend alles was. Het zou ook leuk zijn een reactie van u te lezen in ons gastenboek! |
Mijmeringen
aan de zijlijn Het valt me altijd op campings weer op met welke verschillende verwachtingen of gedachten mensen op vakantie gaan. Of soms ook: wat hen beweegt te gaan kamperen. Heel verschillend is de 'uitrusting' waarmee men op reis is. Varierend van heel primitief tot waanzinnige luxe. Nu zal ieder daar eigen redenen voor hebben, waar ik niet over oordelen zal. Vakantie is echter wel zoiets als: helemaal los van thuis zijn, terwijl sommigen hun hele huis te lijken hebben overgeplant naar hun vakantieverblijf. Je verbaast je er af en toe over wat sommigen aan materiaal bij zich hebben, van miniatuur-wasmachine, miniatuur-oven, miniatuur-friteuze naar miniatuur-magnetron, een aanhangwagen achter de camper voor een Smart, een op-afstand-bestuurbare-caravan om goed in te parkeren (voor gehandicapten overigens een uitkomst!) en natuurlijk niet te vergeten de onvermijdelijke schotelantenne die direct na aankomst gericht wordt om de laatste roddels over de sterren te kunnen ontvangen. Wat me ertoe brengt in een verslag over de Noordkaap dit allemaal te schrijven: omdat het me opviel hoe weinig mensen ook (of juist nu!) tijdens de vakantie de tijd nemen om een boek te lezen of op andere wijze bezig te zijn. Ik dwing er niemand toe, maar het kan zo 'onthaastend' zijn. Vandaar even mijn ontboezemingen. Zelf spaar ik boeken op tot vakantie. En over dat eerste boek waar ik aan begonnen ben wil ik het hebben. Het is niet zomaar een boek, want het bevat ruim 1200 bladzijden. Het is het laatste boek van Geert Mak, "In Europa", en gaat over het 'Reizen door de 20e eeuw'. Alleen gaat het niet over vakantiereizen, maar over dat wat de geschiedenis van de 20e eeuw ons brengt. Op zich misschien helemaal niet interessant om dit in een vakantieverslag te vermelden, ware het niet dat juist in verband met deze vakantie het mij trof dat Geert Mak in dit boek schrijft aan de hand van bezoeken die hij aflegde aan de verschillende steden van Europa die voor de geschiedenis van belang zijn geweest. Daarbij komen praktisch alle landen van Europa aan orde .... behalve ... u raadt het al: Noorwegen. Jawel, het wordt enkele keren genoemd i.v.m. de 2e Wereldoorlog en de felle invallen en aanvallen die het daarbij te verduren heeft gehad, maar als land dat van enige invloed geweest is op Europa's geschiedenis wordt er geen gewag van gemaakt en werd geen bezoek afgelegd. Is dat terecht? Als leidende partij heeft Noorwegen zeker geen grote rol gespeeld. De vraag is echter of de gang van de geschiedenis van Noorwegen ons toch niet veel te leren heeft. Het land is niet voor niets een land geweest dat neutraal wilde blijven en (net als Zwitserland, dat hij overigens ook niet noemt) totnutoe buiten het verenigd Europa bleef. Je kunt daarvan denken wat je wilt (het weer moeten rekenen in NOK's in plaats van in Euro's is ook niet niks), maar het zegt wel iets over het niet willen opgeven van eigen nationaliteit en eigenheid. Daarbij staat de individuele mens meer op de voorgrond dan in de massaworst van Europa, waar alleen het commerciele belang telt en vandaag nog steeds de machtshebbers de dienst uitmaken. Zou het niet zo moeten zijn dat de landen die juist bewust zich van de grote geschiedenis hebben afgehouden meer op de voorgrond moeten staan dan landen die mensen alleen maar als kanonnenvoer hebben gezien? Dat laatste bepaalt namelijk de lijn van Mak's boek. Misschien kunnen we van die landen meer leren dan van de voorbeelen van verziekte geesten die de drijfkracht achter veel ellende waren. Noorwegen had alle reden zich rustig te houden. Pas in 1905 werd Noorwegen echt zelfstandig. Wie de geschiedenis van Scandinavië leest ziet hoe ook daar de machtsverhoudingen steeds een geweldige rol hebben gespeeld. Eerst Denemarken en later Zweden heersten over Noorwegen. Daarbij was Noorwegen onbetekenend doordat juist in de Middeleeuwen de bevolking bijna weggevaagd was door de pest. Dat Noorwegen dus begin 20e eeuw zelfstandig werd en dat het economisch van belang is geworden in Europa heeft dus wel degelijk geschiedenis gemaakt. Ook met zulke ogen kijk je rond als je in Noorwegen op vakantie bent. |