Overig |
REISVERSLAG
NOORDKAAP 16 juni - 28 juli 2004
Altijd licht(WEEK 3) De eerste dag op de Lofoten brengen we het niet verder dan zo'n 70 km. Niet vanwege oponthoud, maar vanwege de vele indrukken. Op het zuidelijkste puntje genieten we van het uitzicht en de machtige omgeving. Rotswanden die zomaar uit de zee omhoog rijzen, grillige vormen en daartussen meeuwen die de wereld daar tot een belevenis maken. Als de camper eenmaal gestart is, staan we om de paar kilometer stil. Alweer een mooi haventje, alweer een prachtig vergezicht, en alweer die typische Lofotense bouwstijl. Laat onderstaande fotoimpressie een verslag op zich zijn van die eerste dag. (Sommigen van die foto's zijn aanklikbaar voor een groter formaat). Inmiddels is het grijze weer van gisteren verdwenen en schijnt de zon weer heerlijk naar binnen. We hebben een prachtige locatie gevonden in een dorpje aan de rand van een baai, met vergezichten waar je thuis alleen maar van dromen kunt. Dan is het exact twaalf uur. 's Avonds!!! We zien voor het eerst de middernachtzon !!! Buiten is het 13,6 graden, de deur staat nog open..... Links:
Rechts:
Rechts:
Enkele aparte vissenkoppen. De stilte horen Ook die tweede dag op de Lofoten schiet het niet op. We gaan wel in de goede richting, maar op deze manier zijn we aan het eind van de vakantie wellicht net op de Noordkaap. Dat is niet de bedoeling. Toch nemen we het er hier even van. De mooie plekjes rijgen zich aaneen en strijden om de voorkeur om er even te stoppen. Aanvankelijk blijven we (op de Lofoten) de hoofdlijn, de E10, volgen, maar op Vestvågøy kiezen we toch voor de oostkust, de 815. Volgens de gidsen is dit een mooiere route. En dat is het in ieder geval. We eten ons brood zittend op een groot rotsblok. Om ons heen is het werkelijk doodstil. Slechts af en toe passeert hier een auto. Hier hoor je iets nieuws, hier hoor je de stilte! Ademloos luisteren we toe en drinken met volle teugen deze omgeving in. Aan de overkant van de baai hullen de onbegaanbare en onbereikbare bergen zich af en toe in nevelen, sluiers drijven vanuit zee binnen en tegelijk zitten we onder een stralend blauwe hemel. Zo gaat het door, die dag. Hier een plekje, daar een plekje. We zakken af naar het dorpje Henningsvaer (en zijn dan inmiddels weer een eiland verder). Volgens de gidsen een toeristisch dorpje met veel vis die te drogen hangt en aanverwante industrie. Maar kennelijk is het seizoen voor de stokvis voorbij, want veel vis vinden we daar niet. Impressies van een nieuwe dag Zandstrand Langs deze weg hadden we een zeldzaam zandstrandje gezien, met parkeerplaats. Strand is hier normaal niet te vinden. Bij dit strandje parkeren we onze camper voor de nacht, samen met nog enkele anderen. De zon schijnt nog volop en het wordt buiten eten. Dan naar het strand. Als rechtgeaarde Nederlander kan het natuurlijk niet anders dan dat ik het beroep van dijkenbouwer ga uitoefenen. Dat lukt, stromen worden ingedamd. Altijd weer boeiend om dat spel van water en zand te zien. Totdat de vloed weer op gaat komen. Wat eens een sterke dijk leek, is binnen de kortst mogelijke tijd niet meer dan een rif, nog zwak onder water voelbaar, tot ook daar even later niets meer van over is. Zo is de kracht van het water. Al is het maar spel in het klein. En ook al is het inmiddels negen uur in de avond, van de kou wordt niets gevoeld. De zon doet nog steeds krachtig zijn werk. En dat boven de poolcirkel! Daar moet je in NL eens om komen. Wie zei er ook al weer dat het in Noorwegen alleen maar koud was? Behalve één veerpont kom je - de E10 volgend - vanzelf weer op het vasteland. Voor zover je tenminste van 'vaste land' kunt spreken,want al rijdend is het een en al gekronkel over bergen en langs fjorden (Zie de kaart op de pagina met reisfeiten). Een machtig landschap in allerlei vormen ontrolt zich steeds weer voor onze ogen. Niets dan bergen en water, met hier en daar wat verspreide huizen, soms een dorp genaamd, soms niet meer dan een al of niet verlaten woning. En die kleuren! Nu eens is het water donker grijs, dan weer helder blauw, ieder bocht levert weer nieuwe verrassingen op. Nooit is het saai hier zo eindeloos te rijden. Zo gaan we langzamerhand de Lofoten weer verlaten, na nog wat andere plaatsen bekeken te hebben (Vågan, met z'n grootste kerk van de Lofoten, 1200 zitplaatsen, Svolvaer, de hoofdstad). Toch zijn deze laatste plaatsen minder indrukwekkend dan de dorpen helemaal in het zuiden. De typische Lofotenstijl raken we wat kwijt. Zodra het veer Fiskebøl-Melbu (de achtste; prachtige belevenissen altijd weer - die veerponten!) gepasseerd is, is ook het landschap anders. Die tevens mooie dag die we hebben maakt het rijden langs al deze fjorden, inhammen en meren tot een heerlijke belevenis. Voor we nu echt de laatste brug naarhet vasteland gaan nemen (en vervolgens alleen nog maar de E6 hoeven te volgen naar de Noordkaap) gaan we eerst weer twee dagen op een camping staan en nemen het er even van. Het wordt een 'nemen' met wisselende gevoelens. Daar is eerst het weer. Een ongelooflijk prachtige zaterdag. De hele dag de zon en de fjord waar we onze camper hebben neergezet is een lust om naar te kijken, een enkele boot, vissende mensen. En steeds weer die zonnestralen die alles in prachtige kleuren schildert. Hoe later op de avond hoe mooier het lijkt te worden. Want de zon daalt wel, maar gaat niet onder. Al zal het straks wel zo worden als ze achter een bergrug verdwijnen gaat. En inderdaad is het om half twaalf zover. Pas dan voel je dat het in je T-shirt buiten ineens te kil is geworden. Het drijft ons uiteindelijk naar binnen. In het besef dat wat onmogelijk leek hier waar werd: dat we tot bijna middernacht genietend van de zon buiten hebben gezeten (en dus niet met dikke jassen aan!). De tegenstelling met de daaropvolgende zondag kon bijna niet groter zijn: met een strakblauwe lucht begint het, dan komen al gauw de buien en regent het bijna de hele dag. De temperatuur daalt sterk, een harde storm steekt op. Een tent van een Sami-souvenirverkoper vlak naast ons (de Samen zijn de Lappen), waarvan we er nog vele zullen zien, dreigt kapot te waaien en gaat uiteindelijk helemaal tegen de vlakte. We zien het te laat om nog iets te redden. Ook wij zelf hadden kleine tegenvallers. Lees maar in het kader met 'Pechgevallen'. Uitersten Noorwegen is een land van uitersten. Niet alleen omdat het onderste en bovenste eind zo ontzettend ver uit elkaar liggen. Ook in allerlei andere zaken merken we dat. Neem vandaag, maandag 5 juli. Gisteren de heeeele dag regen en een zware storm. Temperatuur gedaald tot 9 graden. Voorbode waarvan, dachten we nog. Maar vanmorgen zie je de wolken breken. En nog maar net op weg of de lucht straalt aan alle kanten het blauw weer uit. Een prachtige dag. Met temperaturen van boven de 20 graden. We hebben vandaag de afstand tot Tromsø in een keer overbrugd. Toch 330 km, een afstand die we totnutoe in Noorwegen nog niet op één dag hebben afgelegd. Langs snelwegen waar je 120 mag is dat niet veel, maar langs een bochtige E10 en E6, waar je af en toe maximaal 90 mag en je ook nog elk moment wilt stoppen om van het uitzicht te genieten plus een klein openluchtmuseumpje dat je wilt bezoeken, is dat toch een behoorlijke afstand. En wanneer je dan op de borden ineens ziet staan dat het naar Kirkenes nog 1043 km is, dan is het niet erg nog even door te rijden. Kirkenes ligt veel oostelijker dan de Noordkaap, ongeveer op het punt waar we Finland in hopen te gaan. Opnieuw gaat het langs prachtige fjorden omringd door bergen waar het sneeuwdek nog niet verdwenen is. Noorwegen is ook het land van uitersten wat betreft veerponten. Geen zielige Lek-veertjes waar 3½ auto en 2 fietsers op kunnen, maar paleizen van schepen met ruimen waarvan je denkt dat ze nooit vol raken. Waar een stilstaande drie- of meervoudige file met respectabele lengte in een oogwenk (en ook nog in exacte volgorde van binnenkomst!) is opgeslokt, begeleid door potige kerels die weten waar je moet gaan staan. Noorwegen is een land van uitersten als het gaat om bruggenbouw. Geen water te groot en bovendien geen schip te hoog, of het moet onder die brug door kunnen. Hef-, draai-, ophaal- en andere beweegbare bruggen kent men niet. De Hurtigrute (zie foto) moet en zal eronderdoor gaan. Met als gevolg dat je de eerste keer als je zo'n brug oprijdt bijna stijf van angst in je stoel zit en denkt: waar gaat dit heen? Elke keer wordt je eindeloos uitgetild boven het wateroppervlak (waarbij je bovenop natuurlijk geen tijd hebt om genietend de beide zijden af te turen) en vraag je je af of het niet wat erg hoog is... Het is ook een land van uitersten als het gaat om tunnels in bergen. Met zoveel bergen moet je wel veel tunnels bouwen. Elk ogenblik verschijnt er weer een. Van het gatenkaasidee dat je van de Alpen had blijft niets meer over. Hier worden pas tunnels gebouwd. Alleen: ook bezuinigd op verlichting. Beter gezegd: ingericht op de winterdag als je vanuit het donker een verlichte tunnel inrijdt. Maar o wee, wie in de felle zomerzon een tunnel induikt. Die ziet nauwelijks een hand voor ogen, laat staan een tegenligger. Dat is elke keer weer schrikken en oppassen geblazen. Tegen die donkere tunnels wordt door iedereen gewaarschuwd die wat rondgereden heeft in Noorwegen. En terecht. Vandaag komen we helemaal het maximum op tunnelgebied tegen! Tromsø is, moet u weten, gebouwd op een berg op een groot eiland midden in een fjord. Wie door de stad heen of verder naar oost of west wil, die zou het verkeer in die stad behoorlijk laten vastlopen. Een idee - waarvoor de ambtenaar destijds wellicht een vette bonus heeft gehad - was het om onder de stad tunnels aan te leggen. Maar niet zomaar een tunnel, nee, een tunnelsysteem van ettelijke kilometers. Dat houd je niet voor mogelijk wat daar onder de stad aan tunnels, rotondes en parkeergarages ligt. Mollenstelsel, noemt mijn vrouw dat. En dat alles natuurlijk op de bekende wijze verlicht. Dan duik je aan de oostkant een tunnel in, in de hoop er aan de westzijde uit te komen en komt dan na een kwartiertje rijden aan dezelfde zijde weer buiten. Zo werkt dat. Handig toch, kaartlezen (in het donker) en de borden niet begrijpen? Als je bij de tweede poging een andere camper ook weer tegenkomt weet je dat je niet alleen staat in je stuntelige pogingen om niet recht-toe-recht-aan op je richtingsgevoel af te gaan. Wie op de kaart de route volgt zal opnieuw opmerken dat we niet de E6 zijn blijven volgen, maar deze weer verlaten hebben. Bij Norkjosbotn zijn we linksaf de E8 gaan volgen om straks als we Tromsø weer verlaten via weg 91 en twee veren de E6 weer op te gaan zoeken. Maar eerst brengen we een bezoek aan deze stad, haar haven en de ijskathedraal. Levensonderhoud In Tromsø hebben we tevens een van de gasflessen laten vullen. Gasflessen vullen is in Noorwegen een bekend probleem We dachten (hadden uitgerekend) genoeg bij ons te hebben, maar één van de flessen bleek in het begin behoorlijk gelekt te hebben en was daardoor sneller leeg dan berekend was. En met het oog op mogelijk koude dagen helemaal in het Noorden willen we toch niet zonder gas komen te zitten. We zijn tenminste al verschillende mensen tegengekomen die met 5 à 6 graden aan de Noordkaap waren. Het aantal vulmogelijkheden (voor een overzicht kijkt u even hier) in Noorwegen is zeer beperkt, maar het is ons gelukt in Tromsø. Alleen, we wisten dat gas in Noorwegen extreem duur was en dat klopte. Drie keer zo duur als in NL. Voor het overige moeten we zeggen dat het prijspeil ons alles meevalt. We herinneren ons van een vorige vakantie dat m.n. het levensonderhoud zo extreem duur was. Een literfles cola (dat ging er bij de kinderen toen wel in) voor destijds (1992) 5 gulden was wel erg veel. Nu valt het ons alles mee. Of zou het er mee te maken hebben dat in NL de prijzen zo gestegen zijn...? We krijgen weer een prachtige fjordentocht. Vanuit Tromsø gaan we immers dwars over de eilanden om via twee veerponten uiteindelijk op de E6 terecht te komen. Het zullen zo'n beetje de laatste veerboten wezen. we hebben er inmiddels al wel tien gehad. In tegenstelling over wat ik hierboven schreef over die kolossale boten hadden we vandaag twee kleinere boten. Afdankertjes, dat ook nog, zo aan de deuken en het roest te zien. En zo bereiken we weer het vaste land met de E6. Ook hier schieten we niet op (en willen dat ook niet) omdat menig prachtig plekje even tot genieten uitnodigt. Of een kleine afwijking van de route ons in een achterafplekje brengt. Dat zijn de leuke plekjes, de leuke ontmoetingen. Met die Duitser, die al vele jaren hier komt om te vissen en weet te vertellen dat het fjord op dit moment onrustig is (het waait op die plek ook behoorlijk en de temperatuur is gedaald tot 13,5 graden, terwijl die even later, iets van de kust weg, weer boven de 20 staat) omdat de zomer tonutoe koud was. En nu het warmer gaat worden komt a.h.w. al die kou los. Of met die Noor, bij het kerkje waar we een nacht gaan staan. In gebroken Duits vertelt hij hoe hij als jongen in de oorlog veel omgang met de Duitsers had en van hen Duits leerde. In WO II hebben de Duitsers nl. al heel vroeg Noorwegen aangevallen om strategische havens (ertstransporten vanuit Zweden!) te bezetten. Zo werd Narvik op 9 april 1940 gebombardeerd. Voor de Britten was die aanval op (Denemarken en) Noorwegen een nare verrassing, aangezien ze net zelf aan een aanvalsplan hadden gewerkt. Begin april zouden ze dit uit gaan voeren. Zij landden uiteindeijk alleen maar met toeristenkaarten en zonder ski's (hartje winter!). De Duitsers waren daar dus net even te slim. Behalve de bezetting is er ook veel ondergronds verzet geweest. Overal in deze streek kom je dan ook 'Krigsminnen' tegen, herdenkingsplekken uit de oorlog. Tja, wie zo ook deze herinneringen om zich heen ziet die ervaart ook weer de grote tegenstelling met een land dat nu (evenals de rest van Europa) in rust en vrede leven kan. Ook dat is een groot goed dat we nooit vergeten mogen. In een tijd waarin we echter veel horen over ego-tripperij en een hedonistische levensstijl is het gevaar heel groot dat we deze waarden vergeten. Zal het vredelievende (vis)stekje hiernaast een beeld blijven dat we in Europa behouden zullen? Of wordt onze uitverkoop van normen en waarden straks ook de ondergang van een maatschappij die tot op grote hoogte geklommen is... De zon opzoeken Thuis vertelden we wel eens, al naar onze vakantieplannen gevraagd werd, dat we de zon gingen opzoeken. Gedacht werd dan dat we naar de Spaanse kust gingen of zo. Maar we bedoelden natuurlijk de plek waar de zon het altijd licht laat zijn. Of die ook schijnen zou, wisten we natuurlijk niet. Maar hoe Noordelijker we komen hoe meer het wel lijkt of we inderdaad de Spaanse kust naderen. De temperatuur lijkt alleen maar te stijgen. Het betekent ook wel dat we wat meer last gaan krijgen van muggen en vooral steekvliegen. Dat betekent alles goed dichthouden. Even lijkt het er niet op. Die avond en nacht zijn er flinke buien en daalt de temperatuur behoorlijk Binnen in de camper is het warm en gezellig. We verlaten het dorpje weer en vervolgen de E6. Het is nog steeds de enige weg naar het Noorden. Wel zijn er af en toe zijwegen, maar vaak leiden die nergens toe, dan naar een dal met wat verspreide huisjes. Het berglandschap is nog steeds opvallend en tegelijk imponerend. Elke keer lijkt het weer alsof je door de bovenste regionen van de Alpen rijdt, kale donkere rotsen, met telkens sneeuwlagen, ontoegankelijk, zonder enige weg of bebouwing. Een woest gebied, dat afhankelijk van de lichtval imponerend van schoonheid of dreigend van majestueuze donkerheid over kan komen. Langs de Rotsundet Stilleven in een fjord We willen niet alleen maar E6 rijden en wijken daarom elke keer weer van de doorgaande route af. In Sørkjosen zorgen we eerst voor een volle tank (het wordt nu toch tijd; in noord-Noorwegen moet je ervoor zorgen dat je tijdig tankt en de meter stond nog maar op een kwart!), we kopen ons eten in en gaan dan bij de volgende plaats, Storslett, het Reisadal in. Een breed en lang dal, met achterin kennelijk een waterval met een vrije valhoogte van 275m. Of we zover gaan weten we nog niet. Halverwege (na 16 km) vinden we een prachtig nieuw aangelegde picknickplek, waar we uitgebreid koffiedrinken en een ontmoeting met een Deen hebben die in z'n eentje een rondreis aan het maken is. Omdat het weer op dat moment zich even van de donkere kant laat zien denken we dat het beter is dit dal niet verder uit te rijden. Later horen we van een ander Duits echtpaar dat zij dit ook eerst wilden doen, wel achter in het dal waren, maar dat de boottocht erheen nog 20 km was en bovendien meer dan 1000 NOK (= meer dan € 120) kostte. Zij hadden het dus ook niet gedaan. Een goede keus om dus terug te gaan. In Storslett proberen we nog even de laptop aan te zetten en te kijken of er een internetverbinding ergens open staat, en bij het derde of vierde huis is het al raak. Zoveel Noren werken kennelijk met wireless verbindingen! Moeilijk is het totnutoe niet u steeds op de hoogte te houden. Na Storslett klimt de weg alweer naar een fjell (=hoogvlakte), de Kaenangsfjell. Niet hoog, slechts 450m, maar op deze breedtegraad mist dat zijn uitwerking niet. Machtig uitzicht daarboven. Waar je ook kijkt fjorden en bergen, een groots tafereel ontrolt zich voor je ogen. Menige keer staan we stil kijken onze ogen uit, maken foto's en video en zijn elke keer weer verrast dat Noorwegen zo afwisselend en zo rijk aan natuur kan zijn. Dit moet je niet 'even' doen. Wie ooit Noorwegen bezoeken wil en bijv. maar 2 tot hooguit 4 weken heeft, moet een keuze maken voor het zuiden, midden of noorden. Maar niet zoals sommigen in 14 dagen alles doorkruisen. We merken het nu al: als je veel ziet moet je goed noteren waar je was, anders vergeet je snel. Door de vele vastleggingen blijven de beelden ons duidelijk voor ogen staan. Onderweg zie ik in een flits een stevige sneeuwlaag ergens op de bergen. Als we even later een bord zien dat verwijst naar de Jøkelfjordbreen en ook nog eens de kaart erbij nemen, beseffen we dat daar een gletscher te zien moet zijn. We verlaten bij Alteidet (bij de Bjurfjord) de E6 en gaan een smal weggetje op. Na enige tijd komen we over een kleine pas bij de Jøkelfjord aan en zien direct de imposante verschijning van een gletscher. En een parkeerplaats om de nacht door te brengen! Zo kunnen we nog heerlijk genieten van het weer, want na de aanvankelijke dreiging is die dag de zon weer uitbundig gaan schijnen en is het schitterend weer. Tegen acht uur s avonds staat de thermometer nog steeds op 23 graden en horen we via de telefoon dat het in NL pijpenstelen regent. Hoewel, wat zal het hier worden? Het genoemde Duitse echtpaar dat we hier treffen heeft verwachtingen van regen opgevangen. We wachten af. We hebben al zoveel mooie dingen mogen ervaren! Inmiddels vindt ons bergfeest' plaats. Dat betekent dat we exact op de helft van de vakantie zijn. Terwijl we eigenlijk het gevoel hebben dat we al zo eindeloos lang onderweg zijn. We voelen ons erg bevoorrecht, dat we zo deze zes weken er op uit kunnen trekken. Zo hebben we deze vakantie al verschillende keren tegen elkaar gezegd dat we vorig jaar nooit hadden kunnen denken dit zo mee te kunnen maken. Da's heel persoonlijk, dat wel, maar toch...... Intussen komen we steeds noordelijker en kunnen niet garanderen dat we in de komende tijd ook zo vaak een update kunnen doorgeven. Wacht maar af! |
Pechgevallen Een reis zonder pech is bijna ondenkbaar. Wanneer het bij kleine dingetje blijft die oplosbaar zijn valt het allemaal mee. We mogen dankbaar zijn dat de reis wat dat betreft voorspoedig verloopt. Sommen we even op: Pech nr. 1: Bij aankomst in Zweden stonden we zonder spanning. Een bijna onvindbare hoofdzekering bleek doorgebrand. De oorzaak is me nog niet 100% duidelijk. Wel heb ik het kunnen reproduceren. Wat ik thuis had uitgetest blijkt dus toch feilbaar: via een omvormer produceer ik 220, daarmee wordt laptop, telefoon, camera en zo opgeladen. Dat werkt perfect met een aparte lijn. Door de 220 door te verbinden naar het net-systeem van de camper (zonder aansluiting van buiten uiteraard!) moest ook de koelkast kunnen werken. Werkte thuis perfect. En toch gaat het daar mis. Terwijl de omvormer direct van de accu komt, ligt toch na enige tijd de zekering (die theoretisch niet gebruikt wordt) er uit. Kennelijk wordt er toch e.o.a. inductiespanning rondgezongen. En wat wil het geval: altijd, elke vakantie heb ik naast wat gereedschap ook miijn unimeter bij me. Deze keer: vergeten! Pech nr. 2: Omdat onze camper van een P-plek geblokkeerd werd moesten we een stoeprandje af. Maar helaas, de camper is nogal laag. Daardoor brak de leegloopkraan van de vuilwatertank af. We moeten ons daar nu wat mee behelpen (handmatig doen, vies werk). Pech nr. 3: Op de achtste veerpont moesten we - zoals meestal - de gaskraan dichtdraaien. Bleek 's avonds dat de boiler (en daarmee verwarming voor koude dagen) niet meer aansloeg. Dat kostte nogal wat tijd om alles te checken. Maar helaas niets te vinden. Alle truucs uitgehaald (er kan lucht in de gasleiding zitten). Maar niets hielp. Dat viel tegen. In gedachten zag ik ons al dagen op zoek naar een reparateur of desnoods de reis te moeten afbreken. Tot onze grote verrassing sprong hij zondagochtend bij het aanzetten zomaar weer aan. Opmerkingen aan de rand... Een reisverslag elke avond te schrijven was ik altijd al gewend (zo vergeet je veel dingen niet meer) nu doen we dat gewoon even digitaal. Voordeel is dat we tegelijk de foto's erbij hebben. En met een beetje geluk lukt het elke keer weer om een open verbinding te vinden en snel een upload te doen. Denk daar niet te moeilijk over. We zijn ergens in een plaatsje, zetten de laptop aan, rijden door de straat en binnen de kortste tijd vangen we een signaal op. U bent dus zelf gewaarschuwd als u draadloos gaat werken: breng een beveiliging aan, want iedereen kan op uw signaal anders het net op! M'n zoon Lennart - zag ik in het gastenboek - was bang dat ik z'n moeder ergens had achtergelaten omdat hij weinig over haar zag. Wees gerust, kijk eens onderaan de pagina: tekst en foto's M. en A. Aangeenbrug. Ik schrijf, zij leest en de meeste foto's zijn van haar. Soms zijn foto's trouwens wel wat bewerkt. Want dat verkeersbord dat tig keer beschoten was zag er niet uit.... |